Anaïs verhuisde voor de liefde naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha. Daarom schrijft ze haar gedachten wekelijks in een brief neer naar haar. Deze week: kotssessies en onzekerheden.
Hey Arkasha,
‘You sound like an angry dinosaur.’ Mijn lief blijft op een veilige afstand terwijl ik luid kreunend over de wc hang. De soep van die middag – ik meen een half worteltje te herkennen – komt er integraal weer uit. Het is van het vervallen paella-incident geleden dat ik nog zo ziek was. ‘What do you need?’ vraagt hij bezorgd. ‘My mommy’, antwoord ik slap.
Zonder mijn moeder in de buurt is mijn lief contractueel verplicht de zorg voor mij op zich te nemen. We beloofden het anderhalf jaar geleden in Las Vegas aan Elvis en aan elkaar, in sickness and in health. Tot hier toe hebben we kunnen genieten van a smooth ride, met hier en daar wat gezeur wanneer ik moe was of honger of buikpijn had, of wanneer het maandag, dinsdag, woensdag of donderdag was. Je weet wel, the usual. Maar nu stonden we voor het eerst voor een koortsige test.
Laat op de avond ging hij nog op zoek naar een apotheek, voederde hij me droge toast en bracht hij me warme thee en vele flesjes Gatorade. Terwijl hij met een fris doekje zacht m’n voorhoofd depte, stelde ik hem ijlerig hypothetische vragen. ‘Zou je voor me zorgen mocht ik bedlegerig zijn? En wat als ik drie ledematen en m’n tanden verlies? Of wanneer ik na een hersenklonter alleen nog maar kan blaffen?’ Al dan niet rollend met z’n ogen gaf hij me telkens hetzelfde antwoord: ‘Yes, my love.’
Het ding met onzekerheden is dat het soms voelt als het einde van de wereld, ook al weet je rationeel dat er ergere dingen zijn.
Op zijn beurt vroeg hij of ik nog van hem zou houden mocht hij ooit kaal worden. Voor het eerst die dag, tussen twee kotssessies door, moest ik hardop lachen. Het feit dat de angst voor haarverlies voor hem het equivalent is van ‘drie ledematen minder en geblaf voor altijd’, is absurd. ‘Of course,’ reageerde ik zodra ik uitgelachen was, ‘but don’t ever wear cargo pants.’ Het ding met onzekerheden is dat het soms voelt als het einde van de wereld, ook al weet je rationeel dat er ergere dingen zijn. We beseffen het niet altijd, maar ook mannen hebben er weleens last van.
Zo deelde Simon van Bazart onlangs zijn strijd met kaalheid en vraagt mijn lief soms ‘of zijn voorhoofd niet te hoog is’. ‘It’s because you have such a big brain’, stel ik hem dan steeds gerust. Ik had vroeger nochtans een waslijstje aan eisen. Mijn toekomstige moest eerst en vooral groter zijn dan ik, en vervolgens sportief, knap, hilarisch en geniaal. Mijn lief is ongeveer al die dingen, op één centimeter na. Maar #tomdaya en #shortkingspring bevestigen wat ik al wist: nobody cares dat-ie kleiner is, en ik al helemaal niet. In the end wil ik gewoon iemand die me hard aan het lachen brengt, met een hoofd dat groot genoeg is voor al z’n hersenen.
Anaïs
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier