'Het is makkelijk om geld te storten aan een organisatie, maar je handen vuilmaken is nog een heel ander gegeven.'
Topmodel Cesar Casier (33) trok als vrijwilliger naar Namibië: ‘Die ervaring maakt je leven zoveel rijker’
Ter ere van Week van de Vrijwilliger, lichten we elke dag een (ex-)vrijwilliger uit die zijn/haar/hun verhaal vertelt, om zo het belang van vrijwilligerswerk en solidariteit extra in de verf te zetten. Topmodel en ondernemer Cesar Casier (33) trok onlangs naar Namibië om zich in te zetten voor de lokale bevolking.
Als internationaal topmodel en ontwerper van 100 % Belgische knitwear heeft Cesar Casier zijn handen meer dan vol. Toch besloot hij in oktober vorig jaar zijn hometown Gent in te ruilen voor het prachtige Namibië. Niet om er aan het zwembad van een exclusief resort uit te rusten. Wel om er de handen uit de mouwen te steken en zorg te dragen voor de natuur én de locals, die er vaak nog in de grootste armoede leven. ‘Een onvergetelijke ervaring die me tot op de dag van vandaag nog een warm gevoel bezorgt’, aldus Cesar.
Vijf weken je drukke agenda blokkeren om vrijwilligerswerk te verrichten aan de andere kant van de wereld. Van waar die beslissing?
‘Ik had net een break-up achter de rug en had moeite met die te verwerken. Ik werkte bijgevolg non-stop en ging ook veel uit om niet met mijn emoties geconfronteerd te worden. De snelheid waaraan ik leefde, werd me teveel, dus trok ik de stekker eruit. Oorspronkelijk wilde ik graag naar Thailand voor een mindfulness retreat, maar door corona bleven de grenzen er dicht en viel dat plan in het water. Afrika heeft me daarentegen altijd aangesproken. Voor opdrachten vertoefde ik al meermaals in Kaapstad, maar het échte Afrika was me tot dan toe nog onbekend. Na wat research botste ik op Naankuse Foundation, een liefdadigheidsorganisatie in Namibië waar ook Angelina Jolie als ambassadrice haar schouders onder zet. Het leek me fantastisch om op m’n eentje naar het land te reizen en er iets terug te kunnen geven aan anderen.’
De eenzaamheid die je er misschien zou ervaren, schrikte jou dus niet af?
‘Nee, want dat was wel een beetje het doel: op mezelf zijn, weg van mijn vertrouwde leventje. ‘s Avonds in mijn tent had ik bijvoorbeeld de tijd om na te denken over de dingen die rondom mij gebeurden. Dat gaf me echt rust. Ik had ook maar twee uurtjes per dag internet, een uurtje ‘s ochtends en een uurtje ‘s avonds, wat maakte dat ik niet voortdurend wegvluchtte naar social media en echt met mezelf geconfronteerd werd. Uiteindelijk heb ik wel een paar dingen gedeeld op mijn Instagram Stories. Ik had me in België voorgenomen om dat niet te doen, maar ik vond dat mensen moesten zien hoe de wereld daar was.’
Ik voelde me lastig als ze naar mijn uurwerk keken, omdat het prijskaartje daarvan waarschijnlijk gelijk staat aan hun jaarloon.
Hoe vulde je je dagen in Namibië?
‘De meesten trekken naar Namibië om er de wilde dieren te verzorgen: een verstoten leeuwwelp opvoeden zodat het in de wildernis kan overleven, een giraf met een gebroken poot helpen... Ik gaf voornamelijk Engelse les aan de kinderen in het dorpsschooltje. Mijn dag startte om 6u30, waarna ik ontbeet. Van 8u tot 15u stond ik dan vooraan het klaslokaal. Het was waanzinnig hoe vlot het contact met die kleintjes verliep. De liefde en dankbaarheid die je van hen terugkrijgt, is onwaarschijnlijk.’
‘Tijdens mijn verblijf ben ik ook nog naar twee andere organisaties gegaan, wat verder van de hoofdstad Windhoek. Ik wilde zoveel mogelijk van het land zien en ervaringen opdoen. Zo heb ik een week in een ziekenhuis gewerkt waar ik mensen met hiv, tbc of corona hielp. Al is “ziekenhuis” een groot woord. Het was een simpel huisje onderverdeeld in twee kamers waar ik dan hun bloeddruk, koorts en gewicht controleerde. Twee keer per week kookten we ook voor de mensen uit het dorp. Op het menu: pasta met een saus op basis van instantsoep die dan aangelengd werd met bouillon van beenderen. Niet echt smaakvol eten, en toch stonden mensen er volop voor in de rij aan te schuiven. Op blote voeten en met een lege plastic cola fles dat dan als bord fungeerde. Dat was echt hartverscheurend om zien. Je beseft dan pas dat ze werkelijk niks hebben.’
Voelde je je soms schuldig dat jij het zo goed hebt?
‘Goh niet echt, omdat onze werelden gewoon mijlenver uit elkaar liggen. Wij leven in een wereld waar alles heel snel vervangbaar is, maar zo zit de Westerse samenleving nu eenmaal in elkaar. Omgekeerd zouden zij ook leven naar hoe de wereld in elkaar zit. Wel voelde ik me soms lastig als ze naar mijn uurwerk keken, omdat je dan beseft dat het prijskaartje daarvan waarschijnlijk gelijk staat aan hun jaarloon. Dat neemt niet weg dat het goed was om daarmee geconfronteerd te worden en te beseffen dat anderen het veel slechter hebben. Zeker voor mij die, let’s be honest, door mijn job in een glamoureuze wereld leeft.’
Je kreeg dus niet spontaan de drang om de inhoud van je koffer achter te laten?
‘Ik weet dat sommigen dat doen, maar de organisatie benadrukte dat dat niet altijd het beste idee is. Zo creëer je namelijk een bepaald verwachtingspatroon telkens er toeristen zijn. Je moet de mensen hun leven laten leiden en hen hulp aanbieden als ze daar om vragen. Ik ben wel een keertje naar de winkel geweest om de kinderen te verwennen met cola en lolly’s. Die grootse glimlach die je dan op hun gezichtjes ziet, is onbetaalbaar.’
Niemand kan mij deze unieke ervaring afnemen en ik heb er wel veel liefde en rust gevonden.
Wat is jouw allermooiste herinnering?
‘Op een dag liepen we door het dorp toen we in de verte plots twee auto’s geparkeerd zagen. Door de geluidsboxen weerklonk er Afrikaanse muziek en enkele mannen waren er volop aan het dansen. Ik ben er gewoon naartoe gelopen en heb enthousiast meegedaan. Dat was echt de max. Weet je, de mensen mogen er dan wel in sloppenwijken wonen, maar ze maken er hoe dan ook het allerbeste van. Dat was zo mooi om zien. Alle vrijwilligers kikkerden er van op na een zware en emotionele dag.’
Had je veel steun aan de andere vrijwilligers?
‘Ja, absoluut. Ik schrok er wel van hoeveel jonge mensen er vrijwilligerswerk verrichten. Velen zijn tussen de 18 en 20 jaar oud en nemen een sabbatjaar tussen hun studies. Maar er waren ook net zo goed gepensioneerden aan de slag. Ik kreeg er soms een heel groot scoutsgevoel. ‘s Avonds was er standaard een kampvuur, op vrijdag een barbecue... Het was een wereld die ik eigenlijk niet echt kende. Heel basic, maar echt een topervaring. Ik wil eigenlijk graag nog eens terug.’
Leef je nu anders door je liefdadigheidswerk?
‘Op het vliegtuig huiswaarts had ik mezelf voorgenomen om niet meer zoveel hooi op mijn vork te nemen, maar ik zit ondertussen weer volledig in mijn oude ritme. Maar bon, niemand kan mij deze unieke ervaring afnemen en ik heb er wel veel liefde en rust gevonden. Dat is ook het mooie aan liefdadigheidswerk: dat je op één of andere manier ook voldoening en een geluksgevoel krijgt. Ik denk ook dat iedereen dit een keertje gedaan moet hebben in z’n leven. Het is makkelijk om geld te storten aan een organisatie, maar je handen vuilmaken is nog een heel ander gegeven. Die ervaring maakt je leven zoveel rijker.’
Mocht je geen model of ondernemer geworden zijn, zou een job in de sociale sector dan iets voor jou geweest zijn?
‘Nee, dat denk ik niet. Ik ben wel sociaal en ik ben absoluut een luisterend oor voor mijn vrienden, maar ik denk niet dat ik het emotioneel zou aankunnen om bijvoorbeeld in een ziekenhuis te werken. Het modellenwerk en ontwerpen is me gewoon op mijn lijf geschreven. Ik doe mijn job ontzettend graag en ik steek er veel liefde en passie in.’
Lees ook:
- Steffi (29) is vrijwillige brandweervrouw: ‘De combinatie met een fulltime job kan best pittig zijn, maar ik zou het niet meer kunnen missen’
- Corentine (27): ‘Ik wilde met vrijwilligerswerk iets bijdragen op een plek waar ze niet dezelfde privileges hebben als hier’
- COLUMN: ‘Vrijwilligerswerk is geen onbetaald werk, het is eerder onbetaalbaar werk’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier