Loredana, een slechtziende jonge mama, werd maandagavond aangevallen door een vrouw die de zitplaats waarop haar bagage stond, met vuistslagen verdedigde.
‘Als je gisteren op een trein in Brussel toekeek hoe Loredana geslagen werd: schaam je’
Hoe was jouw maandagavond? Die van mij was nogal vreemd, op z’n zachtst gezegd. ‘Schrijnend’ is eigenlijk een beter woord. Mijn geplande, ongetwijfeld gezellige interview met de slechtziende jonge mama Loredana (38) naar aanleiding van de aankomende Week van de Brailleliga maakte namelijk plaats voor een bezoekje aan de Leuvense politie. Loredana werd op weg naar huis in een bomvolle trein aangevallen door een vrouw die vond dat haar bagage recht had op een zitplaats en die plek met meerdere vuistslagen verdedigde.
Maar het was niet de grote schram op haar gezicht, de pijn of de woede waardoor de jonge mama graag klacht wilde indienen bij de politie, al was het maar tegen onbekenden – een onbekende die ze bovendien amper kan beschrijven, gezien haar visuele beperking. Wel de verontwaardiging. De enorme verontwaardiging, die ik een dag later nog steeds hartverscheurend hard op haar gezicht aflees, om het feit dat op een trein tjokvol pendelaars de vrouw tot drie keer toe kon terugkeren om Loredana een klap te verkopen vooraleer één persoon de moed vond haar te verdedigen.
Achteraf is het altijd makkelijk praten, maar ik hoop met elke vezel van mijn lichaam dat ik in dezelfde situatie wél zou tussenkomen, op z’n minst verbaal en indien nodig fysiek. Jij toch ook? In het geval van Loredana bestond er bovendien geen enkele twijfel over wie in de fout was. Bagage op een zitplaats in een overvolle trein moet de grootste frustratie van de gemiddelde pendelaar zijn. Loredana was in haar volste recht toen ze vriendelijk vroeg of ze mocht zitten. Meer nog, ze is een persoon met een beperking, een die bovendien duidelijk zichtbaar is. Of het nu omwille van basisbeleefdheid of de regels van de NMBS is – mensen die het moeilijk hebben om recht te staan, kunnen een voorrangskaart krijgen – een persoon met een beperking heeft áltijd meer recht op een zitplaats. Ik daag je uit om je met een blinddoek voor je ogen staande te houden op een bewegende trein. ‘Als ik rechtsta, is het gewoon gevaarlijk voor de andere reizigers’, verdedigde Loredana zich nog, alsof dat enigszins nodig was.
Niemand stond zijn of haar plaats af aan Loredana, zodat het probleem van de baan was voor het escaleerde. Niemand ging tijdens of na het incident op zoek naar een conducteur. Niemand begeleidde een zwaar aangedane Loredana naar huis, amper tien minuutjes wandelen van het station. Zijn we echt zo egoïstisch geworden als onze grootouders ons verwijten?
Als jij een van de mensen was die maandagavond gewoon toekeek terwijl Loredana aangevallen werd, mag je je schamen. Misschien was je verlamd door de angst of blokkeerde je uit zelfbescherming. Misschien heb je ondertussen spijt dat je niets deed. Of misschien kon het je gewoon geen moer schelen. Wat het ook zij, je mag weten dat je schijnbare onverschilligheid Loredana heel erg heeft gekwetst. De jonge mama vermoedt dat haar aanvaller een persoon met psychische problemen moet zijn geweest. Het feit dat iemand die zomaar mensen aanvalt, vrij rondloopt in onze samenleving, is het gevolg van een pijnlijke problematiek waaraan jij, ik en Loredana niets kunnen veranderen. Maar als medepassagier had je voor Loredana wel een lichtpuntje kunnen zijn, een teken dat het misschien toch nog niet zo slecht gesteld is met die ‘samen’-leving van ons. Dat was je niet. Loredana had kunnen achterblijven met alleen een schram die na een tijdje zou vervagen, maar nu blijft ze achter met een kapot geloof in haar medemens. En dat is zo spijtig.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier