Anaïs verhuisde voor de liefde naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha.
Ik heb wat schrik voor m’n kleine kantjes, want de vriendin die altijd alles zo goed op een rijtje heeft, is een paar dagen op bezoek. Terwijl ik alles uit de kast haal om haar te imponeren – ik neem haar mee naar mijn nieuwe favoriete koffiebar in Bed-Stuy, we maken een fietstocht naar de elegante brownstones in Brooklyn Heights, we wandelen over de brug tot in Chinatown, en passeren onderweg naar huis ook nog langs het indrukwekkende monument voor 9/11 – komt dat aloude gevoel toch weer de kop opsteken. Ze is zo een van die vriendinnen door wie ik soms geïntimideerd en geïrriteerd ben, omdat ze steevast schoner, slimmer en sympathieker is dan ik. De trut.
Toen ik, jaren geleden, nog studiepunten en tweede zitten moest meezeulen naar het volgende jaar, hopend op een deliberatie hier en daar, was zij allang afgestudeerd en aangenomen. Toen ik nog snotterend aan de telefoon hing omdat mijn zoveelste lief, tegen geen énkele verrassing in, mij weer gedumpt had, had zij allang de liefde van haar leven gevonden. En terwijl ik impulsief al m’n hebben en houden achterliet voor die knappe Mexicaan in New York, woonde zij al jaren in een prachtig, zelf gerenoveerd huis met – zo bleek al snel – een nog prachtigere baby op komst.
Tussen al mijn grillen en onverwachtse wendingen door had ze nooit een oordeel klaar, alleen maar steun en trots. En toch hoopte ik stiekem dat zij ook wel eens tegen de muur zou knallen, of op z’n minst een van haar ontelbare ballen in de lucht zou laten vallen. Al was het maar voor één keer. Sommige mensen zijn te goed in alles, en dat is slecht voor mijn fragiel ego. Dus als iedereen daar in ’t vervolg even rekening mee zou kunnen houden? Dank u!
Het is een van m’n meest giftige kantjes, die jaloezie. En ik kan het volgens mijn lief maar moeilijk verbergen. Onlangs voelde ik zelfs afgunst tegenover m’n onschuldig, lief, nietsvermoedend nichtje, want tegenwoordig spreekt die sneller en sappiger Spaans dan ik. ‘Estoy celosa’ dus, zoals zij ‘t vast foutloos zou zeggen. Volgens een studie van Harvard maakt het mij menselijk, en is het een ‘kans om te ontdekken wat mijn diepere noden en verlangens zijn’, maar dat vind ik maar een schrale troost.
’s Avonds blijkt natuurlijk dat ik te snel geoordeeld heb. Op het eind van de dag, wanneer we uitgeput in de zetel ploffen, vertelt ze me dat ze best jaloers is op m’n nieuwe leven hier. Al zegt zij het zonder pijnlijke grimas, dan wel met de grootste glimlach en een oprechte sprankel in haar ogen. Vol blijdschap en trots, en vooral: zonder afbreuk te doen aan haar eigen, geweldige leven. Kijk, zelfs dát doet ze beter.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier