'We leven meer en meer in een maatschappij waar het motto is: "Niks voor niks". Ik vind dat jammer.'
Erica (45) heeft MS, maar zet zich als vrijwilliger in voor mensen met een beperking: ‘Ik blijf doorgaan tot ik niet meer kan’
Ter ere van Week van de Vrijwilliger, lichten we elke dag een (ex-)vrijwilliger uit die zijn of haar verhaal vertelt, om zo het belang van vrijwilligerswerk en solidariteit extra in de verf te zetten. Erica (45) kreeg zelf 23 jaar geleden de diagnose van multiple sclerose (MS). Ze kan door haar ziekte helaas al een tijdje niet meer werken en is daarom actief als vrijwilliger bij Zewopa, een organisatie die steun biedt aan mensen met een beperking.
Zewopa biedt woon- en zorgondersteuning aan personen met een fysieke en/of lichte mentale beperking in zes sociale woonwijken in de provincie Antwerpen. Erica helpt al zo’n vijf jaar als vrijwilliger in het wijkcentrum van Zewopa. ‘Mensen met een handicap komen daar samen om elkaar te ontmoeten, een babbeltje te slaan of deel te nemen aan toffe activiteiten zoals een spelletjesnamiddag of zomerbar die wij organiseren’, vertelt Erica.
Waarom besliste je om dit te doen?
‘Ik kreeg 23 jaar geleden de diagnose van MS. De laatste jaren lukte het niet meer om te werken, maar ik wilde toch nog mijn steentje bijdragen en besloot daarom als vrijwilliger aan de slag te gaan.‘
Waarom koos je er specifiek voor om mensen met een beperking te helpen?
‘Ik ben van nature een heel zorgzaam persoon en ik heb een diploma als psychologisch assistente. Door mijn eigen ziekte besefte ik nóg beter hoe belangrijk het is om steun te krijgen. Ikzelf zit nog niet in een rolstoel, maar mijn man die ook MS heeft wel. Ik weet dus als geen ander dat het een zegen is als je je gedachten eens kan verzetten. Mensen met een beperking hebben niet enkel fysieke zorg nodig, maar amuseren zich ook nog graag. Dat durven mensen weleens vergeten en daarbij help ik in het wijkcentrum: we zorgen ervoor dat mensen plezier hebben en dingen doen waar ze blij van worden.’
Mensen met een beperking hebben niet enkel fysieke zorg nodig, maar amuseren zich ook nog graag. Dat durven mensen weleens vergeten. Ik zorg ervoor dat mensen plezier hebben en dingen doen waar ze blij van worden.
Is die combinatie niet te zwaar?
‘Ik ben heel snel moe, dus ik moet wel echt luisteren naar mijn lijf. Daarom is het voor mij ook makkelijker om mensen met een beperking te verstrooien, dan zoals andere vrijwilligers ze te helpen wassen of eten geven. Dat kan mijn eigen lichaam niet meer aan.’
Hoeveel tijd steek je hierin?
‘Ik ben toch een paar uur per dag bezig met vrijwilligerswerk. Mijn lichaam durft me weleens een halt toe te roepen, maar ik probeer zoveel als ik kan te helpen.’
Hoelang wil je hiermee doorgaan?
‘Dat is moeilijk om in te schatten, want bij mij werkt die ziekte heel traag in. Ik blijf alleszins doorgaan tot ik niet meer kan! Zelfs als ik later zelf in een rolstoel zit, zal ik wel een manier vinden om nog een handje toe te steken.’
Ik krijg vaak te horen dat mensen het nobel vinden dat ik terwijl ik zélf ziek ben, toch nog ándere mensen met een beperking help. Voor mij is dat een evidentie.
Waarom zijn vrijwilligers zo belangrijk?
‘Er is gewoon weinig geld. Tal van organisaties in tal van sectoren zetten zich in voor mensen, maar hebben daar vaak niet de financiële middelen voor. Dus eigenlijk zijn vrijwilligers die zich belangeloos en dus kosteloos willen inzetten voor anderen broodnodig om alle lagen van de bevolking een mooi leven te kunnen bezorgen.’
Haal je daar zelf ook iets uit?
‘Zeker. Het geeft me enorm veel voldoening als ik zie dat een glimlach kan toveren op het gezicht van iemand. Dat is toch het allermooiste wat er bestaat en daar doe ik het voor. Je bouwt ook een band op met mensen en maakt nieuwe vriendschappen.’
We leven meer en meer in een maatschappij waar het motto is: ‘Niks voor niks’. Terwijl het gevoel van iemand gelukkig te zien, veel meer waard is dan die centjes.
Krijg je voldoende respect als vrijwilliger?
‘Ik vind van wel. Ik krijg vaak te horen dat mensen het nobel vinden dat ik terwijl ik zélf ziek ben, toch nog ándere mensen met een beperking help. Voor mij is dat een evidentie.’
Heb je gevoel dat er nog veel meer vrijwilligers zouden mogen bijkomen?
‘Ja. We leven meer en meer in een maatschappij waar het motto is: “Niks voor niks”. Ik vind dat jammer. Het is net mooi om anderen te helpen, al is het maar een uurtje of twee. Als je ziet hoe gelukkig die daar van worden, dan is je hele dag goed. Dat gevoel is meer waard dan die centjes, geloof me.’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier