Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Ik kijk ernaar uit, maar toch met een bang hartje.'

Anaïs: ‘De vrije vogel zal zich ontpoppen tot een zichzelf wegcijferende moederkloek’

Chloë Foubert
Chloë Foubert Modejournalist

Anaïs verhuisde voor de liefde naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha.

Hi Arkasha,

‘She’s coming, get ready momma!’ Wanneer de vrouw van de plantenwinkel op de hoek me voorbij ziet waggelen, weet ze het zeker: de baby wil eruit. Maar het ding is: ze zegt dat al een maand lang, zo’n drie keer per week. Eerlijk, het lijkt slechts een kwestie van tijd eer ze mijn dochter er met haar vuile, rubberen tuinhandschoenen persoonlijk uit zal halen. Ik forceer een glimlach en overweeg een nieuwe route naar de metro. De gynaecoloog doet wat de vrouw van de plantenwinkel maar al te graag zou willen doen: enkele vingers in mijn vagina steken om te checken of ik al ontsluiting heb.

Terwijl mijn lief het gebeuren verschrikt aanschouwt (oh boy, en dan moet de bevalling nog komen), zegt de dokter kort maar krachtig: ‘Nope.’ Het zijn spannende dagen, maar dankzij die geruststelling zal ik vannacht nog eens diep slapen. Want elke ochtend als mijn lief en ik opstaan, beseffen we: misschien vandaag. En telkens wanneer ik afspreek met vriendinnen, nemen we afscheid alsof het de laatste keer zal zijn. Morituri te salutant, zij die gaan sterven groeten u!

Dat klinkt dramatisch, maar een stuk van mij zal inderdaad verdwijnen. De vrije vogel, lichtjes egoïstisch en self-centered, met een geheel persoonlijk slaap- en eetritme, zal zich ontpoppen tot een zichzelf wegcijferende moederkloek die volledig wordt geleid door het schema van een ander. Ik kijk ernaar uit, maar toch met een bang hartje. Het is een angst die me soms wordt aangepraat door andere mensen. ‘Heb je genoeg hulp?’ is zo’n veelzeggende klassieker. Ik beval dan wel in het ziekenhuis waar Beyoncé de hele verdieping afhuurde voor Blue Ivy’s eerste kreetjes, maar tenzij we er duizend dollar voor neertellen, zal ik de kamer delen met een andere moeder, slechts gescheiden door een oud, vergeeld gordijntje. En bij thuiskomst zijn er geen nanny’s, vroedvrouwen, bompi’s of mémés, maar enkel mijn lief, onze baby en ik.

Wanneer ik daar ongerust over ben, denk ik aan mijn ouders. Op een van mijn papa’s reizen als kapitein brachten ze mijn oudste broer maanden mee aan boord. ‘Ik weet zelfs niet meer hoe die toen sliep’, vertelt mama aan de telefoon. ‘Maar wel dat hij z’n eerste stapjes in onze kajuit zette.’ Voorlopig is de speelvogel in mij nog aan zet. Dit weekend vertel ik mijn lief meerdere keren paniekerig: ‘’t is begonnen!’, waarop hij elke keer weer verschrikt ‘Really?!’ uitroept. Lolzzz. Maar, Arkasha, even serieus: het zal waarschijnlijk niet meer lang duren. Ik voel m’n borsten al lekken, neurie slaapliedjes en rijmpjes, en oefen alvast op ‘Doe een jas aan!’. Volgende keer dat je mij hoort of leest, ben ik waarschijnlijk volledig getransformeerd. Misschien wel vandaag. Is het normaal dat er al een voetje uitsteekt?

Anaïs

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '