Anaïs verhuisde voor de liefde naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe Anaïs vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha.
Hey Arkasha,
Omdat ik mijn columns vanuit New York schrijf, krijg ik als reactie weleens enthousiast ‘zoals in Sex and the City!’ te horen. Maar voor je begint te fantaseren over een crazy kleerkast en Manolo Blahniks in mijn maatje 42,5, wil ik luid en duidelijk alle hooggespannen verwachtingen de kop indrukken: New York is pokkeduur. Bij dezen een realistische kijk in het leven van een wannabe Carrie Bradshaw: Mijn lief (charmant als Big, goedhartig als Aidan) en ik wonen in een minuscuul appartement in hartje Manhattan. Zonder afwasmachine, wasmachine of droogkast, waardoor de eerste keer samenwonen – voor mij dé grote oversteek naar volwassenheid – alsnog studentikoos aanvoelt. Zeker wanneer ik met vuile onderbroeken in een wasserette rondhang, wachtend op die verlossende biep.
De meeste appartementen in New York hebben amper een keuken en tegenwoordig worden er zelfs woningen verhuurd zonder.
Geen office view met zicht op skyscrapers, wij werken al anderhalf jaar opeengepropt van thuis: hij aan een zelfgebouwde minidesk in de living, ik in de zetel voorovergebogen als een croissant. Tijdens een familiefeestje in België kijk ik met lichte jaloezie naar mijn nichtje rommelend in haar speelgoedkeukentje. ‘Beter geëquipeerd dan de onze’, geef ik mijn lief een stomp. De meeste appartementen in New York hebben amper een keuken en tegenwoordig worden er zelfs woningen verhuurd zonder. Net als bij Carrie zou de oven toch maar gebruikt worden als opslagplaats.
In Soho of Brooklyn naar de kapper gaan? Een balayage en wat bijknippen, zegt u? Dat is dan vierhonderd dollar. Ik heb m’n blonde manen dus maar snel in Antwerpen laten temmen voor ik vandaag weer terugvlieg, weg van België, en jammer genoeg ook weer weg van vrienden en familie. Want hoewel ik hier net dé Sex and the City-droom aan diggelen heb geslagen, zijn Carrie en ik het op één vlak helemaal eens: vriendinnen zijn de max.
Vrouwen zijn belachelijk goed in vriendschap en in er voor elkaar zijn. Schaamteloos en bodemloos.
De ene is verhuisd, de ander kreeg promotie en nog een andere is zwanger. Het is best moeilijk om al die gebeurtenissen vanop een afstand mee te maken. Maar ondanks mijn lange afwezigheid heb ik het de afgelopen weken nog eens ten volle mogen ervaren: die oprechte knuffels, eindeloze babbels en onvoorwaardelijke band waarin vrouwen zo liefdevol en gul zijn. ‘Doemme, I’ll miss them’, zucht ik, terwijl het vliegtuig brullend opstijgt.
Er wordt weleens lacherig gedaan over vrouwen onder elkaar. Alsof wij alleen maar shoppen en als kirrende kipjes elkaars haar vlechten. Vrouwen zijn nochtans belachelijk goed in vriendschap en in er voor elkaar zijn. Schaamteloos en bodemloos. Ik noem geen namen, Jeff Hoeyberghs, maar bepaalde seksistische apen hebben duidelijk nood aan net méér vriendinnen. Zelf kus ik mijn beide pollekes, want ik heb ze tegenwoordig op twéé continenten.
Anaïs
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier