Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
babyfase

‘De babyfase is voor mij niet de heilige graal van het moederschap.’

‘Tijdens de babyfase was ik zoveel meer dan een moeder en tóch ook alleen maar moeder’

Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.

Als het over de babyfase gaat, lijkt het alsof moeders verdeeld worden in twee kampen. Je hebt de moeders die vol heimwee terugverlangen naar die periode, die al beginnen te huilen bij het zien van een rompertje in maat 50 en die verslaafd zijn aan de geur van baby’s.

Sommige posten op sociale media vaak zelfs prachtige foto’s van hun baby’s, die ondertussen misschien al 29 jaar zijn, met gepaste onderschriften: ‘Ze worden zo snel groot!’ of ‘Ik wou dat ik de tijd kon terugdraaien.’ Het klinkt zo melancholisch en weemoedig dat ik bijna de druk voel om me ook melancholisch en weemoedig te gaan voelen in plaats van opgelucht te zijn dat die tijd voorbij is. Alsof dat niet mag.

Want er zijn genoeg moeders zoals ik, die bij het zien van datzelfde rompertje vooral opgelucht ademhalen omdat ze geen rugklachten meer hebben door het tillen van een maxicosi. Of die huilen omdat ze door de gedachte aan de babyfase recht naar hun postnatale trauma teruggekatapulteerd worden. Natuurlijk ben ik geen onmens. Ik heb twee keer zo’n babyfase mogen meemaken, en beide periodes waren heel bijzonder. Intens maar bijzonder.

Ik kon er zeker van genieten: een klein handje dat in mijn hand kneep, de eerste keer gebrabbel dat ik interpreteerde als een goed gearticuleerde ‘mama’, die gemeende glimlachjes op die gezichtjes... Maar het was ook ontzettend hard werken, met eindeloze voedingen, gebroken nachten en altijd dat gehannes met van alles en nog wat, baby’s inclusief. Dan denk ik toch eerder ‘thank you, next’ in plaats van ‘thank you, come again’.

Baby’s zijn schattig, zeker en vast. Maar niet altijd. Ze hebben de neiging heel veeleisend te zijn, en eigenlijk verwachten ze dat de hele wereld om hen draait. Dat moet ook, dat is hun goed recht! En ik heb het allemaal gedaan voor hen. Alles. Maar wat ik nu met hen heb en ervaar, met kinderen die groter worden en die op een goede dag in staat zullen zijn om zelf de koelkast te openen en hun snack te nemen, voelt toch iets comfortabeler aan. Om nog maar te zwijgen over het feit dat ze zelfstandig naar het toilet kunnen gaan, met of zonder vegen na afloop.

Ik gun ze iedereen, maar de babyfase is voor mij niet de heilige graal van het moederschap. Het is een fase. Eentje waarvan je misschien niets wil vergeten, maar in mijn geval ook eentje waarin ik mezelf zo ongeveer vergat. Ik was niet alleen moeder in die periode, ik was ook een wandelende papfles, zorgverlener, slaaptrainer – zoveel meer en tóch enkel moeder. Intussen weet en leer ik dat ik meer kan en mag zijn.

De kinderen hebben ook in deze fase hun uitdagingen, wat het mentaal misschien wel zwaarder maakt dan ooit. Maar ze worden elke dag een beetje groter en zelfstandiger. En dat vind ik niet enkel praktischer op veel vlakken, maar ook wonderlijk. Ik kan steeds beter met hen praten en zien hoe ze zich ontwikkelen, wat hen drijft en wie ze worden. Bovendien wil en kan ik in deze fase zelf ook weer iemand worden. Daar kijk ik misschien nog het hardst naar uit.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '