'Soms ben ik bang dat ik mijn kinderen bang maak, door net iets te vaak te zeggen dat ik bang ben.'
‘Toen ik vroeg waarvoor ze bang was, gaf ze een redelijk eenduidig antwoord: voor alles’
Nele is twee jaar geleden mama geworden en doet het daarom of desondanks nóg eens allemaal opnieuw! Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Soms ben ik bang dat ik mijn kinderen bang maak, door net iets te vaak te zeggen dat ik bang ben. Lees die zin gerust nog eens opnieuw. Op één dag kan ik bang zijn dat het brood op is, dat de kleurpotloden kwijt zijn en dat het gaat regenen. Het is een manier om te zeggen dat er iets is wat verder nadelige gevolgen kan hebben, want niets van dat alles heeft met echte angst te maken. Ik ben namelijk niet echt bang, het is gewoon mijn manier van meedelen. Een kwestie van formulering. Soms gebruik ik wel synoniemen, dan zeg ik dat ik vrees dat het brood op is, de kleurpotloden kwijt zijn en dat het gaat regenen, maar dat maakt niet veel verschil. De boodschap blijft dezelfde, net zoals de negatieve bijklank.
Toen mijn driejarige kleuter ’s avonds in haar bed plots begon te huilen omdat ze naar eigen zeggen ook bang was, wist ik dat ik daar mogelijk verantwoordelijk voor was. En dat ik haar in de eerste en de baby in de tweede plaats nu al voor een groot deel verpest heb. Want ze zijn bang. Ook al is het goed om af en toe eens angst te ervaren, aangezien angst dienstdoet als een prima overlevingsmechanisme. En overleven willen we toch allemaal? Toen ik vroeg waarvoor ze bang was, gaf ze een redelijk eenduidig antwoord: voor alles. Niet enkel voor het donker of de imaginaire monsters onder haar bed, niet voor de nachtelijke geluiden die van buiten in haar kamer komen echoën, niet eens enkel van die akelige pop op haar nachtkastje waarvan ik zelf elke keer schrik als ik ze zie. Nee. Ze was bang van alles.
Op één dag kan ik bang zijn dat het brood op is, dat de kleurpotloden kwijt zijn en dat het gaat regenen.
Ik wilde haar troosten door uit te leggen dat het oké was om bang te zijn, maar dat haar gedachten geen feiten zijn. Via een omweg zou ik dan komen tot het punt dat angsten ook gedachten en dus geen feiten zijn, maar ik was bang dat die uitleg te complex ging worden. Het zou hoogstens een verdienstelijke poging zijn.
We praatten een tijdje en uiteindelijk kwam het eruit: ze was bang om alleen te zijn. Ik wilde haar mijn plaats in de rij afstaan, want die angst hebben we waarschijnlijk allemaal weleens, op een of andere manier. Dus ik deed mijn uiterste best om haar gerust te stellen, door te stellen dat ze nooit alleen zal zijn. Zelfs niet als ik er niet ben. Ik was dan ook erg bang dat ik de nacht zou moeten doorbrengen naast haar, op de kussens van de zetel. ‘Mag mama nu ook naar haar bedje gaan?’ vroeg ik na een veel te lange monoloog, alsof het normaal was om daar of zelfs voor eender wat toestemming te vragen aan een driejarige. Haar antwoord stelde me gerust, want ze had het allemaal heel duidelijk begrepen toen ze zei: ‘Ik ben bang van niet.’
Meer columns van Nele:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier