Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Ebi Zandi via Unsplash

‘Mijn vader schudde me door elkaar, schreeuwde dat ik het weg moest bidden en zette zelfs een mes tegen mijn keel.’

Soraya (22) noemt zichzelf sinds twee jaar ex-moslima: ‘Ik wil niet langer geloven’

Wie gelovig is, is daar meestal mee opgegroeid. Je gaat naar de kerk, doet mee aan de ramadan of leest de Thora. Maar wat als je besluit om te breken met die godsdienst?

‘Ik ben boos geweest, woest zelfs. Ik vond het zo oneerlijk, zo onrechtvaardig dat ik werd gehaat omwille van wie ik ben en wat ik voel. Mijn ouders hebben de vreselijkste dingen naar mijn hoofd gegooid, ze willen me niet aanvaarden. Voor hen telt maar één ding: dat ik een goede moslima-dochter ben. Maar ik kan het niet meer en ik wil het niet meer. Toch wil ik hun haat niet met haat beantwoorden. Ik wil niet langer boos zijn, ik wil niet haten. Ik wil liefhebben en gelukkig zijn.’

Verandering van geloof

‘God is nummer één. Hij staat boven alles en iedereen. Dat was de boodschap die ik van kleins af meekreeg thuis. Mijn ouders zijn allebei extreem gelovig, hoewel ze een heel ander geloof belijden. Mijn papa is een overtuigd moslim, mijn mama is christelijk orthodox. Elk van hen beschouwt het geloof, welk dan ook, als het allerbelangrijkste in het leven. God komt bij hen op nummer één, daarna pas mijn broer en ik. Dat ze elk een andere religie hebben, is nooit een breekpunt geweest – zolang je maar geloofde. Als kind was ik orthodox, net als mijn mama, en ging ik met haar mee naar de kerk. Ik was heel erg gelovig, bad zo veel mogelijk en deed zelfs een schietgebedje voor we met de auto ergens naartoe reden. De keuze voor het christendom was logisch voor mij, omdat de band met mijn mama en oma het hechtst was. Toch besliste ik op mijn twaalfde om moslima te worden.’

Mijn vader schudde me door elkaar, schreeuwde dat ik het weg moest bidden en zette zelfs een mes tegen mijn keel.

‘Ik stond op een keerpunt in mijn leven, begon dingen in vraag te stellen en het geloof van mijn papa bood de juiste antwoorden. Niet dat ik God in vraag stelde, want voor mij was die nog steeds dezelfde, of die nu Jahweh of Allah heette. Ik deed mee met de ramadan, bad regelmatig en las de koran. Hoewel ik nooit close ben geweest met mijn vader – hij was op zijn zachtst gezegd dominant en sloeg mijn moeder meer dan eens – werd onze band een tijdlang hechter. Hij vertelde religieuze verhalen, leerde me over de islam, en in elk van onze gesprekken viel het woord God.’

Verschrikkelijke leegte

‘Maar de relatie met mijn ouders veranderde toen ik vertelde over mijn geaardheid. Nochtans had ik mijn moeder gezegd dat ik op meisjes én op jongens viel, in de hoop dat ze het nieuws zo makkelijker zou aanvaarden. Maar haar reactie was allesbehalve goed. Homoseksualiteit was des duivels. Ik moest bidden, zei ze, want het was een beproeving van God. Omdat ik bang was, besloot ik me goed te gedragen, en te doen wat ze van me vroegen: bidden en hopen dat het beter werd. Ik wist zeker dat ik lesbisch ben en dat ik niet kon genezen, maar tegelijkertijd bleef ik geloven dat God ervoor zou zorgen dat alles goed zou komen. Maar toen ik mijn ouders jaren later opnieuw vertelde dat ik lesbisch ben, nam mijn moeder een behoorlijk ingrijpende beslissing. In de hoop me tot inzicht te brengen en me te bevrijden van de duivel, nam ze me mee naar een orthodoxe priester. Hij zou me genezen. Schreeuwend ging die voor me staan: dat ik de duivel in mij had, en dat alles wat ik deed onrein was. Hij riep de lelijkste homohatende boodschappen, terwijl mijn mama aan de kant vol bewondering naar hem zat te kijken. Huilend onderging ik de hele ceremonie. Maar alsof dat nog niet genoeg was, nam mijn vader me diezelfde dag ook nog mee naar een imam. Ook die wilde mij genezen, de duivel uit me verdrijven. Opnieuw kreeg ik de lelijkste dingen te horen en kon ik niet anders dan het lijdzaam ondergaan. En daar stopte het niet bij…’

Het heeft maanden geduurd om te beseffen dat ik God niet nodig heb om gelukkig te zijn. Mijn vrienden, mijn muziek, mijn poëzie, dat maakt mij gelukkig.

Eenmaal thuis riep mijn moeder dat ze nog liever zelfmoord pleegde dan mij te aanvaarden als lesbische dochter: Ik hoop dat je wegrot in een vuilbak. Ook mijn vader was woest. Ik herinner me nog hoe hij de trap afstormde, hoe zijn voetstappen keihard weerklonken door ons huis. Die blik in zijn ogen zal ik nooit vergeten: pure haat. Hij greep me vast, schudde me door elkaar en schreeuwde dat ik het weg moest bidden. Mijn T-shirt scheurde hij kapot, alsof hij zo de duivel in mij wilde bevrijden. Hij zette zelfs een mes tegen mijn keel… Ook nu keek mijn mama toe en was ze overtuigd dat mijn vader het juiste deed. De leegte die ik die dag voelde, was verschrikkelijk.’

God niet nodig voor geluk

‘Beetje bij beetje brokkelde mijn geloof in God af. Een God die me zoiets aandeed, dat kon toch niet? Ik sukkelde in een depressie, wist met mezelf geen blijf. Jarenlang vocht ik tegen donkere gedachten. Ik raakte verstrikt, zocht uitwegen, overwoog zelfs zelfmoord. Maar wie zoiets doet, belandt in de hel, had ik altijd geleerd. Een nog veel grotere hel dan die waarin ik elke dag moest leven. Dus deed ik het niet. Twee jaar geleden ondernamen mijn ouders een laatste, ultieme poging me tot inzicht te brengen. We zouden verhuizen naar Engeland, want daar zou alles beter worden, en zou ik eindelijk verlost raken van mijn waanideeën. Dat was voor mij de druppel. Om de schijn op te houden speelde ik het spel een tijdlang mee, maar in het geniep plande ik mijn ontsnapping. Ik pakte mijn spullen, schreef een afscheidsbrief en sloop om middernacht het huis uit.’

Eenmaal thuis riep mijn moeder dat ze nog liever zelfmoord pleegde dan mij te aanvaarden als lesbische dochter: Ik hoop dat je wegrot in een vuilbak.

‘De vele smeekbedes van mijn moeder in de dagen die volgden, negeerde ik. Ook mijn oma probeerde me met talloze gedichten en teksten te overtuigen dat ik moest veranderen. Zogezegd wetenschappelijke artikels waarin stond dat homoseksualiteit een ziekte is, of waarin wordt beweerd dat homo’s losbandige sekslevens hebben, drugs gebruiken en een moraalloos leven leiden, passeerden de revue. Ik was een verrader, schreef ze, een schande voor de familie. Ik was egoïstisch, zette mijn eigen seksuele verlangens boven het gezin. Kapot ging ik eraan en ik besefte: ik geloof niet langer. Ik wil niet langer geloven. De God die jarenlang mijn leven had beheerst, bestaat niet. Want welke God doet een mens zoiets aan? Welke God zet aan tot haten? Het heeft maanden geduurd om te beseffen dat ik God niet nodig heb om gelukkig te zijn. Mijn vrienden, mijn muziek, mijn poëzie, dat maakt mij gelukkig. Mijn vader wil ik nooit meer zien, het contact met mijn mama is sinds een tijd weer een beetje beter. Af en toe zie ik haar nog, maar ik blijf op mijn hoede. Ze heeft me veel te veel pijn gedaan.’

Heb je vragen over zelfdoding of wil je met iemand praten? Dat kan, gratis en anoniem. Op www.zelfmoord1813.be of www.tele-onthaal.be kan je chatten, bellen kan op de nummers 1813 (Zelfmoordlijn) of 106 (Tele-Onthaal).

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '