'Hij dreigde ermee om onze kinderen zou ontvoeren. Hij zei zelfs dat hij me zou vermoorden.'
Marjan werd jarenlang verkracht door haar man: ‘Hij verplichtte me om elke avond marihuana te roken. Dan was ik gewilliger’
‘Mijn ex is altijd dominant geweest. Alles moest op zijn manier gebeuren, zijn wil was wet. Toch was ik de eerste jaren van ons huwelijk niet ongelukkig. Ik was dolverliefd en deed wat ik kon om hem te plezieren: zijn lievelingseten koken, het huis brandschoon houden, elke dag vrijen... Niets was me te veel, want ik zag hem graag. Na de geboorte van ons eerste kind werd ons leven plots een stuk hectischer. Ik had geen tijd meer om altijd aan al zijn wensen te voldoen. Dat frustreerde hem. Hij werd steeds norser en leek niet echt blij met zijn dochter.’
Strakke teugels
‘Ik begon me steeds meer vragen te stellen: bij zijn manier van opvoeden, bij zijn dominantie, bij zijn controledrang. Mijn liefde voor hem brokkelde stilaan af en dat voelde hij. Hij haalde de teugels steeds strakker aan en stukje bij beetje nam hij me alles af. Ik moest mijn loon aan hem geven, hij joeg mijn vriendinnen weg, verbood me om mijn ouders te zien. Als ik weerstand bood, gebruikte hij zijn fysieke overwicht. In onze slaapkamer moest ik aan al zijn wensen tegemoetkomen: anale seks ondergaan, hem pijpen tot ik bijna stikte, hem anaal likken, hem met kaarsvet tekeningen op mijn lichaam laten maken... Als ik weigerde, duwde hij me op bed. Als ik over pijn klaagde, zei hij: “Dan bijt je maar op je vingers!”.’
Ik moest mijn loon aan hem geven, hij joeg mijn vriendinnen weg, verbood me om mijn ouders te zien.
‘Hij verplichtte me ook om elke avond marihuana te roken. Dan was ik gewilliger. Kun je je voorstellen dat ik, de kokette vrouw die hier voor je zit, zelfs naar die roes begon te verlangen? Even weg uit de harde realiteit, het was toen het enige wat me overeind hield. Mijn man hield op geen enkel moment rekening met mijn gevoelens. Mij in zijn macht houden, dat was zijn enige doel. Op een gegeven moment verloor ik een kindje na zeven maanden zwangerschap. De dag na de keizersnede kwam hij de kamer van het ziekenhuis binnen. Hij troostte me even, maar sleurde me daarna de badkamer in. Hij verkrachtte me anaal.... Op dat moment brak er iets in mij. Het beetje liefde dat ik nog voor hem had, verdween voorgoed. Dat was de eerste keer dat ik echt dacht aan vertrekken. Maar ik wachtte te lang en drie maanden later was ik zwanger van onze tweeling.’
De weg van de minste weerstand
‘Met drie kinderen escaleerde de situatie helemaal. Het was druk in huis en daarom sloot hij de kinderen elke avond om half acht in hun kamer op. Ik kwam niet in opstand. Elke mishandelde vrouw weet dat je na een tijdje kiest voor de weg van de minste weerstand: alles ondergaan en vooral niet tegenspartelen, want dan wordt het alleen maar erger. Ik probeerde de hele tijd om hem zo weinig mogelijk te irriteren en hem zo veel mogelijk te plezieren. Dan hoefden de kinderen of ik het tenminste niet te ontgelden.’
Ik woog nog tweeënveertig kilo. Ik wist dat de tijd was gekomen om te vertrekken, anders zou ik kapotgaan.
‘De stress om ruzie te vermijden, om gewoon te overleven, maakte me stilaan kapot. Een uur voor ik van mijn werk naar huis moest, begon ik te zweten, kreeg ik jeuk en rode plekken. Ik woog nog tweeënveertig kilo. Ik wist dat de tijd was gekomen om te vertrekken, anders zou ik kapotgaan. Toen mijn grootouders stierven en hij me verbood om om hen te rouwen, begon ik concrete plannen te maken. Ik kreeg een kracht waarvan ik niet wist dat ik ze nog in mij had.‘
Vrijheid in zicht
‘Een halfjaar lang heb ik nagedacht over een manier om aan hem te ontsnappen. Een vreselijke tijd, waarin hij me bijna elke avond verkrachtte. Ik walgde van hem. Als hij zijn hand nog maar op mijn arm legde, rilde ik over mijn hele lichaam. Maar ik onderging het, wetende dat ik binnenkort vrij zou zijn. Ik vertelde mijn man dat ik dringend naar mijn moeder toe moest. Het ging zogenaamd niet goed met haar.’
Hij dreigde ermee om onze kinderen zou ontvoeren. Hij zei zelfs dat hij me zou vermoorden.
‘Zo stond ik dus op een ochtend op het perron, met mijn kind en hond, op weg naar de vrijheid. De tweeling was op zeeklassen, zij zouden later naar mijn ouders komen. Ik heb nog van in de trein naar mijn man gezwaaid, met een grote glimlach op mijn gezicht. Toen ik bij mijn ouders aankwam, heb ik gehuild van geluk. Ik had het eindelijk gedurfd! Ik had me voorgenomen om elk contact met mijn man te weigeren. Ik was bang dat hij me zou overtuigen om terug te komen. En inderdaad: hij heeft gedreigd dat hij me zou vermoorden, dat hij de kinderen zou ontvoeren...’
Blaffende honden bijten niet
‘Ik ben bang geweest, maar mijn ouders hebben ons goed beschermd. Nu, twee jaar later, weet ik dat blaffende honden niet bijten. Mijn ex is niet de superman die ik dacht dat hij was, hij is een lafaard. Hij is de verliezer, want nu heb ik de macht. Als ik naar de rechtbank stap, ziet hij zijn kinderen nooit meer.’
Ik weet dat ik nooit meer een man toelaat, niet in mijn huis, niet in mijn hart.
‘Toen ik bij hem ben weggegaan, heb ik mezelf beloofd om nooit meer om hem of alle verloren jaren te huilen. Aan die belofte heb ik me gehouden, maar ik ben me bewust van de blijvende schade die hij ons heeft berokkend. Hij heeft me mentaal en fysiek gebroken. Ik neem antidepressiva en ik weet dat ik nooit meer een man toelaat, niet in mijn huis, niet in mijn hart. Ik heb nu een goede vriend, iemand die iets jonger is dan ik. Bij hem voel ik me opnieuw jong, ik put veel moed uit zijn levenslust. Ik ben dus relatief gelukkig. Ik besef dat ik de verloren jaren nooit meer kan inhalen, maar ik probeer het beste te maken van de jaren die nog voor mij liggen.’
Auteur: Tine Trappers
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier