De oorlogsfilm over het bezette Antwerpen is nu te zien in de bioscoop!
Annelore Crollet (35) speelt Yvette in ‘Wil’: ‘Voor mij is acteren mijn grootste manier van self-care’
Heavy maar meesterlijk, zo kan ‘Wil’, de nieuwe film van Tim Mielants, in een notendop omschreven worden. Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog in het bezette Antwerpen. Annelore Crollet (35), bekend van onder andere ‘13 Geboden’ en ‘Familie’, speelt de vrijgevochten Yvette: ‘Als ik niets te doen heb, word ik zot en gaat mijn eigenwaarde naar beneden.’
Wat is de essentie van ‘Wil’?
‘”Wil” speelt zich af in het bezette Antwerpen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hetgeen wat de film cool maakt, is dat we de situatie zien door de ogen van jonge mensen die gewoon proberen te overleven. Je ziet hoe hun jeugd wordt afgepakt en ze plots onmogelijke keuzes moeten maken. Het is echt leven op het scherpst van de snede.’
Waarom wou je hier graag aan meewerken?
‘Ik kan me niet inbeelden dat ik nee zou gezegd hebben op dit project, omdat het zo belangrijk is om dit soort extreme situaties vertellen en omdat het er ook voor zorgt dat ik wat dieper in mezelf ga graven. Als acteur speel ik namelijk graag met alles wat in mij zit. Er komt dus niet alleen veel drama en emotie bij kijken, maar ook aardig wat zelfreflectie. Ik wil een personage opbouwen, het leren kennen en het begrijpen. Daarom hou ik zo van acteren. Wanneer ik aan een project begin of een tekst lees, wil ik weten waarom een personage is hoe die is. Ik wil alle kanten proberen te begrijpen van die persoon en weten waarom die op een bepaalde manier handelt. Ik vind acteren een onderzoek naar mens zijn en dat vind ik ongelofelijk boeiend.’
Soms kan iets je gewoon overvallen tijdens het spelen en dat vind ik zalig.
Hoe heb je je voorbereid op de rol?
‘In de film spreken we plat Antwaarps, dus daar hebben we coaching voor gevolgd. Ik vind talen en de geschiedenis ervan heel boeiend en dacht dat ik al redelijk plat sprak, maar het bleek dan toch meer Boechouts te zijn dan Antwerps. In de film zit ook een groot dansfeest, dus daarvoor hebben we danslessen uit die tijd gevolgd. Ik bekeek documentaires over het verzet en heb me verdiept in het boek “1942” van Herman van Goethem. Dat boek is geschreven in dagboekvorm en gaat bijvoorbeeld dieper in op wat er in Antwerpen gebeurd is met de politie in WOII. Als laatste heb ik ook een paar vrouwen bezocht in het rusthuis die de Tweede Wereldoorlog zelf meegemaakt hebben. Het deed hen deugd om erover te praten en voor mij was het heel boeiend. Het hielp mij ook om een mens van vlees en bloed te creëren en geen cliché personage.’
Als kijker is het best een zware film. Heb je dat tijdens het filmen ook ervaren?
‘Bepaalde scènes waren inderdaad zwaar. Op die momenten moest ik diep gaan, maar het voelt vaak net heel bevrijdend om die intense gevoelens toe te laten. En het blijft natuurlijk acteren, je maakt die dingen niet echt mee. Het coole is wel dat Tim (Mielants, regisseur, red.) ons begeleidde om zijn visie duidelijk te maken, en dan gebeurde het wel soms dat er plots iets naar bovenkwam en ik dacht: wow, ik heb hier iets gedaan en ik weet niet van waar dit komt. Soms kan iets je gewoon overvallen tijdens het spelen en dat vind ik zalig. Ik denk dat het vooral voor Stef elke dag intens was. Dat is wel knap.’
Er waren dus zware draaidagen. Deed je dan ook aan self-care tussendoor?
‘De beste zelfzorg voor mij op dat moment is zorgen dat ik goed voorbereid ben, dus ik was wel veel met de opnames bezig. Dat is iets dat ik al van in het middelbaar heb, ik wil altijd alles zo goed mogelijk kennen zodat ik mezelf achteraf niets kwalijk kan nemen. Gelukkig vonden de opnames in de zomer plaats en kon ik af en toe afspreken met vrienden. En uiteindelijk blijft acteren de beste zelfzorg voor mij, want ik word zot van niets doen. Dan gaat mijn eigenwaarde naar beneden en voel ik me nutteloos. Laat mij dus maar doen wat ik het liefste doe.’
Ze willen uitzoeken wat ze willen in het leven en fouten kunnen maken, maar in oorlogstijden hebben mogelijke fouten natuurlijk grotere gevolgen dan nu.
Waren er ook leuke scènes om te spelen?
‘Het dansfeest! Honderden figuranten, kledij van toen en het dansen met die camera rond je… Ik dacht toen: Annelore, dit maak je waarschijnlijk maar één keer in je leven mee, geniet ervan. De scène op de zolderkamer was ook keileuk om te spelen! Die hebben we gefilmd op een kleine zolder in Polen. Wat ik zo mooi vind aan het verhaal is dat het om drie jongeren draait die eigenlijk gewoon jong willen zijn. Ze willen uitzoeken wat ze willen in het leven en fouten kunnen maken, maar in oorlogstijden hebben mogelijke fouten natuurlijk grotere gevolgen dan nu.’
Wat vond je de grootste uitdaging aan deze rol?
‘Ik ben een piekeraar en een doemdenker, dus ik had soms wel last van imposter syndrom. Dan dacht ik: oei, nu ga ik door de mand vallen en gaan ze denken: wat hebben wij in huis gehaald? Door erover te praten merkte ik dat er wel meer acteurs dit gevoel herkennen (lacht). En als ik geconcentreerd aan het spelen was, stopten die gedachten ook wel. Ik bleef dus gefocust tijdens het acteren, maar achteraf vroeg ik me wel eens af of ik niets verkeerd had gedaan en of ik het wel goed deed. Al heb je dat wel in elke nieuwe situatie of nieuwe job. Op die momenten is het fijn om omringd te worden door warme mensen die je begrijpen en steunen. Ik heb mij tijdens de opnames nooit alleen gevoeld.’
Hoe zou je Yvette omschrijven en hoe heb je je in haar ingeleefd?
‘Ze is best een extreem personage. Ze is moreel, voelt alles heel intens en kan bepaalde situaties daarom ook moeilijk aanvaarden. Ik heb Yvette dus voor de helft verzonnen alsof ze een verhaaltje is, maar met een paar invloeden van mijn eigen persoonlijkheid in. Ik kon haar niet als mezelf spelen, want ik denk niet dat ik zo extreem ben. Al weet je natuurlijk nooit hoe je in bepaalde situaties gaat reageren. Maar door op zoek te gaan naar delen van haar in mij, werd het een heel intens personage om te spelen. Dat vind ik zalig.’
De tijd van de Tweede Wereldoorlog is een periode waar volgens mij niemand naar terug wil. Wat is een periode die jij eventueel wel eens zou willen meemaken?
‘(Lacht) een paar weken geleden was ik nog met een paar vrienden aan het praten over welke periode we elkaar in zagen leven. Dat was leuk om over na te denken. Het is zo cliché, maar het idyllische voor mij zouden de jaren 60 en 70 zijn in New York. Alles leek toen meer underground dan nu, zoals feesten. Al lijkt dat waarschijnlijk ook maar idyllisch, want ik denk dat het in werkelijkheid verschrikkelijk was. Ik denk dat jongeren zich toen heel erg moesten afzetten tegen hun familie. Dat was waarschijnlijk helemaal niet zo fantastisch als ik het mij inbeeld. Mijn vrienden zeiden tijdens dat gesprek trouwens dat ze mij wel in een kasteel in de tijd van koning Lodewijk zien rondparaderen. Dat was waarschijnlijk ook echt een verschrikkelijke tijd, maar ik zou het niet erg vinden om eens zo’n kleed aan te trekken, mijn haar zo te doen en mijn gezicht te veel te poederen. Aan de andere kant lijkt het me dan weer niets om me maar één keer per maand te wassen. Maar spelen in zo’n film zou mij dus wel aanspreken.’
Je volgt het verhaal van mensen van vlees en bloed en het is gewoon een f*cking spannende film, punt!
Vind je vreemd om jezelf te zien op groot scherm?
‘Tuurlijk, ik denk dat iedereen dat wel heeft. Je ziet altijd wel kleine dingen die je achteraf anders had willen doen. Maar tegelijkertijd kan ik even goed denken: ik heb het best goed gedaan! Al heb ik dat wel moeten leren. In ‘Wil’ lukt dat iets beter omdat ik er dankzij het kostuum, het haar en de make-up helemaal anders uitzie en omdat ik uiteindelijk maar een schakel ben in het grote verhaal. Deze film sleurt je gewoon mee vanaf de eerste seconde. Dus ik kan wel kritisch zijn op mezelf, maar uiteindelijk draait het om dat geheel.’
Het is niet bepaald fun friday night movie. Waarom moeten mensen toch ‘Wil’ gaan kijken in de bioscoop?
‘Het hoeft niet altijd fun te zijn, toch? Uiteindelijk moet kunst, en in dit geval film, vooral iets bij je teweegbrengen. Het leven is niet altijd leuk, dus een film hoeft dat ook niet te zijn. “Wil” neemt je mee en brengt je naar het puntje van je stoel, maar geeft je wel een figuurlijke klap in je gezicht. Doet het je bij de aftiteling stilvallen, wil je erover praten of ben je gewoon blij dat je ‘m gezien hebt? Dat is allemaal oké. Iets dat je aan het denken zet of je iets doet voelen, is niet goed of fout. Er wordt ook zo goed gespeeld! Het zijn acteurs die je kent, maar bijna niet herkent door hun transformatie. Er is super veel werk gestoken in de looks, die ook echt gebaseerd zijn op foto’s van mensen die leefden in 1942. Voeg daar nog een indrukwekkend decor en dito kostuums aan toe, en je krijgt een tafereel dat bijna op een schilderij lijkt. Dat gezegd zijnde: “Wil” is soms toch ook fun. Er zit liefde en vriendschap in. Het is geen ver-van-mijn-bedshow. Je volgt het verhaal van mensen van vlees en bloed en het is gewoon een f*cking spannende film, punt!’
‘Wil’ is nu te zien in de bioscoop.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier