Emma is slachtofferbejegenaar bij politiezone Schelde-Leie.
Emma (23): ‘Ik ben diegene die families inlicht wanneer hun dierbare overleden is door de gevolgen van een noodlottig ongeval’
Geen mens krijgt graag slecht nieuws op zijn bord en niemand brengt zo’n boodschap met plezier over, maar iemand moet het doen. Emma (23) is slachtofferbejegenaar bij politiezone Schelde-Leie en zo ook professionele slechtnieuwsbrenger.
Emma: ‘Sinds de zomer van 2021 ben ik werkzaam als burger bij de politie, als assistente bij de lokale recherche en onthaalmedewerker. Een interessante functie, maar desondanks kon ik nog een extra uitdaging gebruiken en die vond ik in slachtofferbejegening. Ik vind van mezelf dat ik empathisch ben en een boodschap op een professionele en correcte manier kan overbrengen, maar voor de kogel definitief door de kerk was, liep ik eerst mee met een aantal al gebrevetteerde collega-slachtofferbejegenaars. Daardoor zag ik vanaf de zijlijn hoe ze het verschil betekenen voor hun medemens, hoe ze een persoon bijstaan in het oog van een storm en ervoor zorgen dat ze zich – ondanks de penibele situatie – toch comfortabel bij hen voelen. En die rol wilde ik ook graag opnemen, dus besloot ik om een interne opleiding te volgen om aan de slag te kunnen gaan als slachtofferbejegenaar bij de politie.
Bloednerveus
De meeste mensen weten niet wat zo iemand doet. Enerzijds vangen we betrokkenen van verkeersongevallen op en staan we slachtoffers van kleine en grote misdrijven bij, maar we zorgen ook voor crisisopvang van kinderen en jongeren in verontrustende opvoedingssituaties. Ook wanneer mensen ter plaatse komen in ons politiekantoor proberen we steevast de juiste hulpverlening aan te reiken en hebben we altijd een luisterend oor als ze behoefte hebben aan een gesprek.
Maar daarnaast ben ik ook de persoon die je ’s nachts in geen geval aan je voordeur wil hebben, want ik ben diegene die families inlicht wanneer hun dierbare overleden is door de gevolgen van een noodlottig ongeval, diegene die meedeelt dat hun kind, ouder, broer of zus jammer genoeg niet meer naar huis komt. Het moment dat ik aanbel, ben ik nog steeds bloednerveus, net omdat ik me ervan bewust ben dat ik mensen hun wereld een minuut of twee later laat instorten.’
Het moment dat ik aanbel, ben ik nog steeds bloednerveus, net omdat ik me ervan bewust ben dat ik mensen hun wereld een minuut of twee later laat instorten.
Met een bom voor de deur
‘Binnen onze permanentie komen we in aanraking met verschillende situaties, gaande van bijstand aan families naar aanleiding van een ongeval met lichamelijk letsel of dodelijke afloop tot bijstand aan familie en/of vrienden die net een dierbare verloren aan de gevolgen van zelfdoding. Gemiddeld worden onze diensten drie keer per maand opgeroepen om slecht nieuws te melden. Zo’n boodschap overbrengen is een loodzware verantwoordelijkheid. Er is geen gouden leidraad, maar het komt erop neer om niet rond de pot te draaien. Je staat als het ware met een bom voor de deur die je zo snel mogelijk moet laten afgaan.
Daarom komen we na het vaststellen van de feiten zo snel mogelijk ter plaatse, want het zal jouw familielid maar zijn op wie je met een bang hartje zit te wachten. Bovendien verspreidt zulk nieuws zich door sociale media en de pers als een lopend vuurtje, wat te vermijden is als een familie nog niet persoonlijk werd ingelicht. Mijn collega’s en ik proberen dat altijd voor te zijn, maar af en toe worden we in snelheid gepakt…
Bovendien verspreidt zulk nieuws zich door sociale media en de pers als een lopend vuurtje, wat te vermijden is als een familie nog niet persoonlijk werd ingelicht.
Het is niet de bedoeling dat ik mijn werk mee naar huis neem, maar de realiteit is soms wel anders. Ik ben iemand die voldoende moet ventileren en reflecteren. Daarom klop ik na elke melding aan bij mijn collega’s. Dat zorgt ervoor dat ik mijn hart kan luchten en tegelijk krijg ik tips en raad mee voor de volgende keer dat ik slecht nieuws moet verkondigen.
Dankbaar
Maar het is ook een enorm dankbare functie. Het gebeurt weleens dat ik personen bij wie ik ooit een slechtnieuwsmelding deed tegenkom op een ander moment en zij me spontaan komen bedanken dat ik er toen voor hen was. Niemand hoeft mij daarvoor te prijzen. Ik doe maar mijn job, al geeft dat een gevoel van voldoening, want dat betekent dat ik die verschrikkelijke boodschap op een warme en menselijke manier heb overgebracht. Door dit te doen leer ik te relativeren en kom ik in situaties terecht die me anders naar bepaalde dingen doen kijken.
Ik merk dat ik voorzichtiger ben geworden door alles wat ik hoor en zie. Sinds mijn eerste melding vraag ik bijvoorbeeld altijd aan mijn vriend om mij een berichtje te sturen als hij veilig en wel op zijn bestemming is geraakt.
Sinds mijn eerste melding vraag ik bijvoorbeeld altijd aan mijn vriend om mij een berichtje te sturen als hij veilig en wel op zijn bestemming is geraakt. Ik merk dat ik voorzichtiger ben geworden door alles wat ik hoor en zie. Ik zou het waarschijnlijk zelf maar moeilijk kunnen geloven mocht een van mijn collega’s op een dag met zo’n boodschap aan mijn deur staan. Dat is ook mijn allergrootste nachtmerrie, want je weet automatisch dat het niet zal zijn om over koetjes en kalfjes te praten. Maar mocht het ooit gebeuren, dan weet ik dat ik in goede handen ben.’
Tekst: Marijke Clabots
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier