'Door het een en ander uit handen te nemen en ruimte te maken voor ouders om te groeien, gebeurt die landing in het ouderschap wat zachter.'
Week van de Kraamzorg: ‘Tijdens de coronaperiode waren wij voor sommigen het enige aanspreekpunt’
Als kersverse ouder, komt er bij het verwelkomen van je baby’tje naast liefde en vreugde, misschien ook wel een heleboel stress kijken. Doe ik het wel goed? En wat heeft mijn kleine spruit nodig? Hou ik ze wel goed vast? Ter ere van Week van de Kraamzorg, spraken wij met Hilde Stevens (36), kraamverzorger bij Ferm, over haar beroep, wat het met haar doet en waarom het zo belangrijk is voor nieuwe ouders.
Hilde heeft al een lange carrière als kraamverzorger achter de rug en doet haar beroep nog steeds met hart en ziel. Ze leerde kraamzorg dan ook kennen wanneer ze zelf beviel van een kindje en wat extra hulp inschakelde thuis. ‘Bij de geboorte van mijn jongste heb ik zo’n warm gevoel overgehouden aan kraamzorg, dat ik datzelfde gevoel ook in andere gezinnen wilde brengen’, legt Hilde uit. Zo gezegd, zo gedaan. Want ze legde haar beroep als kapster neer en schoolde zich in 2009 om tot verzorger. Toen ze dan stage mocht lopen, werd het helemaal duidelijk: kraamzorg was écht voor haar weggelegd.
Gemakkelijke start
Wat Hilde precies kan betekenen voor kersverse ouders? ‘Wij zorgen in de eerste plaats voor de baby en het mentaal welzijn van de mama. Wat de baby betreft, zorgen wij voor het geven van badjes, flesjes en het wegen. Maar we ondersteunen mama’s ook bijvoorbeeld met borstvoeding. Zowat alle niet-medische aspecten die komen kijken bij het verzorgen van je kleintje, daarin helpen we een handje,’ aldus Hilde.
Ik probeer jonge ouders vooral het gevoel te geven dat ze mogen groeien als ouder. Dat ze fouten mogen maken en daaruit mogen leren.
Maar daar blijft het niet bij: ‘We ondersteunen het volledige gezin, dus staan ook in voor huishoudelijke taken zoals wassen, strijken, koken, boodschappen halen en een gezonde maaltijd op tafel zetten. Zo geven we ouders een gemakkelijkere start in het ouderschap en vinden ze meer tijd voor het verzorgen van zichzelf én hun baby,’ zegt Hilde. ‘Je ziet dat dat enorm geapprecieerd wordt, en dat is fijn.’ Moest er dan toch een medisch issue opkomen, kan Hilde snel inspringen: ‘Bij problemen zoals een borstontsteking, kunnen wij kort op de bal spelen wanneer we er zijn. Zo voorkomen we dat die weken aansleept.’
‘Ik kan dat wel!’
Maar naast verzorgende en huishoudelijke ondersteuning, hecht Hilde evenveel belang aan de mentale gezondheid van mama’s en papa’s. ‘Ik probeer hen eerst vooral gerust te stellen en hen het gevoel te geven dat ze mogen groeien als ouder. Dat ze fouten mogen maken en daaruit mogen leren, want daar is niets abnormaal aan. Er wordt zo vaak gezegd wat je wel en niet mag doen als ouder. Maar laat hen op hun eigen tempo groeien, ze mogen er op hun eigen manier zijn,’ motiveert Hilde.
Door het een en ander uit handen te nemen en ruimte te maken voor ouders om te groeien, gebeurt die landing in het ouderschap wat zachter.
Helaas merkt ze ook dat sommige mama’s het moeilijk vinden om hulp te vragen: ‘Mama’s zeggen me vaak: ‘Ik kan dat wel!’ Maar daar heeft het niets mee te maken. Integendeel, ik ben er zelfs van overtuigd dat ze dat allemaal wel gaan kunnen. Het gaat eerder om het feit dat kraamzorg jouw proces als ouder vergemakkelijkt.’ En dat zou een positievere ervaring van de kraamtijd in de hand werken. ‘Wanneer wij er zijn, merk ik dat ouders rustiger zijn. Zo blijf je weg van al die moetjes en laat je alles zijn zoals het is. Just go with the flow.‘
Meer papa’s betrokken
Hoewel sommige ouders wat moeite hebben met hulp in te schakelen, merkt Hilde toch een toename in aanvragen de laatste jaren. ‘Kraamzorg wordt meer bekend. Vooral sinds de coronaperiode, want toen waren ouders meer thuis en waren wij voor sommigen van hen het enige aanspreekpunt. Dat terwijl de grootouders niet op bezoek mochten komen. En dat maakte dat ook meer papa’s werden betrokken bij de kraamtijd, waardoor ik nu merk dat ze meer vragen durven stellen wanneer ik langskom. Ze willen ook mee het badje of de fles kunnen geven en zijn bereid om te leren. Dat is zo fijn om te zien.’
Zo hoopt ze dan ook dat meer mensen kraamzorg zullen inschakelen in de toekomst, zowel voor het belang van het kindje, als die van de ouder. ‘Door het een en ander uit handen te nemen en ruimte te maken voor ouders om te groeien, gebeurt die landing in het ouderschap wat zachter. En dat vind ik zo heerlijk aan mijn job. Jonge ouders bijstaan en hen zien groeien, daar krijg ik een warm gevoel van. In elk gezin telkens opnieuw’, aldus Hilde.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier