Anaïs verhuisde recent naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha.
Hoi Arkasha,
‘I think there is someone under the bed’, zegt hij. Ik wéét dat het onzin is, maar voor de zekerheid trek ik toch m’n voeten in, weg van de rand en veilig onder de lakens. Mijn lief vindt het hilarisch om mij bang te maken, en ik ben een gemakkelijke prooi. Toen hij vorige week midden in de nacht om een glas water ging, stond hij een tijdlang creepy voor zich uit te staren. De eerste twee minuten valt zoiets nog te negeren, maar na een tijdje sluipt de twijfel er toch in. ‘Are… are you okay?’
Tegenwoordig moet hij creatiever zijn, maar er was een periode dat hij me maar een lief berichtje moest sturen om me de stuipen op het lijf te jagen. Dát was pas eng. ‘In godsnaam, wat betekent het?’ Als een personage weggelopen uit Dawson’s Creek – waar zijn die Joey Potter-heads?! – trok ik het liefst alles in twijfel. In plaats van er gelijk ne normale mens gewoon voor te gaan.
Tijdens m’n ochtendloopje in Central Park luister ik naar een podcast over laatbloeiers: zij die op latere leeftijd succes bereiken. Sofie Lemaire praat met Mieke Gorissen, de 38-jarige vrouw die pas een paar jaar geleden haar eerste marathon liep, maar onlangs knap 28ste werd op de Olympische Spelen. Mieke vertelt dat ze blij is dat haar succes er nu pas is gekomen, want op jongere leeftijd was ze er nog niet klaar voor. ‘Dat was niet goed gekomen’, zegt ze.
#jesuisMiekeGorissen, ongeveer. Want ook ik moest nog wat rijpen om mijn geluk te vinden. Zowel op professioneel vlak als in de liefde. Ik heb verschrikkelijke bazen en lieven gehad, en één keer slaagde ik er zelfs in om de twee te combineren. Mijn jobs en relaties verliepen met vallen en opstaan, met vaak de goesting om gewoon te blijven liggen. Uiteindelijk ben ik dankbaar voor die trage start. Mocht ik drie jaar geleden zijn beginnen schrijven, was het een slechte rip-off van Die Leiden des jungen Werthers geweest. En mocht mijn lief twee jaar eerder voor mijn neus hebben gestaan, had ik hem sowieso straal genegeerd. En niet omdat hij zo’n belachelijke power bracelet droeg, maar gewoon omdat ik er toen nog niet klaar voor was.
Luisterend naar het gesprek tussen Mieke en Sofie begon ik vandaag – toevallig in thema – te trainen voor de New York Half Marathon. Dat doe ik traag en volledig volgens m’n eigen tempo. Terwijl iedereen me voorbijsteekt, concentreer ik me op m’n eigen stappen, op m’n eigen ademhaling. En als ik over een paar maanden toch faal, fuck it. Volgende keer beter, alles op z’n tijd. I’m in it for the long run.
Anaïs
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier