Haar leven wordt dag in dag uit door dwanggedachten gedomineerd.
Sandy (24) lijdt aan smetvrees en emetofobie: ‘Ik besef dat ik het mijn vriend niet makkelijk maak’
Overal zitten bacteriën die ons doodziek maken en tot overgeven zullen dwingen. Sandy lijdt aan een obsessief-compulsieve stoornis. Haar leven wordt dag in dag uit door dwanggedachten gedomineerd.
‘Ik kamp al zo lang dat ik leef met angst en dwanggedachten. Hoogstwaarschijnlijk ben ik ermee geboren. Mijn eerste herinnering aan mijn grote angst om over te geven dateert al van toen ik een jaar of zes was. In dat jaar werd ook mijn kleine broertje geboren. Daardoor werd mijn gedrag al snel beoordeeld als een vorm van aandachttekort en maakten mijn ouders zich geen zorgen. Pas op mijn veertiende, toen ik niet meer naar school durfde en mijn ouders me aan de schoolpoort bijna letterlijk uit de auto moesten sleuren, beseften ze dat er iets ernstig mis was met mij. Dat ik kamp met de ziekte emetofobie, wist toen nog niemand. Ik hoefde als kind absoluut niet regelmatig over te geven, waar de angst daarvoor precies vandaan komt, weet niemand. Ik zei ook tegen niemand dat ik doodsbang was om te moeten braken. Dat besef had ik in het begin zelf helemaal niet. Ik was gewoon te bang om naar school te gaan en kon niet verwoorden waarom. Ik kreeg het label van een lastige puber. En op school liep het aantal keer dat ik onwettig afwezig was op de duur zo hoog op, dat mijn ouders in samenspraak met mijn huisarts beslisten om mij voor zes weken te laten opnemen in de kinder- en jeugdpsychiatrie.’
Doosje Motilium per week
‘Ik kreeg de diagnose van obsessief-compulsieve stoornis, volgde verschillende therapieën en praatte regelmatig met een psycholoog, maar ook daar kreeg ik mijn angst voor overgeven niet verwoord. De situatie werd alleen maar erger. Tijdens mijn opname in de psychiatrie ontwikkelde ik ook smetvrees. Ik liep constant met een desinfecterende handgel in mijn zakken en ontsmette mijn handen wel honderd keer per dag. Ik was doodsbang dat ik iets aangeraakt had waarop bacteriën zaten die buikgriep zouden kunnen veroorzaken, want dan zou ik moeten overgeven. De therapie had op mij geen vat. Ten einde raad lieten ze me na zes weken gewoon naar huis gaan en moest ik de draad van mijn studies weer oppikken. Ik veranderde van school en nam een nieuwe start. Maar al snel liep het weer fout. Op de speelplaats liep ik voortdurend met muntjes in mijn zakken om eventueel opkomende misselijkheid de kop te kunnen indrukken. Maar die werden afgepakt omdat er niet gesnoept mocht worden. Op twee meisjes na had ik geen vrienden. Omdat ik regelmatig paniekaanvallen had, werd ik op school gepest met mijn vreemde gedrag. Een groot deel van mijn zakgeld ging op aan Motilium. Dat medicijn tegen braken was toen nog zonder voorschrift te krijgen en ik kocht het wekelijks. Met één doos kwam ik de week niet door.’
Acht psychologen in twee jaar tijd
‘In een periode van twee jaar tijd bezocht ik acht verschillende psychologen. Maar geen van hen kon mij helpen of slaagde erin mij mijn angst om te moeten overgeven te laten uitspreken. Daarom, en omdat psychologische hulp erg duur is en na verloop van tijd niet meer wordt terugbetaald, ben ik uiteindelijk met therapie gestopt. Op school volgde ik de richting gezondheid en welzijnswetenschappen, medische zaken interesseerden mij enorm. Ik zat regelmatig te googelen en kwam uiteindelijk op een forum terecht waar iemand dezelfde angsten en klachten uitsprak als ik, en daar de term emetofobie op kleefde. Wat een openbaring! Het feit dat ik nu wist wat ik had, maakte het iets makkelijker voor mij om ermee om te gaan. Dankzij de steun van mijn goede vriendin durfde ik zelfs naar de hogeschool te gaan en behaalde ik uiteindelijk met glans mijn bachelordiploma orthopedagogie. Omdat ik in een sociale richting zat, was er tijdens mijn hogere studies iets meer begrip van mijn medestudenten. Maar nieuwe vrienden maakte ik nog altijd niet. Na mijn studies kon ik meteen aan de slag als animatrice in een complex van serviceflats dat net was opgericht. Omdat ik ook nachtpermanenties had, moest ik ook zelf in het complex verblijven en ging ik in een van de flats samenwonen met mijn vriend. Maar na verloop van tijd konden ze mijn loon nog nauwelijks betalen, dus besloot ik mijn ontslag te geven.’
De angst kostte me mijn job
‘Heel even deed ik een aantal tijdelijke jobs en daarna kon ik aan de slag in een kinderdagverblijf. Een job die ik doodgraag deed. Maar toen brak er in de crèche plots een buikvirus uit dat ook mij trof. Voor het eerst in zeven jaar moest ik weer overgeven, en dat deed mijn angsten weer helemaal opflakkeren. Ik slaagde er niet meer in om ’s morgens de deur uit te gaan omdat ik niet durfde te gaan werken. Ik meldde me regelmatig ziek of afwezig met het een of andere excuus. Maar daar voelde ik me dan weer zo slecht bij dat ik de rest van de dag lag te huilen in bed. En het onvermijdelijke gebeurde ook, ik verloor mijn job. Ik ging opnieuw in therapie, maar zelden voel ik een klik met mijn therapeut. Ik ondervind weinig baat bij mijn therapie. Ook op professioneel vlak raakte ik een beetje op de dool. Ik heb zelfs een tijdje als poetsvrouw gewerkt omdat ik geen andere geschikte job vond. Maar dat was door mijn smetvrees nauwelijks vol te houden.’
Druk op relatie
‘Mijn vriend is altijd heel begripvol geweest, maar als ik ’s nachts weer maar eens wakker word met een hevige paniekaanval, levert dat toch weleens discussie op. Het is nu zover gekomen dat hij mij niet meer gelooft als ik écht misselijk ben, en dat is niet makkelijk. Mijn dwangneurose legt een zware druk op onze relatie. Ik besef dat ik het hem niet makkelijk maak. Vandaag werk ik opnieuw in een kinderdagverblijf en heb ik mijn droomjob te pakken gekregen. Maar gaan werken blijft een dagelijkse strijd. De angst en dwanggedachten zijn er nog altijd. Ik ga nog altijd niet de deur uit zonder handgel, een plastic zakje, doosje muntjes, een flesje water, een zak gemberblokjes en een koek op zak. Mijn smetvrees ga ik met handgel te lijf. Het plastic zakje moet mij redding bieden als ik zou moeten overgeven. De gember is goed voor de vertering en verhindert dat iets op mijn maag zou kunnen blijven liggen na het eten. En mocht er toch een vlaag van misselijkheid de kop opsteken, dan kan ik die met de koek en het water proberen weg te eten. Openbare toiletten bezoek ik alleen als het echt niet anders kan, en dan steevast die het dichtst bij de deur. Want onderzoek heeft uitgewezen dat die door het minst aantal mensen wordt bezocht.’
Bang voor de toekomst
‘Mijn huidige baas en collega zijn op de hoogte van mijn probleem en tonen veel begrip. En ook mijn vriend ziet me nog altijd graag, ondanks mijn issues. Daar prijs ik me heel gelukkig mee. Maar naar de toekomst toe maak ik me zorgen. Ik ben heel bang dat mijn vriend op een dag zijn geduld zal verliezen. Ik ben ondertussen ook 24 en zou heel graag kinderen willen. Maar ik durf gewoon niet zwanger te worden uit schrik dat ik dan elke dag zal moeten overgeven. Dat kan ik gewoon niet aan. Ik zal de rest van mijn leven met mijn angsten verder moeten, maar ik wil niet dat het mijn geluk en het leven dat ik nu leid, zal blijven beïnvloeden. Daarom wil ik mijn problemen ook niet langer verzwijgen en probeer ik mijn angsten nu recht in de ogen te kijken. Want dat is de enige manier waarop ik die smetvrees en emetofobie onder controle zal kunnen krijgen, en een mooie toekomst tegemoet kan.’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier