Redactrice Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.
99 % zelfverzekerd
Al vijf jaar lang schrijf ik elke zomer een column over lichaamsbeeld en (het gebrek aan) zelfvertrouwen, en dat is niet toevallig. Terwijl we de overige tien maanden die lovehandles, harige rug of cellulitis vakkundig verstoppen onder leuke outfits, laten juli en augustus niets aan de verbeelding over. En terwijl we andere jaren collectief ons best doen om buikspieren te kweken voor de eerste hittegolf, bleven fitnesscentra nu de helft van het voorjaar dicht. Bedankt corona, voor het beste excuus ever.
Ik lach ermee, want uiteraard geloof ik heilig dat elk lijf een zomerlijf is. Ook tijdschriften en social media weerspiegelen dat besef steeds beter. Hashtags als #normalisenormalbodies, #celluLIT en #effyourbeautystandards vliegen ons om de oren. Ik zie influencers dezer dagen bijna net zo veel close-ups van hun striemen als selfies posten – een evolutie die ik toejuich overigens. Jup, self-love is in, en dat is positief. Toch blijft het voor velen onder ons een onbereikbaar ideaal.
Zelf krijg ik vaak te horen dat ik zelfverzekerd lijk. Met de nadruk op ‘lijk’. Oké, ik loop zonder schroom aan het zwembad rond, poseer zonder problemen in bikinitop voor de cover van Flair en straal op sommige dagen de attitude van een Cardi B-video uit. Op andere dagen sta ik echter huilend voor de spiegel in een jurk die niet meer past en kijk ik vol heimwee terug naar foto’s van zes jaar geleden op Ibiza, toen die rotte rits nog wél dichtging. Gelukkig besef ik ondertussen dat je er op je 22 wil uitzien als op je 16, op je 28 als op je 22, op je 34 als op je 28 en zo verder, tot je 68 bent en eindelijk inziet dat je al die tijd geweldig was. Jezelf graag leren zien is een werk van lange adem waarbij geen cardiotraining helpt.
Vind je een foto niet perfect, post ’m dan toch. Twijfel je over een te korte jurk, koop ’m dan zeker!
Soms denk ik aan de weg die ik tot nu toe heb afgelegd en ben ik best trots: als puber zag ik mezelf steevast als het lelijke eendje, de minder knappe zus of vriendin die het moest hebben van haar humor en filmkennis. Ik kon mezelf minutenlang in de spiegel bestuderen, speurend naar minpunten. Elke pukkel of vetrol was een reden om niet graag gezien te worden. Ik zocht de oorzaak van elke verloren vriendschap en elke onbeantwoorde liefde – vooral dat laatste – bij mezelf. Was mijn buik nu maar wat platter, mijn huid wat egaler, mijn cupmaat wat groter, dan zou de ander vast wel van mij houden. Niet dus.
Het is een cliché, maar de dag dat ik voor het eerst een middelvinger opstak richting mijn eigen lage zelfbeeld ging er een wereld voor mij open. Daarom draag ik nu crop tops en neem ik selfies en schrijf ik keer op keer dezelfde boodschap neer. Niet omdat ik honderd procent zelfverzekerd ben, maar omdat ik me steeds minder laat afremmen door mijn onzekerheden en anderen wil aanmoedigen om hetzelfde te doen. Vind je een foto niet perfect, post ’m dan toch. Twijfel je over een te korte jurk, koop ’m dan zeker! Zoals de Amerikaanse kunstenares Georgia O’Keeffe ooit zei: ‘Ik ben elk moment van mijn leven absoluut doodsbang geweest, en ik heb me daardoor nooit laten tegenhouden om de dingen te doen die ik wilde doen.’ Helemaal tevreden met onszelf zullen we nooit zijn en dat hoeft misschien ook niet. Er bestaat immers een woord voor overdreven zelfvertrouwen: arrogantie. En dat staat niemand, hoe strak dat zomerlijf van je ook is.
Meer columns van Catherine:
- ‘Er zit een gat in mijn cultuur, en in die van jullie wellicht ook’
- ‘Een snelle exit na die onenightstand is door de avondklok geen optie. Ontbijt dan maar?’
- ‘Enige tijd terug kwam ik onder vuur te liggen. Mijn eerste reactie: keihard in de verdediging gaan.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier