‘Twee woorden die ik als ouder iets te makkelijk in de strijd gooi.’
‘Mijn kinderen zouden maar één ding onthouden van mijn gesakker: ““altijd”” en ““nooit””’
Columniste Nele werd drie jaar geleden moeder en desondanks of net daarom doet ze het nog eens opnieuw! Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
‘Het is hier altijd hetzelfde! Waarom kunnen jullie nooit gewoon eens doen wat ik vraag?’ Ik hoorde het mezelf roepen tegen mijn twee kinderen, een peuter en een kleuter. Twee kleine kinderen die maar één ding zouden onthouden van mijn gesakker: ‘altijd’ en ‘nooit’. Twee woorden die ik als ouder iets te makkelijk in de strijd gooi als een frustratie die ik onbedoeld doorgeef aan mijn kinderen. Het is een standaardrepertoire van klachten en verwijten dat iedere ouder ontwikkelt: ze zijn altijd aan het kibbelen, willen nooit een jas dragen, klagen altijd over het eten en kunnen nooit eens hun rommel opruimen.
In de echo van mijn woorden hoorde ik dan ook diezelfde woorden van mijn eigen moeder weerklinken. Noem het daarom gerust een generationeel probleem, want iedere generatie heeft ‘altijd’ en ‘nooit’ weleens gebruikt als automatische reactie op vermoeidheid, stress en de hectiek van het dagelijkse leven.
Net daarom zijn die extreme woorden een veralgemening die meestal niet opgaat. Niet altijd, alleszins. Diezelfde dag hadden mijn kinderen namelijk wel degelijk alles gedaan wat ik vroeg, zonder het gebruikelijke gemor erbij. Ze kibbelen niet eens zo vaak, zijn best in staat om een jas te dragen, eten wat de pot schaft en ruimen zelfs hun rommel op.
Alles duurde tien keer langer dan het zou moeten en twaalf keer langer dan het zou kunnen, dus daar had je het: een automatische reactie op vermoeidheid, stress en de hectiek van het dagelijkse leven.
Maar toen we ons moesten haasten en ik hen vroeg om zich gewoon even te haasten, wist geen van beiden plots nog wat hun voor- of achterkant was. Alles duurde tien keer langer dan het zou moeten en twaalf keer langer dan het zou kunnen, dus daar had je het: een automatische reactie op vermoeidheid, stress en de hectiek van het dagelijkse leven. Amen.
Toen de kleuter opmerkte dat ik altijd boos was, besefte ik het: het ouderschap is een oefening in ‘leven in het nu’. Want het is op dat ene moment dat ze niet luisteren. En al die andere momenten die daaraan voorafgaan en erop volgen. Maar het is nooit altijd. Die nuance wil ik mijn wel meegeven, omdat het een verschil maakt in de manier waarop ze zichzelf en hun gedrag zien.
Heel die opvoeding is geen kwestie van alles of niks, wit of zwart, het ene uiterste tegenover het andere uiterste, geen veralgemening van clichés.
Altijd en nooit zijn een uitzondering. Meestal toch.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier