'Ik bracht mijn weekend door in een Nederlands dorpje waar de tijd is blijven stilstaan.'
COLUMN: ‘Het café loopt plots vol. De dorpsbewoners hebben elkaar wellicht via postduiven bericht over onze komst’
Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.
Er zijn plekken op deze aardbol waar de tijd is blijven stilstaan. Ze lijken onder een glazen stolp bewaard en haast onberoerd door de moderniteit. Ik bracht mijn weekend door op zo’n permanent gepauzeerde plaats, een klein Nederlands dorpje aan de rand van een meer dat door de locals simpelweg ‘de Plas’ genoemd wordt. Alsof er maar één is en de wereld ophoudt te bestaan aan de andere kant van het water.
Mijn familie komt al drie generaties lang in het dorp, waardoor iedereen ons er lijkt te kennen. Dames op leeftijd die ik nog nooit gezien heb, kirren dat ze mij als baby in de armen hielden terwijl hun echtgenoten zweren dat ze makkers van mijn vader waren. Ik vind dat tegelijk geruststellend en beangstigend. Buitenstaanders worden hier begroet met een cocktail van gastvrijheid en wantrouwen. Zo ook in het café op de dijk, waar vier paar ogen in onze richting draaien wanneer we een tafeltje naast de toog uitkiezen.
Wie het waagt om een cola te bestellen, krijgt van hem persoonlijk een berisping. ‘Het is weekend en in het weekend wordt er gezopen’, aldus Waldo, die zich langzaam van gezellige zatlap tot vals drankorgel ontpopt.
Eén paar behoort toe aan Waldo, ooit erewaard van dit etablissement, nu vaste dronkaard. Hij wil weten wat we drinken, schijnbaar al te ver heen om zich te herinneren dat men hem niet langer betaalt om dat soort vragen te stellen. De barvrouw laat hem doen. Was het café tot voor kort nog uitgestorven, dan loopt het nu langzaam vol. De dorpsbewoners hebben elkaar wellicht via postduiven bericht over onze komst. Acht vreemdelingen op doortocht in de streek! Acht vrouwen dan nog wel!
Ondertussen zet Waldo onze bestelling op tafel. Bier in glazen met gekke benamingen – van vaasjes tot fluitjes – en enorme bellen wijn die niet leeg te krijgen zijn. Nog voor je een tweede slok kan nemen, kiepert Waldo de fles alweer om en roept daarbij luid: ‘Hóppaaa!’ Wie het waagt om een cola te bestellen, krijgt van hem persoonlijk een berisping. ‘Het is weekend en in het weekend wordt er gezopen’, aldus Waldo, die zich langzaam van gezellige zatlap tot vals drankorgel ontpopt.
De barvrouw zet Hazes op, de soundtrack van elke kroeg, en het afleidingsmanoeuvre werkt. Jong en oud, wij incluis, zingen arm in arm elke lettergreep mee. Dan volgt er een lading Hollandse hiphop en gaan de tafels aan de kant. Alle meisjes dansen en Waldo graait in het rond alsof hij Yvan Mayeur is, wij de spaarkas van Samusocial. Samen met de tijd blijken ook zijn zeden bevroren.
Gelukkig komen wij uit een land hier ver vandaan waar prinsessen draken verslaan. Waldo wordt op zijn plaats gezet en aan de toog geparkeerd. Wij feesten verder en hij mijmert dat het vroeger beter was. Al verzekert de barvrouw ons dat Waldo ook toen geen succes bij de wijven had.
Deze column verscheen in Flair op 11 juli 2017.
Meer columns van Catherine:
- COLUMN: ‘Na de zoveelste Netflix-bingesessie zit ik even slaperig achter mijn laptop als vroeger in de aardrijkskundeles’
- COLUMN: ‘Waarom vinden we een maatje 36 in bikini automatisch mooi en een 40 of meer dapper?’
- COLUMN: ‘Wij millennials gaan voor authentiek eten. Reizigersdiarree is hip en de pot in de riad kan zo op Instagram’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier