‘Maar liefde is de beste kuur voor onrecht.’
‘Ik vertel mijn dochter dat het leven bikkelhard kan zijn en dat pijn lijden onvermijdelijk is’
Vorige zomer startte onze columniste Laura (30) met een hormoonbehandeling om een kindje te kunnen krijgen van haar overleden man Kobe. Eerder dit jaar kondigde ze haar zwangerschap aan en op 20 juli 2023 kon ze hun prachtige dochter Aster in de armen sluiten. Ze neemt ons mee tijdens haar eerste momenten als kersverse mama.
Rouwen is als roeien met twee riemen, las ik laatst. De ene riem spitst zich toe op het verlies en de andere riem staat voor herstel en het leven dat verdergaat. Om vooruit te raken, zijn beide riemen nodig. Er hoeft geen constant evenwicht te zijn, maar wisselen van riem is nodig om te varen, want anders blijf je in cirkels draaien.
Terwijl ik dit schrijf, zit mijn haar in een slordige knot en hoor ik door de babyfoon gehuil van Aster. Ik heb Kobes oude joggingbroek aan en mijn huis is rommeliger dan het in tijden geweest is. Vaak schrijf ik over de schoonheid van het moederschap, maar er zijn ook dagen waarop het moeizaam gaat en het lijkt alsof mijn riem bleef steken in een onderstroom van gemis. Dat Kobes sterfdatum deze week herdacht wordt, heeft daar ongetwijfeld mee te maken.
Inmiddels is het 730 dagen geleden dat Kobe me in het schemerdonker, vlak voor zijn overlijden, liet beloven nooit de lichtjes in mijn ogen te verliezen. Aarzelend ging ik akkoord met zijn wens. Ik was het hem verschuldigd het leven te vieren ondanks ons nakende afscheid. Nu zijn we twee jaar verder en meen ik te mogen concluderen dat ik mijn belofte nakwam.
De eerste maanden na zijn overlijden hield ik een weddenschap met mezelf om elke dag iets te plannen waar mijn hart een sprongetje van zou maken. Ik herinner me hoe de verplichtingen op mijn takenlijst toen veel energie vergden. De brievenbus legen, mails beantwoorden, de katten eten geven, douchen... Alles leek dubbel zoveel energie te kosten dan voordien. Er waren dagen waarop ik te moe was om de thermostaat in de keuken aan te draaien, waarna ik een fort uit dekens bouwde in bed om de kou te verjagen. De katten miauwden ongeduldig aan mijn slaapkamerdeur tot ik opstond, en ik slaagde er met moeite in de vele berichten van vrienden te beantwoorden.
Soms besef ik dat ik ondanks het verlies van Kobe gelukkig ben. En dan voel ik me schuldig dat ik wél verder mocht.
Toch schreef ik me in die donkere dagen in voor een naaicursus die ik altijd al wilde volgen, genoot ik van de zon op een winterse ochtend en bezocht ik gezamenlijke vrienden, ook als dat het gemis versterkte. Elke keer kostte het me veel moeite om de sluier van verdriet op te tillen. Intussen ben ik het best gewoon hoe het gemis als eb en vloed de kust van mijn gedachten bewoont. Ik leerde mijn grenzen kennen en probeer het hooi op mijn vork gelijkmatig te verdelen, zodat het gemis beteugelbaar blijft.
Ik sta nu met beide benen in het heden, verlang sinds kort weer naar wat de toekomst brengen mag en roei af en toe met mijn riem in het verleden. Soms slaat het besef in dat ik, ondanks het feit dat onze ergste nachtmerrie twee jaar geleden werkelijkheid werd, gelukkig ben. Dan voel ik me schuldig dat ik verder mocht en Kobe niet. Soms huil ik om wat was of om de slachtoffers van de oorlog die nu woedt. Ik vertel mijn dochter dat het leven bikkelhard kan zijn en dat pijn lijden onvermijdelijk is, maar dat liefde de beste kuur is voor onrecht. Dat geloof ik echt, al 730 dagen lang.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier