Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Toen ik eindelijk zwanger bleek, was ik dolblij maar ook opgelucht: oef, het is voorbij.'

Yasmina (28) heeft 2,5 jaar moeten proberen om zwanger te worden

De redactie

Yasmina (28) moest 2,5 jaar wachten en veel behandelingen ondergaan om zwanger te worden van Nora (nu 1,5). Ze belandde daardoor in een depressie en durft een tweede kindje niet aan.

‘Voor mij is die weg naar een zwangerschap heel zwaar geweest, zowel mentaal als lichamelijk. Die twee jaar waren hels. Elke maand weer bang afwachten of ik zwanger zou zijn, om dan tóch mijn maandstonden te krijgen en onze hoop te zien vervliegen, ik kon het niet meer aan. Toen ik na die lange lijdensweg eindelijk zwanger bleek, kon ik het even van me afzetten, tot ik na de bevalling opnieuw een klap kreeg en in een depressie belandde. Ik verlangde wel naar een tweede kindje, maar zou ik dat wel aankunnen? Wat als het opnieuw niet zou lukken? We nemen het risico niet en hebben besloten om het bij eentje te laten.’

‘Wat is er mis met mij?’

‘Michaël en ik waren zes jaar samen, woonden hier net een jaar, toen ik aan kinderen begon te denken. Michaël vond het nog wat vroeg: we waren nog volop aan het verbouwen, wat als het meteen prijs zou zijn, dan zaten we met verbouwingen én een kindje? Dat was – ironisch genoeg – zijn grootste angst toen: wat als het meteen lukt? Een jaartje later zijn we er dan toch aan begonnen. Ik was 24, maar ik wilde graag een jonge mama zijn en zeker voor mijn dertigste mijn twee kinderen krijgen. Voor mij was dat het ideaalbeeld: een gezin met twee kinderen.’

Naarmate de maanden verstreken, nam ook de ongerustheid toe.

‘Maar na een jaar was ik nog niet zwanger. Ik probeerde daar niet te veel bij stil te staan en mijn leven te blijven leiden, maar onbewust zit dat toch in je hoofd. Naarmate de maanden verstreken, nam ook de ongerustheid toe. Na een jaar stapten we naar de gynaecoloog. Alles bleek in orde en omdat ik nog jong was, wilde de gynaecoloog nog niet meteen overstappen op inseminatie. Ze zou me wel van nabij opvolgen. Die eerste maanden moest ik mijn cyclus bijhouden, om te kijken of die regelmatig verliep. Dat deed ik vier maanden en ik bleek een perfecte cyclus te hebben. Daaraan lag het dus niet. Na die vier maanden kreeg ik pillen om de eisprong te stimuleren. Die slikte ik zes maanden, maar zonder resultaat. De angst nam ondertussen toe: hoe kon het dat ik nog niet zwanger was? Wat was er mis met mij? Ik voelde ook het effect van de hormonen die ik slikte. Ik was emotioneel en humeurig, voelde me verdrietig.’

De dagen waarop ik mijn maandstonden voelde komen of had, waren de ergste.

‘We waren ondertussen al anderhalf jaar aan het proberen om zwanger te worden, en dat begon op mijn gemoed te wegen. Toen de pilletjes niets opbrachten, stapten we over op injecties met hormonen. Elke maand werd er dan een echo genomen om te kijken of er een eicel klaarzat. Dat was achteraf bekeken de zwaarste periode. Ons leven werd beheerst door onze kinderwens. Je krijgt geen rust, echt élke dag ben je daarmee bezig. Mijn lichaam voelde niet meer als míjn lichaam. De ene dag kon ik er nog de moed inhouden en mezelf oppeppen, maar een volgende dag lukte dat helemaal niet en voelde ik de depressie op de loer liggen. Plots kon de angst ook toeslaan: wat als het ons nooit lukt? De dagen waarop ik mijn maandstonden voelde komen of had, waren de ergste. We hadden het grote geluk dat we zo’n sterke relatie hebben. We konden altijd ons verdriet en onze angsten delen. Voor de rest spraken we er met niemand over. Achteraf gezien hadden we dat misschien beter wel gedaan. We hadden de juiste leeftijd voor kinderen, waren al jaren samen, hadden net verbouwd. Voortdurend vroegen mensen ons wanneer er kinderen zouden komen. Het was pijnlijk om elke keer een antwoord te moeten verzinnen.’

We stoppen ermee

‘Toen ook de injecties niets opleverden, werd beslist om tot inseminatie over te gaan. Michaëls zaad zou bij mij worden ingebracht op het moment van de eisprong. Omdat ik nog hormonen injecteerde, gebeurde het een paar keer dat er drie of meer eicellen klaarzaten. Dan ging de bevruchting niet door, het risico op een meerling was te groot. Ook dat was elke keer een teleurstelling: wéér een maand langer wachten. Uiteindelijk zijn er vijf inseminaties geweest over een periode van acht maanden. Een slopende periode. We wisten ook dat er maar zes pogingen terugbetaald werden, dus na poging vier begon ik al wat te panikeren: wat als we er zes gehad hebben? Gaan we het dan zelf betalen? Gaan we dan stoppen? Proberen we het dan via ivf?’

Waarom lukte het bij hen wél, terwijl ik – na bijna tweeëneenhalf jaar proberen – nog steeds niet zwanger was?

‘Een week na de vijfde poging kondigden vrienden tijdens een feestje aan dat ze een kindje verwachtten. Ik probeerde me goed te houden, maar vanbinnen stortte ik in. Waarom lukte het bij hen wél, terwijl ik – na bijna tweeëneenhalf jaar proberen – nog steeds niet zwanger was? En alsof die ene aankondiging al niet erg genoeg was, vertelde maandag op het werk een collega ook nog eens dat ze zwanger was. Wéér een schep erbovenop. Huilend kwam ik thuis. Op dat moment besliste ik om er, als ik die maand weer niet zwanger zou zijn, mee te stoppen, al dan niet tijdelijk. Ik moest wel, of ik zou in een diepe depressie belanden.’

Aftellen

‘Maar toen ik een paar dagen later mijn maandstonden moest krijgen, kwamen ze niet. Ik durfde niet te hopen. Ik had al vaker in de apotheker gestaan voor een zwangerschapstest, om dan diezelfde dag nog toch mijn regels te krijgen. Dus wachtte ik af. Maar de buikpijn die mijn regels aankondigde, bleef uit, dagen aan een stuk. Toen ik uiteindelijk toch een test durfde te doen, bleek ik zwanger te zijn. We waren dolblij, euforisch... Ik denk dat je een zwangerschap na zo’n lange weg toch anders ervaart. Er is niet alleen de blijdschap van het zwanger zijn, maar ook opluchting: oef, het is voorbij. Na die eerste blije dagen kwam de ongerustheid: stel je voor dat het fout zou gaan en we ons kindje zouden verliezen? We beseften dat dat nog veel erger zou zijn dan alles wat we al hadden meegemaakt. Onbezorgd genieten was er niet bij, ook al had ik een droomzwangerschap. Ik heb echt élke dag van mijn zwangerschap afgeteld tot het moment waarop ons kind levensvatbaar zou zijn.’

‘Ze is genoeg’

‘Die eerste weken na Nora’s geboorte waren heerlijk. Ze was een zalig kind, we kregen veel bezoek, iedereen was meteen verliefd op haar. Maar daarna kreeg ik de terugslag. Het gepieker kwam in alle hevigheid terug: binnenkort moest ik weer gaan werken, Nora moest naar de crèche. Wat daarna? Ik wilde nog een tweede kindje, maar wilde ik dat allemaal nog eens meemaken? Op mijn eerste werkdag kwam plots dat keiharde besef: nee, dat wilde ik niet meer. Zodra ik een voet op de werkvloer zette, kwam alles terug: de angsten die ik er had gevoeld, het verdriet, de zorgen. Ik kon het piekeren niet meer stopzetten, zakte steeds dieper in de put. Michaël begreep het niet: ik had nu het kind waar ik zo naar had uitgekeken. Waarom genoot ik er niet van? Ze is perfect, zei Michaël, en ze is genoeg. Maar ik kon de droom van dat gezinnetje met twee kinderen niet loslaten. En zolang ik niet losliet, bleef de angst.’

Echt opgelucht voel ik me pas sinds Michaël en ik definitief de knoop hebben doorgehakt: er komt geen tweede kind.

‘De huisarts schreef me antidepressiva voor en beetje bij beetje begon ik me beter te voelen. Toch bleef ik terughoudend. Ik liet de deur voor een tweede kind op een kier. Wie weet, ooit... En zolang ik dat deed, bleef die donkere wolk. Echt opgelucht voel ik me pas sinds Michaël en ik definitief de knoop hebben doorgehakt: er komt geen tweede kind. Het is waar: ik ben jong, in theorie kan ik nog tien jaar een kind krijgen. Maar ik heb de deur definitief gesloten. Dat moest voor mijn mentale rust. Er is geen weg terug. Het is meer dan de angst dat het opnieuw niet gaat lukken. Ik weet niet of ik het zou aankunnen, een tweede kindje. Een kind brengt heel veel drukte met zich mee en ik ben mentaal niet weerbaar genoeg. In mijn slechte periode kon ik Nora soms moeilijk om me heen verdragen. Dat vond ik erg: ik wil kunnen genieten van mijn kind.’

Intenser genieten

‘Wanneer mensen ernaar vragen, zeggen we meteen dat we het bij eentje houden. Mensen kijken dan raar, ze verwachten dat niet. Maar als we het uitleggen, begrijpen ze het wel. Ik heb me ondertussen helemaal verzoend met onze beslissing. Dit is ons gezin: het is goed zoals het is. We zullen er wel voor zorgen dat Nora geen gezelschap zal missen, door er altijd voor haar te zijn. En ja, ons huis is voorzien op twee kindjes, maar dat hebben we opgelost door in de tweede kinderkamer een hobbykamer te installeren. Die lege ruimte zien we nu als een pluspunt. Ik geniet met volle teugen van mijn dochter, veel meer dan wanneer ik nu al aan het plannen zou zijn voor een tweede kindje. Je geniet intenser wanneer je weet dat het bij eentje blijft. Ik ben supertrots op haar. Via Snapchat stuur ik foto’s naar al mijn kameraden, op Facebook deel ik alles wat ze kan, elk woordje of geluidje, elke eerste keer leg ik vast, omdat ik weet dat ze ons eerste en ons laatste kindje is. Iedereen mag zien dat we zo van Nora genieten dat we geen tweede kindje nodig hebben om gelukkig te zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '