'Soms fluister ik ‘dankjewel’ in haar oor. En in dat van mijn vriend.'
COLUMN: ‘Zelfs als ze haar maaginhoud over mijn schouder drapeert, heb ik het gevoel dat ik overloop van dankbaarheid’
Onze columniste Nele is terug, mét baby! Ze is nu 8 weken mama van een dochter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap. En alles wat je misschien liever niet wil weten.
‘Wat zeggen we dan?’ Met die vraag maande een moeder haar kleuter aan om dankbaarheid te tonen. Een simpele ‘dankjewel’ was voldoende. Maar de kleuter weigerde, terwijl de slager geduldig over zijn toonbank bleef hangen met een stukje vlees in zijn hand. Een blinkende roze schijf boterhamworst, opgerold tot een soort buisje.
Het deed me denken aan mijn eigen kindertijd, ook gevuld met ‘schellekes vlees’. Al wist onze slager dat hij me niets mocht geven als ik hem niet eerst bedankte. Dat had mijn moeder hem en mij opgedragen. De arme man en ik deden dus braaf wat ons opgedragen werd, hond-van-Pavlov-gewijs. Een vleesje voor een bedankje, want voor wat hoort wat. En met wat geluk liep ik dan naar naar buiten met een hele boulet in mijn mond.
Zo is het dat boterhamworst ervoor gezorgd heeft dat ik weet wat dankbaarheid inhoudt en dat niets vanzelfsprekend is in het leven. En dat besef is alleen maar sterker geworden sinds ik moeder ben. Als ik aan haar denk, als ik naar haar kijk, als zij naar mij kijkt en zelfs als ze haar maaginhoud over mijn schouder drapeert: soms heb ik het gevoel dat ik overloop van dankbaarheid. De eerste weken kon ik dat gevoel niet echt een plaats geven, net omdat het zo overweldigend was. In zekere zin kreeg ik een blinkend roze schelleke vlees, maar het is meer dan dat. Meer dan een bouletje ook. Meer dan ik ooit had durven denken of dromen.
Dankzij boterhamworst weet ik wat dankbaarheid inhoudt. En dat besef is sterker geworden sinds ik moeder ben.
Wie ik daarvoor moest bedanken, wist ik niet. En dat maakte me bang en onrustig, want voor wat hoort toch wat. Dus moest ik niet iets inleveren om zo veel te krijgen ? Die vraag spookte door mijn hoofd telkens wanneer er weer een druppel dankbaarheid over de rand van het emmertje liep. Na enkele weken heb ik door hoe het moet. Die dankbaarheid krijgt langzaam een plaats in mijn leven, doch zonder vanzelfsprekendheid. Soms fluister ik ‘dankjewel’ in haar oor. En in dat van mijn vriend. Maar bovenal toon ik mijn dankbaarheid door haar graag te zien. Liever dan eender wat. En blijkbaar gaat dat dus helemaal vanzelf.
‘Wat zeggen we dan?’ hoorde ik de moeder opnieuw zeggen in die slagerij. Tevergeefs, want de kleuter griste zwijgend het vleesje uit de handen van de slager om het gulzig in zijn mond te duwen. ‘Hij mag het zo hebben, hoor ’, zei de slager lachend. Zo stelde hij de moeder en daarbij ook mij gerust.
Lees meer columns van Nele:
- ‘Ik had nooit gedacht zo gelukkig te worden van mijn baby die zo hard aan mijn tepel zuigt dat die driedubbel zo lang wordt’
- ‘Een gipsafdruk van mijn buik? Ik had er beter een laten maken van mijn lichaam vóór de zwangerschap’
- ‘Met mijn kind halfweg in het geboortekanaal ging ik mijn eigen grenzen en schaamte voorbij. Ver voorbij’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier