Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
sofie peeters
© Elke Van Den Ende

‘Die resultaten passen we toe op vrouwen zonder voldoende rekening te houden met de biologische verschillen.’

Sofie Peeters: ‘We weten te weinig over het vrouwelijke lichaam omdat we eeuwenlang hoofdzakelijk onderzoek deden op mannen’

Herlinde Matthys
Herlinde Matthys Webjournalist

Sofie Peeters kaart in haar boek ‘Het vrouwenlijf en wat we er niet over weten’ de genderdatakloof in de medische wereld aan waardoor heel wat vrouwen jarenlang of soms zelfs hun hele leven rondlopen met onverklaarde klachten of geen diagnose vinden voor hun aandoening. ‘Ik worstelde zelf tien jaar lang met angstaanvallen terwijl de oplossing heel simpel was: stoppen met de pil’, vertelt Sofie.

Migraine komt drie keer meer voor bij vrouwen dan bij mannen. Drie op de vier vrouwen ervaren mentale en/of fysieke menopauzale symptomen. Hart- en vaatziekten zijn wereldwijd doodsoorzaak nummer één voor vrouwen. Op wereldschaal komt endometriose voor bij één op de tien vrouwen, maar dat is waarschijnlijk een sterke onderschatting. Bij vrouwen wordt twee keer zo vaak een depressie vast­gesteld als bij mannen. ADHD wordt vaker vastgesteld bij jongens en mannen, maar heel wat studies signaleren een groot dark number: er is een sterk vermoeden dat meisjes en vrouwen niet of pas erg laat gediagnosticeerd worden, waardoor ze kwetsbaarder zijn voor de moeilijk­heden die bij ADHD horen zoals de­pressie, angst, verslaving, slaapproble­men en burn-out.

Angstaanvallen

En toch is er nog té weinig geweten over deze aandoeningen bij vrouwen en dat komt omdat er te weinig onderzoek is naar het vrouwenlijf. Daarom schreef journaliste, schrijfster en podcastmaker Sofie Peeters het boek ‘Het vrouwenlijf en wat we er niet over weten’. Daarin getuigen zeven bekende vrouwen waaronder Lieve Blancquaert, Elisabeth Lucie Baeten en Evy Gruyaert over hun aandoening die vaker, uitsluitend of anders voorkomt bij vrouwen en waarover nog steeds te weinig geweten is. Sofie geeft daarnaast de meeste recente wetenschappelijke inzichten over ziektes en werkte daarvoor samen met Belgische en Nederlandse specialisten.

‘Ik heb al sinds mijn achttiende last van angstaanvallen’, vertelt Sofie Peeters. ‘Ik kreeg de eerste op de introductiedag in de aula van de universiteit toen de prof vooraan vertelde dat we naar links en rechts moesten kijken, en er maar een van ons zou slagen op het einde van het academiejaar. Ik voelde me plots onwel en duizelig! Die angstaanvallen bleven daarna terugkomen. De huisarts dacht aan faalangst en stress, en verwees me door naar een kinesist voor ademhalingsoefeningen en een psycholoog. Dat hielp me om te leren omgaan met de symptomen, maar het haalde de kern het probleem niet weg. Helaas bleef ik de volgende tien jaar zoeken naar een manier om die aanvallen een halt toe te roepen.’

Had dat een invloed op je (sociaal) leven?

‘Absoluut. Typerend aan een angststoornis, is dat die telkens verder uitbreidt. Het kon na een tijd overal gebeuren waar veel mensen samenkwamen, zoals op feestjes, in de bioscoop, op festivals en zelfs op drukke pleinen tijdens een citytrip. Ik vond dat heel gênant en ik probeerde dat koste wat het kost te verbergen. Ik wilde niet dat het mijn leven zou overnemen, dus ik bleef wel sociale dingen doen. Ik had gewoon mijn trucjes om ermee om te gaan. Zo probeerde ik altijd dicht bij de deur of uitgang te staan zodat ik op elk moment naar buiten kon lopen. Als ik ergens naartoe reed, nam ik vaak niet de autostrade, maar de binnenbaantjes zodat ik op tijd aan de kant kon stoppen als ik een angstaanval kreeg.’

Wanneer kreeg je uiteindelijk een verklaring voor dit alles?

‘Toen ik zwanger was van m’n eerste kindje bleven de angstaanvallen weg. Maar na de geboorte van mijn tweede kindje kwamen ze plots terug. Toen ik naging wat ik op die momenten precies anders deed, kwam ik tot het besef dat mijn hormonale anticonceptie er misschien iets mee te maken kon hebben! Ik kon dat eerst niet geloven, want ik ging bij zoveel zorgverleners langs en niemand zag dat als de aanleiding voor m’n klachten of dacht daar zelfs nog maar aan. Ik stapte toch naar m’n gynaecologe en zij bevestigde mijn vermoeden: een van de mogelijke bijwerkingen van de pil is angst. Ik stopte er natuurlijk onmiddellijk mee en ben samen met mijn gynaecologe op zoek gegaan naar een andere vorm van anticonceptie. Ik vind het verschrikkelijk dat ik tien jaar lang worstelde met die aandoening. Het kostte me heel veel tijd, energie en geld terwijl de oplossing zo simpel was.’

De gynaecologe bevestigde mijn vermoeden: een van de mogelijke bijwerkingen van de pil is angst. Ik vind het verschrikkelijk dat ik tien jaar lang worstelde met die aandoening. Het kostte me heel veel tijd, energie en geld terwijl de oplossing zo simpel was.

Wanneer besloot je om jouw verhaal en dat van anderen in een boek te gieten?

We hebben in ons land een heel goed zorgsysteem, dus ik dacht eerst dat ik gewoon pech had dat er geen verklaring werd gevonden voor mijn symptomen. Maar toen ik als journalist begon te researchen, ontdekte ik dat er héél veel vrouwen zijn die rondlopen met klachten waar nog geen juiste diagnose en behandeling voor is gevonden. Samen met Audiocollectief Schik maakte ik de podcast “Geen kleine man” en zo kwam een uitgeverij me op het spoor.’

Hoe komt het dat vrouwen harder worstelen met bepaalde aandoeningen?

‘Dat is simpel: omdat we nog steeds te weinig weten over het vrouwelijk lichaam en dat komt omdat we eeuwenlang voornamelijk onderzoek deden op mannen en die resultaten toepasten op vrouwen. Ze zagen een vrouw eigenlijk als een kleine man, omdat we in het algemeen wat kleiner en lichter zijn. Maar ze hielden daarbij te weinig rekening met de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, zoals bijvoorbeeld de hormonale cyclus.’

We kunnen concluderen dat vrouwen dus echt wel een lastiger leven hebben dan mannen?

‘Jammer genoeg wel! Uit een onderzoek van Sciensano bleek dat vrouwen meer mentale en fysieke gezondheidsproblemen hebben. Dat is logisch als we dat lichaam minder kennen waardoor we er minder goed mee kunnen omgaan en dus minder snel oplossingen kunnen aanreiken. 70 tot 90 % van de patiënten met onverklaarde of niet gediagnosticeerde klachten zijn vrouwen, dat moet dringend een pak minder worden.’

We weten te weinig over het vrouwelijk lichaam en dat komt omdat we eeuwenlang voornamelijk onderzoek deden op mannen en die resultaten toepasten op vrouwen zonder voldoende rekening te houden met de biologische verschillen.

Vrouwen zijn dus echt wel het sterke geslacht!

‘Het feit dat vrouwen fysiek én mentaal meer problemen ervaren, maar desondanks er privé en professioneel toch blijven staan, toont hoe sterk we zijn. Die genderdatakloof zit trouwens niet enkel in de medische wereld, maar in heel veel aspecten van ons dagelijkse leven.’

Vertel.

‘De temperatuur in een bureau is afgestemd op de gemiddelde temperatuur die aangenaam voelt voor mannen, die ligt iets lager dan voor vrouwen waardoor vrouwen het vaker koud hebben. Dat is natuurlijk een onschuldig voorbeeld, maar er is ook sprake van een genderdatakloof bij crashtesten en die is echt ernstig! Dummy’s voor crashtesten bij auto’s zijn standaard gebaseerd op de anatomie van een mannelijk lichaam waardoor vrouwen een grotere kans hebben op zware lichamelijke letsels en zelfs overlijden bij een auto-ongeluk.’

Zouden al deze aandoeningen sneller opgelost zijn als ze vooral bij mannen zouden voorkomen?

‘Het is jammer genoeg een realiteit dat er te weinig geld wordt vrijgemaakt voor onderzoek naar het vrouwelijk lichaam. Kijk maar naar prostaatonderzoek, dat treft evenveel mannen als endometriose vrouwen. In 2019 werd er 263 miljoen dollar onderzoeksgeld voor vrijgemaakt door het Amerikaanse nationale gezondheidsinstituut (NIH). Voor endometriose was dat twintig keer minder: 13 miljoen dollar. Ik zou willen zeggen dat het niet uitmaakt wie aan de macht is om te beslissen waarvoor er aandacht is, maar je ziet in de praktijk wel dat de kans groter is dat zo’n problematiek wordt aangepakt als er ook vrouwen mee aan tafel zitten.’

Dummy’s voor crashtesten bij auto’s zijn standaard gebaseerd op de anatomie van een mannelijk lichaam waardoor vrouwen een grotere kans hebben op zware lichamelijke letsels en zelfs overlijden bij een auto-ongeluk.

Wat hoop je met je boek te bereiken?

‘Ik wil dit meer aan het licht brengen bij de bevolking én ik hoop dat dit onze politici doet inzien dat er echt wel meer onderzoek nodig is naar het vrouwelijke lichaam. Verder hoop ik dat het boek een steun en een hart onder de riem is voor veel meisjes en vrouwen die in hetzelfde schuitje zitten en al lang rondlopen met onverklaarde symptomen of een aandoening waarvoor (nog) geen goede behandeling bestaat. In de interviews voor het boek én de podcast sprak ik zo heel wat meisjes en vrouwen. Heel vaak zeiden ze dat ze zich alleen voelden, een aansteller of een zwakkeling. Of een soort uitzondering omdat de artsen hen niet konden helpen. Maar ik hoop dat het boek hen doet beseffen: Je bent helemaal niet alleen. Dit is een probleem van het systeem, niet van jou.’

Wat zijn mogelijke oplossingen die je kan aanreiken?

‘Nederland staat al veel verder dan ons in de problematiek van de genderdatakloof. Dat een vrouwenhart anders functioneert en faalt dan een mannenhart is daar oud nieuws. België loopt op dat vlak achter, maar we kunnen ook veel van onze buren leren. Zo gaven drie vooraanstaande artsen in Nederland recent een medische encyclopedie uit “Sekse- en gendersensitieve geneeskunde”. Deze zouden wij perfect in onze opleidingen en bijscholingen geneeskunde kunnen implementeren. Het zijn dit soort acties die een groot verschil kunnen maken.’

Welke doelgroep wil je met je boek bereiken?

‘In de eerste plaats meisjes en vrouwen omdat het over hun eigen lichaam gaat. Het is belangrijk dat zij meer inzicht krijgen in zichzelf, de werking van het vrouwenlijf en hoe andere vrouwen daarmee omgaan. Ook voor zorgverleners lijkt het me interessant om te lezen. Maar eigenlijk is het boek voor iedereen. Voor jongens en mannen is het ook interessant om te weten hoe het vrouwenlijf werkt en hoe het is om met bepaalde aandoeningen om te gaan. Misschien heeft je vriendin of je zus wel endometriose of ADHD, maar wordt het over het hoofd gezien. Een juiste diagnose kan zo’n verschil maken in levenskwaliteit! Dus neen, het is niet enkel een vrouwenboek.’

‘Het vrouwenlijf en wat we er niet over weten’ van Sofie Peeters – Bol.com – € 24,50.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '