‘Alle pedagogen staan nu waarschijnlijk met rode vlaggen te zwaaien, maar laat me gewoon even. Of nog beter: laat me overleven.’
‘Beloningen zijn een lifesaver, handig wanneer het allemaal even te veel wordt’
Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
In mijn handtas zit standaard een rol Fruittella. Te pas en te onpas grabbel ik in die handtas en gooi ik een paar snoepjes naar mijn kinderen om hen om te kopen.
‘Ga in de autostoel zitten! Stop met je zus te slaan! Niet aan elkaars haren trekken! Haal je voet uit haar mond!’
De regulars, weet je wel.
Mijn verzoekjes worden slechts ingewilligd in ruil voor een snoepje. Enkel aardbeiensmaak, natuurlijk, om discussie te voorkomen over die andere smaken. Zover zijn we nu al. En dan is het ver gekomen.
Voor ik kinderen had, en misschien nog tot een een klein uurtje na de geboorte van mijn eerste dochter, had ik nog principes. Een daarvan was dat ik nooit zou straffen en belonen. Ik zou het alleszins proberen te vermijden, want ik weet ondertussen ook wel dat je nooit ‘nooit’ mag zeggen. Dus daar: die beloningen zijn soms gewoon een lifesaver, handig op een moment waarop het allemaal even te veel wordt of wanneer ik als ouder ook gewoon voor één keer mijn zin wil krijgen. Het werkt, klaar. Probeer maar.
Het risico dat je kleine monsters creëert die een beloning eisen voor elke scheet die ze laten, moet je er dan wel even bij nemen. Het moment waarop het kleine grut begint te onderhandelen voor grotere, meer en betere beloningen, weet je dat het ergens onderweg fout gelopen is. Dan ben je niet langer de ouder, maar deel van van een snoepjeseconomie die blijkbaar in je gezin heerst.
Het moment waarop het kleine grut begint te onderhandelen voor grotere, meer en betere beloningen, weet je dat het ergens onderweg fout gelopen is.
En toch loop ik dus met die rol Fruittella rond. Erger nog: deze week heb ik een stickerkaart gemaakt voor de peuter die ’s avonds alle truken uit de kast haalt om niet te moeten slapen, ook al is ze doodmoe. Bij een ‘goede avond’ (zij is op de hoogte van de kwalificaties van zo’n avond) mag ze de volgende ochtend een sticker op een kaart plakken. Na vijf dagen heeft ze dan vijf stickers en dan krijgt ze er nog een cadeau bovenop. En de kleuter ook! Omdat die toch ook een goede avond had!
Het resultaat mag er voorlopig zijn, al is het op korte termijn. De peuter heeft al twee dagen na elkaar een ‘goede avond’ gehad, zonder me onder andere twaalf keer op het matje te roepen. Letterlijk: het matje dat naast haar bedje ligt, waarop ik dan moet gaan zitten. Ik weet dat dat betekent dat ze simpelweg haar noden aangeeft en dat ze waarschijnlijk gewoon mijn nabijheid nodig heeft. En ik wil die haar ook geven, maar dat lukt me niet altijd, dus ergens moeten we een compromis vinden. Dat compromis is die stickerkaart.
Alle pedagogen staan nu waarschijnlijk met rode vlaggen te zwaaien, maar laat me gewoon even. Of nog beter: laat me overleven. Vandaag. En morgen.
Ik weet het allemaal wel, natuurlijk weet ik het allemaal! En jij ook! We zijn toch niet stom? Maar soms zijn we wel radeloos en doen we stomme dingen. Daarvoor moeten we niet zo nodig beloond noch gestraft worden. Maar we willen er wel begrip voor krijgen, misschien in de eerste plaats van onszelf. En een sticker, misschien. Blijkbaar helpt die wel even.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier