'Ik probeerde te zijn wie ik altijd was geweest, maar alles was volledig anders.'
‘Ik herkende mezelf niet meer. Mijn blik was niet hetzelfde, mijn glimlach was niet meer oprecht.’
Nele is twee jaar geleden mama geworden en doet het daarom of desondanks nóg eens allemaal opnieuw! Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Help. Dat is het codewoord. Dat zijn de enige vier letters die je na elkaar moet uitspreken. Help. H-E-L-P. Moeilijk is het niet. En toch is hulp vragen een van de moeilijkste dingen die ik het afgelopen jaar heb moeten doen. Tijdens dat jaar werd voor mij elke dag duidelijker dat er iets scheelde. Dat ‘iets’ bleek PTSS te zijn, een posttraumatische stressstoornis die zich tussen de bevalling en de kraamtijd ergens in mijn hoofd, lijf en leden had genesteld. Maar om dat kind een naam te geven heb ik dus eerst die hulp moeten inroepen.
Alles in mij riep eigenlijk al heel de tijd om hulp, maar aan de buitenkant bleef het stil. Nog voor ik ‘help’ kon zeggen en het op het puntje van mijn tong kon geraken, slikte ik alles weer in. En deed ik verder. Want ik kon het de vorige keer toch, dus dit keer zou het me ook wel lukken? Ik was toch ook geen zwakkeling? Bovendien deed ik alles toch beter zelf, want dan was het waarschijnlijk toch ook beter? Wilde ik echt anderen lastigvallen met mijn problemen? Wie zou mij bovendien kunnen helpen? En wat zou helpen? Zou het schuldgevoel dat bij die hulpvraag hoorde wel opwegen tegen de hulp zelf? En meer nog dan al het voorgaande: zou ik door hulp te vragen ook echt moeten toegeven dat ik hulp nodig had?
‘Ik kan niet meer’, snikte ik. Ik voelde niets en tegelijk zoveel op dat moment.
Ontkennen kon ik nochtans niet. Als ik mezelf op foto’s zag, herkende ik mezelf niet meer. Mijn lichaam was veranderd, dat sowieso, maar het bewoog niet eens meer op de manier die ik gewoon was. Mijn blik was anders. Donkerder, triestiger, minder levendig, net zoals ikzelf. Mijn glimlach was niet meer oprecht. Ik probeerde dezelfde persoon te zijn als wie ik altijd was geweest, hetzelfde te doen als ik altijd had gedaan, maar alles was volledig anders. En helemaal niet beter. Het leek alsof ik vanachter een venster naar mijn eigen leven keek. En hoe langer ik bleef staan om te kijken, hoe troebeler het beeld werd. Tot ik gewoon zin had om mijn ogen te sluiten en dicht te houden, in plaats van gewoon dat venster te openen.
Nadat ik maanden had geprobeerd te overleven en gevochten had in dat vreemd soort vacuüm, voelde het alsof ik de strijd had opgegeven toen ik huilend bij de huisdokter zat. ‘Ik kan niet meer’, snikte ik. Ik voelde niets en tegelijk zoveel op dat moment. Schuld, schaamte, verdriet en niet op de laatste plaats machteloosheid. Ik was mezelf helemaal kwijt, ik voelde me verloren. ‘Help’, zei ik vervolgens, bang en aarzelend. H-E-L-P. En pas daarna kreeg ik het gevoel alsof ik een eerste, kleine overwinning geboekt had.
Meer columns van Nele:
- ‘Na een moeilijk jaar heb ik eindelijk de stap durven zetten om hulp te vragen. En die hulp ga ik krijgen, maar dat jaar ben ik kwijt.’
- ‘Met wallen onder mijn ogen laat iedereen me met rust, en zo heb ik het graag’
- ‘Het enige voordeel aan het feit dat ik en ook hij ’s nachts niet veel slapen, is dat ik hem niet moet horen snurken’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier