'De luchtbelletjes in een kopje koffie jagen me de stuipen op het lijf. Ik kan er níét naar kijken!'
Van ballonnen over ananassen tot navels: 13 lezeressen vertellen over hun vreemdste fobieën
Bibber en beef, want Halloween komt eraan. De ene angst is al rationeler dan de andere. Deze lezeressen vertellen openhartig over hun vreemdste fobieën...
Ballonnen
Laura (25): “Brr, ik bibber van ballonnen. Je weet nooit wanneer die ontploffen en dat vreselijke knallende geluid maken. Ik denk dat het dàt is, dat je er geen controle over hebt. Waterballonnen heb ik nooit leuk gevonden, en ook nu loop ik het liefst hard weg als ik iemand met een ballon zie. Voor mijn verjaardag hadden mijn collega’s als grap confettiballonnen opgehangen. Ik heb ze doorgeprikt, met véél moeite. Gelukkig hadden ze ook een slinger met halfblote mannen opgehangen om het goed te maken (lacht).”
Afgronden
Olivia (35): “Hoogtes op zich schrikken me niet af, maar als ik op een of andere uitkijktoren sta, bekruipt me het gevoel dat ik iets ga laten vallen. Mijn gsm, mijn zonnebril, mijn handtas of help: mijn dochters! Ik wijt het aan een voorval als kind, waarbij ik een van mijn geliefde slippertjes verloor van op een Italiaanse klokkentoren. Zie ik nu een afgrond, dan beginnen mijn benen te trillen. Ik moet mezelf echt inprenten dat er niks gaat gebeuren, of ik wil zo snel mogelijk naar beneden. Mijn dochters hou ik ver van de randen weg, zelfs al staat er een balustrade. Je weet nooit of ze er toch door glippen!”
Kleine ruimtes
Joke (36): “Ik heb vreselijke claustrofobie. Liften probeer ik altijd te vermijden, en kleine openbare toiletten zijn een ramp. Ik krijg het zó benauwd! Het idee dat ik opgesloten zal geraken, beneemt me letterlijk de adem. Ook op festivals of andere plekken met veel mensen bekruipt me het onaangename gevoel dat ik niet weg kan, dus daar kom ik liever niet. Mijn grootste nachtmerrie? Een klink die afbreekt in een ruimte zonder ramen, en dan geen gsm-bereik hebben om om hulp te kunnen vragen!”
Navels
Vicky (30): “Navels zijn voor mij off limits! Het idee dat ik eraan moet komen, brr! Het is blijkbaar iets genetisch, want mijn vader heeft het er ook moeilijk mee. Ik ben vooral bang dat er iets in zou gaan. Mensen in bikini op het strand kan ik nog verdragen, maar begin alsjeblief niet in je navel te peuteren. Dan voel ik het meteen aan mijn eigen buik! Het zweet breekt me uit en ik klap dubbel van de plaatsvervangende pijn. Rationeel weet ik dat er niets is om bang voor te zijn, maar zodra ik het zie of voel, gaat mijn fantasie met me op de loop. Ironisch genoeg heb ik ooit een navelpiercing gehad. Ik maakte mezelf wijs dat die toch niet echt in mijn navel stak, maar achteraf moest ik vaststellen dat dat wel zo was. Die piercing verzorgen was de hel. Elke keer als ik nog maar naar dat ringetje keek, kreeg ik al de kriebels. Lang heb die dus niet gedragen.”
Onweer
Marilyn (34): “Een, twee, drie... als er een onweer begint, begin ik obsessief de seconden tussen de donder en de bliksem te tellen. Dan weet je dat het steeds dichterbij komt. Als zestienjarige maakte ik op een KSA-kamp een verschrikkelijk onweer mee. Van in onze tent hoorden we de hel losbarsten. Het enige wat ik kon denken, was dat wij het hoogste punt in de wei waren. Dom, oerdom! In mijn hoofd overliep ik al alle mogelijke rampscenario’s. Het resultaat is dat ik nu als de dood ben voor onweer. Als het even kan, sluit ik me thuis op. In mijn slaapkamer, met de gordijnen dicht. Mijn kat schuilt mee onder het bed. Zij voelt het trouwens eerder aankomen dan ik, dus als ik haar klagend hoor miauwen, weet ik hoe laat het is. Gek genoeg: ik weet dat je vooral bang moet zijn van de bliksem, maar bij mij is het net de donder die me doet bibberen.”
Overgeven
Katleen (28): “Zelfs therapie heeft me niet kunnen helpen, ik blijf panisch voor overgeven. Als ik nog maar denk dat ik moet overgeven, raak ik helemaal in paniek. Als kind heb ik ooit zo’n ernstige voedselvergiftiging gehad dat er zelfs kots langs mijn neus kwam. Van balletjes in tomatensaus, dat eet ik dus nooit meer! Van die traumatische ervaring draag ik nog de gevolgen. Ik vermijd plekken waar te veel mensen samen zijn, en heb last van smetvrees. De angst om ziek te worden van andere mensen is echt heel groot. Daardoor heb ik ook een vreemd ritueel ontwikkeld: als ik denk dat ik misselijk word, dan moet ik op hout kunnen kloppen, want alleen zo kan ik overgeven vermijden.”
Dingen met gaatjes
Anse (19): “Het klinkt misschien heel gek, maar ik ben bang voor dingen met gaatjes. Een voorbeeld? De luchtbelletjes in een kopje koffie jagen me de stuipen op het lijf. Ik kan er niet naar kijken! Zelfs een foto van zulke objecten maakt me bang. Zo heb ik het ook gemerkt: ik zag op Facebook toevallig een afbeelding van een lotusbloem – ja, daar zitten gaatjes in! – en ik merkte dat ik er kippenvel van kreeg. Die angst heeft een naam, trypofobie. Ik weet dus dat ik niet alleen ben, maar ik vind het heel moeilijk om ermee om te gaan.”
Spoorweg
Kristina (24): “Een spoorweg ìs toch gevaarlijk? Hoe vaak lees je in de krant niet dat een chauffeur in het midden van de sporen stilvalt en niet meer kan ontsnappen van een rijdende trein? Ik zal altijd heel erg mijn best doen om spoorwegen te vermijden. Ik rij nog liever kilometers om dan er een te moeten oversteken. Als ik echt niet anders kan, begin ik te stressen. Wat betekenen de lichten ook alweer? Werken ze wel naar behoren? En er zal toch niet onverwacht nog een trein aankomen? Meestal stop ik om goed te kijken welke lichten er branden en dan geef ik plankgas om er zo snel mogelijk voorbij te raken. In tegenstelling tot mijn vriendin, die er net tergend traag overheen rijdt om me te plagen.”
Regenwormen
Ilse (45): “Ik ben nooit een grote fan geweest van regenwormen. Als ik in de tuin werk, draag ik altijd handschoenen. En zelfs dan hoor je me gillen tot op straat als ik er een tegenkom. Met blote voeten op het gras lopen? Ik dacht het niet! Voor mij komen aliens niet van Mars, maar gewoon uit de grond, het liefst allemaal samen. En als je ze doormidden klieft, heb je er ineens twee... dat is toch niet normaal?! Ik zie nog zo de trotse blik op het gezicht van mijn dochtertje toen ze me een schattig slangetje wilde tonen. Mijn haar stond recht en mijn maag keerde zich om... en ik maar dapper proberen te lachen.”
Slangen
Evelien (26): “Als kind durfde ik een pagina in een boekje met een slang erop al niet aanraken, zó bang was ik. Slangen zijn glad en slijmerig, en ze kunnen je vergiftigen of wurgen. De Harry Potter-films hebben er geen goed aangedaan: in een bepaalde scène verdwijnt het glas van een slangenkooi... help! Ik heb mijn angst ooit proberen te overwinnen, toen ik in de zoo de kans kreeg een slang aan te raken. Met een vingertopje ben ik eraan geweest, maar toen raakte ik in paniek. Nooit meer! Als ik nu een reptielengebouw binnenstap, zorg ik dat ik achter de brede rug van mijn man kan duiken. Als ik een slang zie, begin ik te beven. Ik krijg het ijskoud, ook al is het daarbinnen 30 graden. Mijn grootste zorg bij het kiezen van een vakantiebestemming? Er leven toch geen slangen, hé! Voor onze huwelijksreis trokken we naar IJsland, lekker veilig. En toch heb ik er nog nachtmerries over. Dan zit ik opgesloten in een kleine ruimte met zo’n beest. Dan kost het me gigantisch veel moeite om weer de slaap te vatten...”
Vissen
Barbara (27): “Ik heb duidelijk veel meer schrik van vissen dan zij van mij. Twee jaar geleden ben ik gillend weggerend tijdens een romantische strandwandeling met mijn lief omdat er in het lage water van de lagune plots een hele school vissen aan mijn tenen kwam knabbelen. En vorig jaar had ik al mijn moed bijeengeraapt om samen te gaan snorkelen. Toen mijn lief plots verdwenen bleek, kreeg ik een paniekaanval en ben ik over rotsen vol zee-egels gekropen om zo snel mogelijk uit de buurt van de vissen te zijn. Met gewonde voeten als resultaat! Zet me ook niet op een boot. Stel dat die zou zinken en ik tussen die vieze dieren beland. Ik éét zelfs geen vis. Raar maar waar: duiken doe ik wél graag. In mijn duikpak voel ik me veilig.”
Duiven
Hanne (21): “Rustig een terrasje doen in de stad zit er voor mij niet in. Tenzij we een verlaten straatje uitkiezen, daar komen immers minder duiven voor. Duiven en kippen zijn mijn grootste vijand. Waarom? Geen idee. Het lastigste is: je wordt bijna dagelijks met vogels geconfronteerd! Sowieso zal ik me op een terrasje altijd langs de kant zetten, zodat ik snel weg kan als er toch eentje komt afgevlogen. Of ik haast me naar het toilet, zodat het niet te veel opvalt. Onlangs ben ik tijdens een gezellig avondje uit zelfs opgestapt. Er waren kippen ontsnapt in de tuin van dat cafeetje en ik hield het gewoon niet uit!”
Ananas
Linde (37): “Ananas vind ik vies in àl zijn vormen. Ik wéét wel dat het me niks doet, maar ik blijf er ver van weg. In de winkel een ananas kopen? No way! Mijn vriend liet me ooit aan de kassa staan omdat hij nog iets moest halen. Daardoor moest ik zijn ananas op de band leggen... zweten! Ik eet het niet, raak het niet aan en kan zelfs niet in dezelfde ruimte zijn als iemand er een snijdt of eet. Ik word er weleens mee geplaagd, ja. Zo staken vriendinnen eens een ananas onder mijn kussen tijdens een weekendje weg. Achteraf kon ik er mee lachen, maar op het moment zelf heb ik vooral heel luid gegild. Onlangs boekte ik wél een kleine overwinning: ik dronk een cocktail met ananas die mijn vriend gemaakt had én ik vond hem lekker.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier