Arkasha woont in Antwerpen, maar reist tien weken door Centraal-Amerika. Over alles wat ze daar ontdekt en beleeft, schrijft ze naar Anaïs, die in New York woont.
Hey Anaïs,
Vanochtend had je me niet willen tegenkomen. Na een ijskoude nacht in de tent stond ik om 4 uur op om in vuile kleren een vulkaan op te strompelen. Met een koplamp op hijgde ik mijn hartslag uit mijn keel, rochelde mijn met stof vermengde slijmen los, tufte ze kwaad op de helling en zeurde om de tien meter ‘het gaaaaat niet’ tegen mijn lief. Een geluk dat ik mijn regels niet had, of het was nog erger geweest.
Vanochtend vertrokken we vanuit het basecamp naar de top van de Acatenango, een icoon in Guatemala. Dat we op bijna 4.000 meter hoogte in ijle lucht wandelden, maakte elke stap dubbel vermoeiend. Maar zoals dat gaat met verwende kindjes: geef ze een lolly en ze stoppen met foeteren. In mijn geval smulde ik van de zonsopgang boven op de top, in combinatie met het zicht op de Fuego, een actieve vulkaan die om de paar minuten lava en rook uitspuwt. Met open mond stond ik erbij en keek ernaar, intens gelukkig, als een kind dat voor het eerst zijn lievelingsdier ontmoet. Dat gebeurde overigens een paar dagen geleden bij mijn lief.
Aan het Lago de Yojoa, een meer in Honduras, stonden we voor dag en dauw met onze verrekijker klaar voor een bird watching tour. En jawel, vanuit ons roeibootje zagen we niet één, maar elf toekans tussen de bomen vliegen. Mijn lief werd weer een verwonderde kleine jongen. Hij kon enkel ‘wauw’ uitbrengen. Een week daarvoor leverde diezelfde uitspraak luchtbellen op, want toen spendeerden we onze dagen onder water. Op Útila, een eilandje voor Honduras, leerde ik duiken. Zó cool om in een paar intense dagen een nieuwe skill te leren. We waren te gast in een felgekleurde wereld die niet de onze is. Precies fluostiften onder blacklight, zo intens waren het paars en geel van het koraal en de vissen. Maar – niet onbelangrijk – dat alles zou niet mogelijk zijn zonder al die locals die hier hun nikkel afdraaien.
Vogelspotter Matías herkent elke soort uit de Centraal-Amerikaanse gids. Ondanks zijn uitgebreide kennis en 23 jaar ervaring, woont hij in een héél bescheiden hutje. Gids Benjamin maakt de tocht op de Acatenango meermaals per week en werkt tussendoor nog op het veld om genoeg geld binnen te rijven. Hun vrouwen, zussen en moeders zorgen ervoor dat er elke dag tortillas op tafel komen. Ze voeden de kinderen op en doen de was en de plas. Het is dankzij hén dat wij van zoveel natuurpracht kunnen genieten. Hoe chagrijnig ook, dan besef je dat je helemaal niks te klagen hebt. En maar beter een dikke fooi geeft. Intussen probeer ik alle inzichten, dankbaarheid en verwondering te capteren om mee te nemen naar huis, over drie weken, wanneer het leven weer wat sneller, harder en kouder wordt. M’n chagrijn laat ik op de vulkaan. Of toch tot m’n regels er weer zijn.
Arkasha
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier