Arkasha woont in Antwerpen. Over alles wat goed gaat in haar leven, en zeker over alles wat misloopt, schrijft ze naar Anaïs, die in New York woont.
Hey, Anaïs
Ik schrijf je te midden van een zee aan spullen. Links ligt een opgerolde mat, rechts een uit elkaar geschroefd bed. Voor me staat een kast zonder lades en daarachter een stapel kartonnen dozen. Er staan poëtische boodschappen op als ‘keukentoestellen & glazen potten’, ‘jassen, tassen, witte laarzen’ en ‘varia’. Anaïs, je raadt het. Ik ben verhuisd.
Toen ik vierenhalfjaar geleden vanuit Barcelona weer naar Antwerpen kwam, had ik nagenoeg niks meer. Mijn meubels en spullen liet ik allemaal achter. In ’t stad ging ik met twee vrouwen samenwonen die ik van haar noch pluim kende, maar we hadden wel dezelfde smaak. Door de jaren heen kochten we heel Ikea leeg. Terwijl ik polaroidfotootjes en magneten van de koelkast pluk, denk ik aan de talloze feestjes, amoureuze escapades en vakanties die ik met hen heb beleefd. Vandaag zijn ze als zussen. Hoewel ze beiden kort voor mij uit ons ‘meisjeshuisje’ trokken, dringt the end of an era pas vandaag tot me door, tijdens het heffen en sjouwen.
Een halfjaar geleden, nota bene op het verrassingsfeestje van een van hen, leerde ik haar leuke collega M. kennen. Hij had een franke teut en bracht me aan het lachen. Toen bleek dat hij net als ik aan wielrennen deed, raakte ik geïntrigeerd. We zouden gaan daten. Het keramieken servies dat ik vandaag uit de kast haal, pakt hij zorgvuldig in met noppenplastic. Dan begint hij aan de boekenkast. ‘Wat is dit? vraagt hij plagerig, en hij steekt een fotoboek naar me uit. ‘One Year Rocking Together’ staat er boven een foto uit 2010 waarop mijn ex en ik onze jonge wangen tegen elkaar drukken. De spullen die door M.’s vingers gaan, geven blijk van ons niet-gedeelde verleden. Straks worden ze samengevoegd met die van hem: de borden met het gouden randje van zijn ex, de stoffen zetel met scheuren van haar krabbende katten.
Wanneer we onze inboedels proberen te versmelten, blijken er twee knoflookpersen, strijkplanken en Nespresso’s in ons bezit, drie fietspompen en evenveel vuilnisbakken, vier boekenkasten, vijf sanseveria’s en wel duizend tupperwarepotjes waarvan de deksels nog moeten worden gematcht. Ik weet wat gedaan in 2022. M.’s bed is twee meter breed, zijn matras een meter tachtig, mijn matras van een meter veertig ligt daar nu bovenop. Samen vormen ze een bruidstaart in lagen. Alleen het jonge koppel staat er niet, maar ligt erbovenop. Niet in kostuum en bruidsjurk, wel in boxershort en flanellen pyjama. Vannacht, tijdens onze eerste nacht samenwonen, zullen we elkaar plagen, kietelen en vrijen. Hij zal snurken en ik klagen. Ik zal zeuren over grieperigheid na mijn boostervaccin en hij zal een pijnstiller voor me halen. Ik voel het. ’t Is het begin van vele jaren rocking together.
Arkasha
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier