'Een voor een trok ik die bootcuts en skinny’s aan om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ik nérgens in paste.'
COLUMN: ‘Met het schaamrood op de wangen vroeg ik om een grotere maat. ‘Dat wás de grootste maat’, luidde het antwoord’
Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze in deze column elke week haar avonturen.
De horror van het pashok
Voor de een is een pashokje simpelweg de plek om een nieuwe broek te passen, voor de ander vormt die veel te krappe vierkante meter een poort naar de onderwereld. In het slecht verlichte vagevuur achter dat gordijntje vinden immers dagelijks drama’s plaats. Zo ook voor cartooniste Margo, die eind januari bij haar favoriete kledingketen ging shoppen, maar geen enkele broek in haar maat vond, met tranen tot gevolg.
Dat het merk in kwestie doorgaans met body positivity dweept, maakte de zaak voor haar alleen maar schrijnender. Ze distilleerde haar verdriet tot een cartoon die massaal gedeeld werd en uiteindelijk bij StuBru-presentatrice Linde Merckpoel belandde. Die maakte er een vlog van over het gebrek aan size inclusivity in de Vlaamse winkelstraten, een issue dat héél wat mensen een zucht van herkenning deed slaken. Ook op onze redactie.
Eén collega bekende dat ze al eeuwen geen broek meer gepast heeft, terwijl een ander terecht opmerkte dat de 42 van een Frans modehuis als een dwangbuis aanvoelt. Elke vrouw met een maatje 40+ heeft wel een horrorverhaal, ikzelf incluis. Jarenlang droeg ik enkel jurken omdat ik ooit gebodyshamed werd door een winkeljuffrouw. Ik was een jaar of achttien en trok me met een stapel denim terug in de kleedkamer van een niet nader genoemd jeansmerk. Een voor een trok ik die bootcuts en skinny’s aan – de mom jeans moest nog heruitgevonden worden – om uiteindelijk tot de conclusie te komen dat ik nérgens in paste.
Met het schaamrood op de wangen vroeg ik om een grotere maat. ‘Dat wás de grootste maat’, luidde het antwoord.
Met het schaamrood op de wangen vroeg ik aarzelend om een grotere maat. ‘Dat wás de grootste maat’, luidde het antwoord. Huilen deed ik niet, maar het voorval traumatiseerde me zo dat ik mijn benen pas weer in een broek zou proberen wurmen op het moment dat palazzo pants opnieuw hun intrede deden. Ondertussen heeft voornoemd jeansmerk gelukkig uit z’n fouten geleerd. Vandaag shop je er modellen in alle mogelijke maten, voor platte én ronde konten.
Ik ben dus wel degelijk hoopvol. Als moderedactrice en trotse eigenaar van een 40‑42 heb ik de laatste jaren een golf van verandering door het retaillandschap zien rollen. Steeds meer ketens worden inclusief, al vind je dat ruimere aanbod vaak uitsluitend online. Het is een begin, maar tegelijkertijd een excuus om grotere maten uit de winkel te weren. ‘Ja maar, daar is niet genoeg vraag naar’, klinkt het dan.
De getuigenissen van Margo en vele anderen bewijzen het tegendeel. Zolang winkeliers de vicieuze cirkel niet doorbreken, zullen er traantjes in het pashok blijven vallen. Dat is niet alleen triest, maar ook bad business. Wie ons wegstuurt richting webshop, heet ons niet bepaald welkom en wie onze zuurverdiende euro’s wil, zal het beter moeten doen. Door een broek aan te bieden waarin we nog kunnen ademen, ik zeg zomaar iets.
Meer columns van Catherine:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier