Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Het was de eerste keer dat ik op zo’n manier opkwam voor mijn dochter, meer dan voor mezelf. En ik sprak voor alle dochters, alle moeders.'

COLUMN: ‘Dat meisje met de hotpants was niet mijn dochter, maar ze was wel iemands dochter’



Columniste Nele werd vorig jaar moeder. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.

Over protest


Er passeerde een jong meisje. Ze droeg een T-shirt en hotpants, haar billen waren zichtbaar. Terwijl de mensen op het terras naar haar keken, keek ik naar die mensen. In hun blik zag ik veel, maar volgens mij zat onder het gegniffel en afkeuren vooral jaloezie. Dat meisje dúrfde tenminste. Terwijl zij rustig verder wandelde, hoorde ik een van de mannen aan het tafeltje naast mij en mijn vriendin een opmerking maken tegen zijn vrienden. ‘Dan moeten ze toch niet verbaasd zijn dat ze verkracht worden.’ Ik verslikte me in mijn koffie. Was het echt zo dat mensen anno 2020 nog steeds zulke uitspraken durven te doen? Krijgt het slachtoffer bij een aanranding nog steeds de schuld? Hebben we het als vrouw altijd allemaal zelf gezocht?

Alles in mij protesteerde en plots voelde ik in elke vezel van mijn lijf dat ik moeder ben. Dat ik anders ben en denk dan vroeger. Als moeder van een dochter zag ik die dochter namelijk door de straten wandelen. Vrolijk, onbezonnen, levenslustig. In een lange broek, een korte rok of hotpants. Het zal niet uitmaken, want iedereen zal wel een mening over haar hebben. Ze zal te groot zijn, of te klein. Te dik, of te dun. Te knap, of te lelijk. En volgens sommige mannen zal ze dus ergens ook een excuus met zich meedragen dat anderen zouden mogen aangrijpen om haar pijn te doen.

Ik voelde veel. Kwaadheid, om alles wat er mis is met de wereld. Verdriet. Onmacht. Maar vooral een soort van protest. Dat meisje met de hotpants was niet mijn dochter, maar ze was wel iemands dochter. En niemand zou zo mogen praten over iemands dochter.

Krijgt het slachtoffer bij een aanranding nog steeds de schuld? Hebben we het altijd zelf gezocht?


Ik moest iets doen. Ik moest iets zeggen. Ook al was ik bang. Dat type mannen heeft namelijk altijd gelijk, zeker wanneer een vrouw hen ongelijk geeft. Maar ik had in mijn leven al te vaak ongevraagd opmerkingen gekregen van zulke mannen. Ik had al te vaak een penis in mijn gezichtsveld geduwd gekregen door exhibitionisten. Ik had al te vaak ongewild een hand op mijn lichaam gevoeld. Té vaak. Want zelfs één keer is een keer – wat dat betreft – te veel. Ik schraapte mijn keel en sprak de mannen aan.

Ik had twee vragen voor hen. ‘Jullie hebben ook dat meisje met de hotpants gezien?’ vroeg ik beleefd. Ze grijnsden. Dat hadden ze. ‘Weten jullie dan niet dat de kledingkeuze van een vrouw nooit een excuus is voor een verkrachting?’ Plots had ik drie perplexe mannen voor me. De ene zei me dat ik het allemaal met een korreltje zout moest nemen. De andere zei snel dat zijn dochter zo niet moest rondlopen. En de derde mompelde dat ik ergens wel gelijk had. Érgens. Waarschijnlijk op de kruising tussen ‘godverdomme’ en ‘laat mij gerust, lelijk wijf’.

De mannen vertrokken monkelend en ik bleef achter met trillende handen. Alsof ik net mijn jong uit de bek van een briesende leeuw had gered. Het was de eerste keer dat ik op zo’n manier opkwam voor mijn dochter, meer dan voor mezelf. Ik had mijn woorden gebruikt om daden tegen te spreken. En ik sprak voor alle dochters, alle moeders. Als iedereen dat doet, is het op een dag hopelijk niet meer nodig. Tot dan zou ik graag willen dat iedereen de coronamaatregelen in acht blijft houden: een mondmasker voor iedereen om bullshit te filteren en social distancing. Voor sommigen zou het zelfs een pak meer moeten zijn dan anderhalve meter.

Lees meer columns van Nele:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '