Arkasha woont in Antwerpen. Over alles wat goed gaat in haar leven, en zeker over alles wat misloopt, schrijft ze naar Anaïs, die in New York woont.
Hey Anaïs,
Het is zover. Tien brieven geleden kende ik hem nog niet, maar vandaag zit ik interieurfoto’s te pinnen. Mijn kersverse lief gaat over een paar maanden verhuizen en zou ’t leuk vinden als ik meega. Het nieuwe pand is groot genoeg, er is plaats voor een dressing, hij vindt mijn kleren niet lelijk en hij lust wat er uit mijn kookpotten komt.
Anaïs, voel je al hoe burgerlijk ik word? Ik kan er nochtans wat van, van panikeren over vastigheid. Ik freelance, co-house en co-work, en dat vind ik hélemaal prima. Flexibiliteit, ik heb ze nodig. Als ik denk dat iets voor de rest van mijn leven is, sla ik op tilt. Maar dan vind ik troost in het feit dat mijn verleden tot nog toe uitwees dat er weinig ‘voor altijd’ bij was. Nu ik dit neerschrijf, denk ik vooral dat ik eens een boek over bindingsangst moet lezen.
De therapeut van een vriendin met hetzelfde probleem zei dat we bindingsangst krijgen doordat we, wanneer we een relatie aangaan, denken dat die perfect moet zijn. Ze zei dat we onze relaties meer als een project moeten beschouwen, zoals met alle andere dingen in ons leven. Als je ergens gaat werken, is dat ook niet per se voor de rest van je leven, toch? Of misschien wel, maar dat hoef je aan de start nog niet te weten. En als het over x-aantal jaren toch niet marcheert, is dat een probleem voor dan, niets om vandaag al van wakker te liggen.
Sahil, een goede vriend van me in Barcelona, zei dat zijn belangrijkste regel om iets met iemand te beginnen ‘it has to feel light’ is. Dat heb ik ter harte genomen. Bij veel mannen met wie ik in de afgelopen jaren op date ging, bleef ik nadien met een onbestemd zwaar gevoel achter. Soms omdat ze me subtiel hadden beledigd (D., ik wacht nog steeds op je excuses), soms omdat ze totaal geen rekening met me hielden (G. en J., dit zijn jullie) en soms omdat er, zonder dat ik het wist, nog twee andere vrouwen in het spel waren (ja, V., dikke asshole). Bij M. voelt het licht. Ik ben helemaal mezelf en voel me begrepen. En ik krijg zomaar bloemen.
Of we voor altijd samen zullen zijn, weet ik niet. Maar dat hoeft ook niet, want ik heb heel veel zin om hem morgen te zien. En ook volgende week. En volgende week heb ik wellicht ook zin om hem de week erna te zien. En hij mij. En dat is genoeg. Met die gedachte krijg ik de bindingsangst onder controle en krijgt onze relatie langzaam maar zeker vorm. En wie weet loop ik over een paar maanden over van die vintage terracotta tegels, kook ik aan een marmerstenen eiland en drink ik koffie uit een keramieken mok met zicht op een monstera. Wie weet.
Liefs,
Arkasha
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier