Anaïs verhuisde voor de liefde naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha. Daarom pent ze haar gedachten wekelijks in een brief neer naar haar. Deze week: doorzettingsvermogen en een halve marathon.
Hoi Kash,
Ken je de Robin Williams-filmklassieker Jumanji nog? Die scène waarin een neushoorn totaal buiten adem een op hol geslagen stampede achterna sjokt? Ik wil maar zeggen, ik liep een halve marathon en het zag er ongeveer zo uit. Ik had me nochtans goed voorbereid. Weken, nee wat zeg ik, máánden liep ik rondjes in Central Park. Ik stretchte me tot rubber, dronk sportdrankjes in de meest felle kleuren, en kocht zelfs loopkleren. Vandaag zouden die woeste inspanningen éíndelijk worden beloond.
Opgefokt van de zenuwen en de adrenaline staan m’n goede vriendin V. en ik opeengepropt tussen duizenden renners, aan te schuiven voor de start. ‘Some people pee during the race’, hoor ik iemand fluisteren. ‘Or even worse, poop!’, reageert een ander. Nog een derde komt net te laat met z’n goede raad: ‘Zolang je maar niet…’, want plots is het aan ons. Gelukkig duurt het niet lang voor we onze eerste supporters zien staan, mijn lief en vriendin E. Met versierde bordjes en hun gsm in de aanslag komen ze ons luidkeels aanmoedigen.
‘Ik ben een gazelle ik ben… nee ik ben een grap.’ Ik heb namelijk nogal de neiging om mezelf weg te lachen en niet serieus te nemen.
Elke stap wordt vastgelegd, alsof het een Eddy Merckx-docu voor Sporza was. Al lijkt het gezien m’n tempo eerder op die slow-tv met Ruben Van Gucht. Anyway, traag of niet, ik voel me heroïsch en herhaal keer op keer hetzelfde mantra: ‘ik ben een gazelle, ik ben een gazelle’. Van Greenpoint tot Prospect Park, 21 kilometer lang. Of althans, dat was het plan. Want dan komt daar dat awkward moment wanneer de 73-jarige Bill uit Boston na een korte babbel (‘First time? Where are you from?’) je rustig voorbij jogt. En wanneer je tussen het hijgen door naar je loopbuddy V. hapt en gebaart ‘dat ze jou mag achterlaten’. Red jezelf!
Terwijl ik door de straten van Brooklyn loop, tussen zo’n 20.000 lotgenoten, ga ik de strijd aan met mezelf. ‘Ik ben een gazelle ik ben… nee ik ben een grap.’ Ik heb namelijk nogal de neiging om mezelf weg te lachen en niet serieus te nemen. Ik zet mijn mails het liefst van al vol met zachte smilies en speelse uitroeptekens, en begin conversaties geregeld met ‘Ik ben niet zeker maar…’. Dat besloot ik maanden geleden aan te pakken met een psycholoog, want ik wil sterker in mijn schoenen staan.
Het goede nieuws is: ik hoef dit niet alleen te doen. 7 kilometer voor het einde zie ik E. en B. Ze geven me niet alleen een high five maar ook een duwtje in de rug. Nog 4 kilometer en ik spot m’n lief, luid over de massa heen brullend ‘I’m so fucking proud!’. Ik moet er bijna van huilen. Nog 2 kilometer. Honderden supporters schreeuwen ‘You can do it! Don’t give up!’, ik doe alsof ze daar allemaal voor mij staan. Nog 1 kilometer. Bijna. Daar is de finish. Yes, I did it, en ik gaf niet op. Uitroepteken.
Anaïs
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier