'Uiteraard kreeg ik het er snel aan de stok met een ander moederdier.'
COLUMN: ‘In de binnenspeeltuin irriteren andere ouders me meer dan hun kinderen’
Ik mis de zomer al ontzettend. In de zomer zijn er keuzes voor ouders met kleine kinderen: het park, de zee, de zoo, de kinderboerderij. In de winter is er... de binnenspeeltuin. Vóór ik moeder was, verkondigde ik luidkeels dat ze me daar zelfs dood nooit zouden terugvinden. Vier jaar moederschap later is mijn weerstand tegen het fenomeen langzaamaan afgebrokkeld, ongeveer gelijktijdig met mijn embargo op tv-kijken in de voormiddag, tabletgebruik op restaurant en cola buiten de verjaardagscontext. Dat wil echter niet zeggen dat de tijd die ik doorbreng binnen de muren van het hellegat dat binnenspeeltuin heet, ondertussen aangenaam vind.
Een bevolking bestaat doorgaans uit beleefde en onbeleefde mensen, vriendelijke zielen en hufters. En in een binnenspeeltuin komen die allemaal samen op een veel te kleine oppervlakte.
En nee, het zijn niet de honderden luide en zweterige kinderen die me daar het meest irriteren. Wel hun luide en zweterige ouders. Een bevolking bestaat doorgaans uit beleefde en onbeleefde mensen, vriendelijke zielen en hufters. En in een binnenspeeltuin komen die allemaal samen op een veel te kleine oppervlakte. Er wordt volop voorbijgestoken aan de zelfbedieningstoog, er volgen nooit excuses als er wordt geduwd en vooral: heel wat van de collega-ouders schijnen ervan uit te gaan dat de verantwoordelijkheid voor het gedrag van hun kinderen volledig vervalt bij het betreden van het complex. Het type ouders in kwestie arriveert ook altijd in groepen van twintig, herorganiseert vervolgens de plastic tafeltjes zoals het hen uitkomt en zit binnen de tien minuten na aankomst aan de wijn (de vrouwen) en het zware bier (de mannen). Begrijp me niet verkeerd: ik vind het zelf ook volledig acceptabel, zo niet noodzakelijk, om aan de wijn te gaan in een binnenspeeltuin. Maar het is wel een must om je kroost als het effe kan wél in het oog te houden.
Het was dus ook geen verrassing dat ondergetekende het er recent aan de stok kreeg met een ander moederdier. Ik had haar zoon al een half uur in het oog. Verwacht hier geen pleidooi voor verdraagzaamheid voor alle kinderen groot en klein: hij gedroeg zich als een compleet ettertje. Plots zag ik vanuit mijn ooghoek een bosje blond meisjeshaar in zijn knuistjes, en wel dat van mijn dochter. Ik snelde op het tweetal af en zei hem kordaat dat hij daar mee moest ophouden. Ik raakte hem uiteraard met geen vinger aan, maar nog geen halve milliseconde later stond ik neus aan neus met zijn moeder, die het acceptabel vond dat haar zoon de complete speeltuin terroriseerde, maar niet dat hij daar door een vreemde op werd aangesproken. Wel, laat dit een les zijn voor elke ouder die ooit nog mijn pad zal kruisen: als uw kind mijn kind fysiek pijn doet, zal het van mij zijn of haar bakske vol krijgen. U bent gewaarschuwd!
Deze column verscheen in Flair op 18 oktober 2016.
Meer columns van Lien lezen:
- COLUMN: 'In onze fantastische online realiteit zijn onze kinderen altijd blij, en mijn man en ik altijd gewassen'
- COLUMN: 'Er zit bijna een vrouw in het Witte huis, maar ik mag niet meebeslissen over de islolatie van míjn huis?'
- COLUMN: 'Bij mijn soortgenoten is het not done om je kinderen in contact te laten komen met Studio 100'
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier