Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

‘Dat mijn zus dood is, is zwaar om te dragen. Maar het besef dat ik haar niet kon helpen, doet pas echt pijn.’

Elisa (27) verloor twee jaar geleden haar zusje Tessa

Jullie kunnen knetterende ruzie maken, maar toch kan je niet zonder je broers en zussen. Want wie kent je zoals zij je kennen, met je mooie en je lelijke kanten? En met wie kan je anders over je ouders zagen? Elise werd na de dood van haar zus plots enig kind.

‘Het is nu twee jaar geleden dat Tessa uit het leven stapte, en sinds die dag is ze nog geen uur uit mijn gedachten geweest. Af en toe voel ik me onbezorgd en ben ik haar heel even vergeten, tot het besef er ineens weer is: oh ja, mijn zus is dood. Mijn mooie, kleine zusje vond het leven niet meer de moeite waard om te leven, en ik heb niets kunnen doen om haar tegen te houden. Ik blijf het me afvragen: waarom heeft ze me niet gebeld die avond? Ze wist toch dat ik er altijd voor haar was? Was ze vastbesloten en wilde ze niet dat ik haar zou ompraten? Dat mijn zus er niet meer is, is zwaar om te dragen. Maar de manier waarop ze wegging en het besef dat ik haar niet heb kunnen helpen, doen pas echt pijn.’

De sterke zus

‘Rond acht uur ’s ochtends was ik me aan het klaarmaken om naar het werk te vertrekken. Plots ging de bel. Het was een vriend van Tessa, samen met een politieagente. Hij had de avond voordien met haar afgesproken, maar omdat ze niet was komen opdagen, was hij naar haar studio gegaan. Toen ze de deur niet opendeed en ook niet reageerde op zijn telefoontjes of berichten, heeft hij een buurmeisje dat haar sleutel had de deur laten openmaken. Toen hij eindelijk binnen was, was Tessa al een paar uur dood. Vreemd genoeg reageerde ik aanvankelijk heel rationeel op het nieuws. Ik heb rustig naar mijn baas gebeld en hem gezegd dat ik de komende dagen niet zou komen.’

Pas toen ik met mijn moeder naar het mortuarium ging en daar het lichaam van mijn zusje zag, kwamen het besef en vervolgens de tranen.

‘Met die agente ben ik toen naar mijn ouders gereden om hen in te lichten. Ik denk dat ik zo kalm bleef omdat ik wist dat mijn moeder hysterisch zou worden. Ik moest er voor haar zijn. Tenslotte was ik al mijn hele leven de sterke geweest, dat was mijn rol. Pas toen ik met mijn moeder naar het mortuarium ging en daar het lichaam van mijn zusje zag, kwamen het besef en vervolgens de tranen. Verder weet ik niet zo veel meer van die eerste dagen. Weinig drong tot me door, ik sleepte me van de ene dag naar de volgende dag en nam beslissingen omdat ik moest; waar en hoe mijn zus begraven zou worden, wat er op de doodsbrief moest staan... Ik sprak met haar vrienden en met familie. Het was allemaal zo onwerkelijk: een paar dagen voordien had ik nog met haar gesproken. Had ik haar toen eigenlijk wel gevraagd hoe het met haar ging?’

Zo veel potentieel

‘Tessa en ik waren heel close, ook al scheelden we zes jaar. Ze had geen makkelijke jeugd gehad; onze ouders gingen uit elkaar toen zij elf jaar was, en dat ging niet zonder slag of stoot. Mijn vader was verliefd geworden op iemand anders en verliet ons zonder nog vaak om te kijken. In het weekend mochten we weleens bij hem binnenspringen, maar niet elke week en liefst niet te lang, want zijn nieuwe – jonge – vriendin had dat niet graag. Mama had het erg moeilijk met de breuk. Ze huilde hele dagen en keek amper naar ons om. Voor Tessa was dat veel zwaarder dan voor mij. Ik was zeventien toen mijn vader vertrok, had een hechte vriendenkring en was samen met mijn eerste serieuze vriendje. Tessa was nog maar een kind en moest plots voor zichzelf zorgen. Ze wist toen niet eens of haar mama wel op tijd uit bed zou zijn om haar naar school te brengen. Ik zorgde dat ze haar huiswerk maakte, en als mama niet kookte, smeerde ik een boterham voor haar. Na een tijdje herpakte mama zich wel, maar Tessa had zich aan mij gehecht, en dat bleef zo voor de rest van haar leven.’

Ook al kwam er daarna weer meer stabiliteit in ons gezinsleven, de periode na de scheiding van mijn ouders heeft Tessa getekend.

‘Onze rolverdeling was heel duidelijk: ik was de grote zus. Ik zorgde voor haar en troostte haar. Ik heb zelfs eens een jongen uitgekafferd en bijna geslagen omdat hij haar na een paar dates nooit meer had gebeld (lacht). Ook al kwam er daarna weer meer stabiliteit in ons gezinsleven, de periode na de scheiding van mijn ouders heeft Tessa getekend. Ze had periodes waarin ze erg zwaarmoedig was, en dan kon ze met niemand zo goed praten als met mij. Een jaar voor haar dood heeft ze zelfs een paar maanden bij mij gewoond. Ik denk nu graag aan die periode terug. We hebben toen veel serieuze gesprekken gevoerd, maar ons ook enorm hard geamuseerd. Tessa was toen achttien en dus bijna volwassen. We gingen samen op stap en joegen er hele dvd-boxen door: Sex and the City, Friends... En maar lachen. Ik keek ernaar uit om haar te zien opgroeien en samen met haar “volwassen dingen” te doen. Tessa had zo veel potentieel: ze was mooi en slim, ze zou gaan studeren en iets van haar leven maken. Dat wist ik gewoon.’

Hallo, onbegrip

‘Haar dood heeft me enorm veel pijn gedaan, maar vaak stuitte ik op onbegrip. Het is alsof je als zus geen verdriet mag hebben. In de weken na haar dood werd ik geregeld gebeld door familie en vrienden van mijn ouders: Zorg je een beetje voor je mama? Je weet hoe ze is... Overal kreeg ik diezelfde vraag: Hoe gaat het met je mama? En dat terwijl ik jarenlang meer een moeder voor Tessa ben geweest dan onze eigen moeder. Dat zeg ik natuurlijk niet tegen haar, want het gaat ook helemaal niet goed met haar. Ze heeft zo veel verdriet. Soms vraag ik me af of ze dit wel te boven komt, want ze leunt enorm op mij. Vaak verdring ik mijn eigen verdriet om er voor haar te zijn, en dat wreekt zich natuurlijk later.’

Ik krijg de pijn van mijn ouders boven op mijn eigen verdriet, en dat is loodzwaar.

‘En mijn vader... Sinds de dood van Tessa belt hij me geregeld of zoekt hij me op. Hij beseft dat hij in de fout is gegaan met Tessa en wil dat nu rechtzetten door weer meer contact te hebben met mij. Op zich is dat fijn, maar gewoonlijk draait het erop uit dat ik ook hem moet troosten. Ik krijg de pijn van mijn ouders boven op mijn eigen verdriet, en dat is loodzwaar. Ik heb gelukkig goeie vrienden en een paar neven en nichten die Tessa ook hebben gekend en met wie ik over haar kan praten. Als je zus wegvalt, verlies je namelijk een stuk van je leven. We zullen nooit meter worden van elkaars kinderen of getuige zijn op elkaars trouw. We zullen nooit samen familieweekendjes organiseren en die andere dingen doen waarover we fantaseerden toen we klein waren. Dat mij die toekomst met haar is afgenomen, steekt enorm.’

Minstens 3 kinderen

‘Aan de andere kant weet ik ook dat Tessa niet zou willen dat ik bij de pakken neer bleef zitten. Ik heb deze zomer een bungeejump gedaan voor haar. Ze wilde die zo graag eens meemaken. Binnenkort wil ik ook eens parachutespringen. Ik heb een lijstje in mijn hoofd met dingen die ik ga doen omdat zij daarvan droomde. Op die momenten voel ik me even weer heel dicht bij haar. De band die ik met mijn zus had, was uniek. Niemand zal ooit even dicht bij me komen als zij, behalve misschien mijn eigen kinderen. Als ik die ooit krijg, want de dood van mijn zus heeft me doen twijfelen. Wil ik me nog wel zo aan iemand hechten? Kan ik nog eens zo’n verlies aan? In ieder geval weet ik één ding zeker: als ik kinderen krijg, krijg ik er ofwel eentje, ofwel minstens drie, zodat als er iets gebeurt met een kind, de overblijvers nog een “reserve” hebben. Dat klinkt raar, maar het gevoel dat je helemaal alleen op de wereld bent, wil ik niemand aandoen.’

Zit jij na het lezen van dit stuk met vragen of wil je er met iemand over praten? Bel 1813 of surf naar www.zelfmoord1813.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '