Redactrice Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.
Herfst in de stad
Net als elk jaar is de herfst daar plots, als een blad dat er genoeg van heeft gehad, zijn kleur verliest en zonder waarschuwing naar beneden dwarrelt. De eerste najaarsstorm is voorbijgeraasd en laat een spoor van terracottascherven achter op het terras. In huis kondigt het vertrouwde getik van de verwarming het nieuwe seizoen aan, een tijd van binnenblijven en je gelukkig prijzen dat je nergens meer heen moet.
De rust is welkom na een zomer vol lauwe en opnieuw opgewarmde verwachtingen, het zoveelste appel aan het gezond verstand. Dat laatste is schijnbaar iets waarover de bevolking dient te beschikken, terwijl men in Brussel vier seizoenen lang ambras maakt. Uitbundig feesten zat er de voorbije maanden niet in: eindeloze nachten werden gekortwiekt en legendarische festivals transformeerden noodgedwongen tot pensenkermissen, compleet met zittend publiek en armgezwaai. Aan het thuisfront zette eenzelfde trend zich in: bij gebrek aan reizen werd er wekelijks in mama’s tuin gebivakkeerd. Een moeders droom, een dochters noodzaak ten tijde van de Antwerpse avondklok. Om de zomer toch een schijn van decadentie mee te geven, ontaardden Brasschaatse barbecues in ware bubbelbacchanalen, badend in rosé op een bedje van burenruzie. Alles om te ontsnappen aan de beperktheid van ons bestaan.
Eindelijk zijn laagjes opnieuw toegelaten. Sweater weather! Kabeltruien en bottines.
Hoe anders is het nu, wanneer ik een bericht krijg van K. We wonen op nog geen kilometer van elkaar, elk aan de andere kant van een brede boulevard. Door het raam van onze woonkamers zien we regendruppels als dolken naar beneden kletteren. ‘Wat doen we?’ vraagt K. Weken geleden, toen de zon nog scheen en de herfst ver weg leek, spraken we af om vanavond op café te gaan, een idee dat op het moment van haar schrijven veel van z’n luister verloren heeft. ‘Laten we nog even afwachten’, stuur ik. ‘Misschien heb je zin om hierheen te komen?’ probeert zij nog. Wanneer niet veel later een van ons tweeën de verlossende woorden ‘rain check’ oppert, reageren we opgelucht in unisono. Gecancelde plannen zijn de beste plannen, zeker in dit seizoen vol verval en melancholie.
Auteur Jeroen Olyslaegers verwoordde dat gevoel het best: ‘Ik hou van de geur van rottende bladeren, van een overdaad aan regen, en vooral van dat zoete dat er in de lucht hangt als die bladeren verkleuren aan de takken. Ik hou van dat grijze boven me, dat net zo goed hard blauw kan worden op een zonovergoten dag, waarbij de zon een schijnwerper wordt met vet, boterachtig geel licht. Ik hou van die kleuren, dat geel van de bladeren dat echt kan opvlammen, die roden tussen die bruinen, ik hou van de okerkleur van de varens, hun soms bijna fluorescerend groen dat geel is geworden en vervolgens bruin werd. En ik hou van het geluid van de herfst, waar[in] ik soms de lokroep vermoed van de onderwereld waarvan we de ingang beter beginnen zien.’
Meer nog dan die geuren, kleuren en geluiden zijn het de temperaturen die mij gelukkig maken. Eindelijk zijn laagjes opnieuw toegelaten. Sweater weather! Kabeltruien en bottines. Zelfs het vooruitzicht op een trench en waterdicht vissershoedje stemt me blij. Morgen ga ik weer naar buiten, maar nu kijk ik hoe de regen tegen het raam tikt. De herfst is daar plots, en toch lijkt het alsof hij nooit is weggeweest.
Meer columns van Catherine:
- ‘Of we Gert Verhulst niet wilden restylen?’
- ‘Het ongewild delen van andermans naaktfoto’s is simpelweg een vorm van misbruik’
- ‘Ondanks corona is holiday-shaming nog steeds alive and kicking’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier