'Zo'n bumpersticker is een soort van kennisgeving van de mogelijke mentale staat van de bestuurder: niet goed.'
‘Baby aan boord? Dat betekent een zwaar slaaptekort en geen besef dat je 100 kilometer per uur rijdt waar je 120 kilometer per uur mag.’
Nele is twee jaar geleden mama geworden en doet het daarom of desondanks nóg eens allemaal opnieuw! Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
‘Baby aan boord.’ Of: ‘Egon rijdt mee.’ Het zijn maar twee van de vele autostickers die ik de laatste tijd onderweg ben tegengekomen. Begreep ik tot voor kort helemaal niets van, van die stickers op achterruiten. Alsof ik niet met 120 kilometer per uur in je gat rij als er een baby bij je in de auto zit, en anders wel. Al rijdt iemand rond met vijf baby’s of tien kartonnen dozen op je achterbank, daar heb ik toch helemaal geen zaken mee? Je hoeft je hele leven toch niet te vertellen wanneer je snel de auto neemt om een brood te gaan kopen? Ik kleef toch ook geen stickers op mijn auto? ‘Handtas vergeten.’ ‘Last van PMS.’ ‘Gehaast.’ ‘Zwakke bekkenbodemspieren en een volle blaas.’ Al die dingen dacht ik telkens wanneer ik bumperkleefde om ook effectief te kunnen lezen wat er op die sticker stond.
Die dingen deden me overigens ook denken aan die stickers die weleens op fietsen worden gekleefd: ‘Weer een auto minder.’ Mogelijk de meest overbodige sticker, want iedereen ziet heus wel dat jij op een fiets en niet in een auto zit. En afgaande op je rijstijl had je beter de bus genomen, als je het mij vraagt. Maar niemand vraagt het me, dus ik zwijg en vloek binnensmonds terwijl ik ’s nachts in bed googel naar autostickers met daarop de boodschap: ‘Laat mij met rust, het is toch allemaal al moeilijk genoeg.’ Vooralsnog niet gevonden, trouwens.
Al rijdt iemand rond met vijf baby’s of tien kartonnen dozen op je achterbank, daar heb ik toch helemaal geen zaken mee?
Nadat iemand me nogal agressief de pas had afgesneden op de autostrade – terwijl ik net een supermarktbezoek met een brullende kleuter achter de rug had en dus met diezelfde brullende kleuter in de auto zat –, begreep ik het plots allemaal. Die stickers zijn een uitgestoken hand, een vraag om begrip van een ploeterende ouder aan de rest van de wereld. Baby aan boord? Dat betekent een zwaar slaaptekort en geen besef dat je 100 kilometer per uur rijdt waar je maar 120 kilometer per uur mag. ‘Egon rijdt mee’? Synoniem voor: ‘Geef me gewoon die voorrang van rechts, want Egon is een koppig rotzakje dat me tot waanzin drijft, dus laat me even ritsen.’ Het is allemaal zo logisch nu. Het is een soort van kennisgeving van de mogelijke mentale staat van de bestuurder: niet goed. En dat moet geweten zijn!
Ik probeer maar steeds mijn wallen weg te plamuren en oversized kleding te dragen om dat penske en die billen te verhullen. Om te doen alsof er helemaal niets gebeurd is! Fuck it. Vanaf nu draag ik enkel nog jassen met volgende opdruk op de rug: ‘Kleuter van 2,5 jaar en baby van vijf maanden.’ Dat ze dan nog eens met hun winkelkar tegen mijn hielen rijden! Lang verhaal kort: zie je iemand op de baan met een kindgerelateerde autosticker? Read the signs en laat die mensen dan gewoon met rust. Het is toch allemaal al moeilijk genoeg.
Meer columns van Nele:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier