Anaïs verhuisde voor de liefde naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha.
New York is een stad die veel geeft, maar ook veel van je eist. En het is nooit genoeg. Zelfs wanneer je de avond doorbrengt op de leukste nieuwe rooftop, overklast iemand je de volgende dag toch weer met verhalen over een oldskool undergroundclub. Ik weet het zeker: fomo werd hier uitgevonden. Het is geen competitie, allemaal goed en wel, maar vandaag win ik. Big time.
Ik zit met mijn lief op de US Open, waar topatleten als Serena Williams en Rafael Nadal hun ding doen, aangemoedigd door wereldsterren als Zendaya, Spike Lee en Bella Hadid. Voor zij die te braaf zijn voor Burning Man, is dit de place to be. En daar mogen wij – samen met die andere 23.000 mensen – bij zijn! Al is het tussen ons gezegd en gezwegen vanop een fikse afstand. We zitten op de goedkoopste plaatsen, helemaal bovenaan op de tribunes, ver weg van het veld. Mijn lief zegt dat de koninklijke loges in het theater vroeger ook de hoogste waren, ik mompel iets over een binocle.
We volgen de match tussen de Australiër Kyrgios en de Rus Khachanov. Het is pijnlijk opvallend hoe weinig supporters die laatste heeft. De politiek is mee het stadium in geslopen. Tennis is anders dan voetbalwedstrijden, waar je de hele tijd lawaai mag maken. Hier wordt er verwacht dat je stil bent en de spelers niet stoort. Het groepje naast ons – geen celebs, wel vijf luide vrouwen – denkt daar duidelijk anders over.
Wanneer de camera toevallig op onze rij landt, is het sterker dan onszelf: ook wij beginnen als idioten mee te dansen.
Tussen de punten door zweeft de camera door het publiek, op zoek naar kinderen en zelfverklaarde gekke dozen, jengelend naar aandacht. Telkens wanneer de camera aan z’n ronde begint, springen onze buren recht, om ter luidst joelend en dansend. Het duurt dan ook niet lang of mijn lief en ik ergeren ons. Het is niet zo dat wij stijve harken zijn die zich te goed voelen voor wat ongeremd plezier. Nee, gisteren nog sloten we de bar in een hippe keet in Brooklyn. Het gaat om een klassiek verschil tussen introvert en extravert.
NY Magazine schrijft dat het te fatalistisch is om je te begrenzen tot een van beide groepen, want er bestaat ook nog een middenweg: ambivert. We moeten persoonlijkheden eerder bekijken op een spectrum, met interagerende karakteristieken, onderhevig aan een context. Tussen de juiste mensen kan een introvert the life of the party zijn, en een extravert kan zich tijdens de examenperiode gerust solitair opsluiten. Luisteren naar jezelf is goed, je niet limiteren tot een karaktertrek is beter. Wanneer de camera toevallig op onze rij landt, is het sterker dan onszelf: ook wij beginnen als idioten mee te dansen. De vrouwen naast ons geven elkaar high fives en juichen ons toe. Vanaf dat moment waren er zeven luide debielen.
Anaïs
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier