'Ze zijn blijkbaar vergeten dat de bevolking hier niet enkel bestaat uit Hollanders van gemiddeld 1m80.'
COLUMN: ‘Ik ben nooit gehinderd door mijn 1m60. Tot Albert Heijn naar België kwam...’
Lien is een ploetermoeder van twee, loving wife, trotse nerd én boss lady met een zwak voor gefrituurde snacks. Ze is verliefd op mooie zinnen en heeft naar eigen zeggen veel te veel meningen.
Ik ben klein. Altijd al geweest. Als iemand naar mijn lengte vraagt, rond ik altijd af op 1m60, maar het kan best dat het slechts 1m59 is. Mentaal maakt die 6 echter een wereld van verschil, dus ben ik voor mezelf altijd 1m60. Als kind vond ik klein zijn erg. Kinderen willen namelijk altijd maar meer. 9 worden is leuk, 10 worden is beter. Terwijl ik vandaag graag eeuwig 30 zou willen blijven.
Zo was dat ook met groeien. Ik was altijd de kleinste van de klas, en wilde niks liever dan ook groot worden, zoals de andere kindjes. En niet keer op keer in kleermakerszit op de klasfoto moeten, omdat je anders onzichtbaar was. Mijn lieve mama zag het lang allemaal nog goed komen en bleef volhouden dat mijn ‘scheut’ nog wel zou komen, maar helaas. Nadat ‘tante Rosa’ voor het eerst was gepasseerd, wees een bijzonder onvriendelijke en bovendien onfris ruikende dokter van het PMS op school mij erop dat het nu wel gedaan was met dat groeien, en dat ik dus best vrede kon nemen met mijn 1m59.
Gelukkig kwam zoals verstand ook aanvaarding met de jaren. Ik compenseerde mijn lengte met een groot bakkes. (Sommigen zullen dat eerder óvercompensatie vinden, maar dat geheel terzijde.) In mijn pubertijd werd snel duidelijk dat bijvoorbeeld de andere sekse helemaal geen probleem had met mijn lengte, wel integendeel.
Ik moet als een onnozelaar bijna op mijn tipjes gaan staan om te betalen, aangezien de bankautomaat op een voor mij idiote hoogte is gehangen.
Sommige kleine-mensen-problemen blijven hinderlijk, zoals het feit dat ik nooit, never, jamais het podium kan zien op optredens of festivals. Maar langs de andere kant stoot ik bijvoorbeeld zelden of nooit mijn hoofd, omdat ik overal gewoon onderdoor wandel. Elke keer als ik mijn echtgenoot hoor vloeken in de kelder omdat hij weer is vergeten zijn hoofd in te trekken, is dat toch een soort overwinning van de little man, of woman in dit geval.
Recent werd mijn beperkte hoogte mij echter pijnlijk in the face gewreven, door de komst van supermarkt Albert Heijn naar de stille Kempen. Laat mij beginnen met stellen dat ik een groot fan ben van Appies assortiment (#noad, haha!). Ik ben echter géén fan van het feit dat de Nederlandse slimmeriken die de winkel naar België hebben gehaald, zijn vergeten dat de bevolking hier niet enkel bestaat uit Hollanders van gemiddeld 1m80. En dat ik dus als een onnozelaar bijna op mijn tipjes moet gaan staan om te betalen, aangezien de bankautomaat op een voor mij idiote hoogte is gehangen, om van de hoogte van de rekken in de rest van de winkels nog maar te zwijgen. En daardoor al ben uitgelachen door mijn zoon van 3. Gewéldig voor mijn ego is dat. Dus mocht u daar rekening mee willen houden bij de volgende brainstormsessie over het Belgische winkelinterieur, beste Appie? Deze kleine vrouw dankt u!
Deze column verscheen in Flair op 3 oktober 2017.
Meer columns van Lien lezen:
- COLUMN: ‘Tenzij ik leer tijdreizen kan ik niet én voltijds werken én helpen tijdens de zwemles’
- COLUMN: ‘Ik heb een universitair diploma en ik moet keihard lachen met DDT uit “F.C. De Kampioenen”? En dan?’
- COLUMN: ‘Voor het eerst weer alleen thuis met de kinderen sinds ik volledig ben doorgeflipt: spannend!’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier