'De eerste horde had ik al genomen zodra ik een epidurale verdoving gekregen had en niet meer kon onderscheiden of ik nu vruchtwater, urine of stoelgang verloor.'
COLUMN: ‘Met mijn kind halfweg in het geboortekanaal ging ik mijn eigen grenzen en schaamte voorbij. Ver voorbij’
Onze columniste Nele is terug, mét baby ! Ze is nu 4 weken mama van een dochter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap. En alles wat je misschien liever niet wil weten.
Even leek het alsof mijn vagina een soort van klapdeur was geworden. Het publiek stond zoals in Soundmixshow aan de ene kant, nieuwsgierig naar wie of wat er in het licht van een spot door een rookwolk uit de deuropening zou komen. En dat voor iemand die geen groepssport wilde doen, want: gezamenlijke douches. Met mijn kind halfweg in het geboortekanaal ging ik dan ook niet enkel mijn eigen grenzen, maar ook mijn schaamte voorbij. Ver voorbij.
De eerste horde had ik al genomen zodra ik een epidurale verdoving gekregen had en niet meer kon onderscheiden of ik nu vruchtwater, urine of stoelgang verloor. Vooral dat laatste bleek een terugkerend thema tijdens mijn bevalling. Op een bepaald moment was ik zelfs bang dat ik de wereld niet zou verblijden met een kind dan wel met een hoop ontlasting. Een ongegronde angst, zou later blijken.
Kraamverband is een maandverband dat ongeveer zo groot als een pasgeboren baby is en dat even vaak door als voor mij vervangen werd.
De volgende horde nam ik toen mijn borsten gemolken werden door mensen wiens naam ik niet eens kende. Doorgaans is dat toch een vereiste om tot fysiek contact van die aard over te gaan. En dan waren er nog de bedpan en het befaamde kraamverband. Dat laatste is een maandverband dat ongeveer zo groot als een pasgeboren baby is en dat even vaak door als voor mij vervangen werd. Al is mijn dankbaarheid voor het verplegend personeel dat dagelijks in de weer is met zo’n kraamverbanden, nog groter. Oneindig veel groter. Want dankzij hen heb ik geleerd dat er voorbij de schaamte nog een andere halte is: menselijkheid. En gelukkig is niets menselijks ons of hen vreemd. Zeker en vooral niet wat een bevalling betreft.
Onwetend was ik daarom tijdens de dagen dat ik mijn portefeuille uit mijn handtas nam en er een inlegkruisje aan kleefde of er maandverband op de grond viel. Ongebruikt, maar toch gênant. Of de keren dat ik angstvallig een tampon in mijn mouw verstopte om naar het toilet te gaan. Het was dat of mijn hele handtas meenemen. En iedereen weet dat een vrouw die haar hele handtas meeneemt naar het toilet, dat doet omdat ze uit haar vagina bloedt. Heel normaal allemaal. En toch zo schaamtelijk dat ik iedere keer opnieuw dacht dat het niet erger kon worden. Maar dan zet je dus een kind op de wereld, wordt je lichaam publiek bezit en krijg je even vaak als je baby een nieuw luiertje in je slip geduwd, om dan te beseffen: het kan alleen maar beter worden.
Lees meer columns van Nele:
- ‘Op een donderdagavond kon ik de komst van onze dochter aankondigen: “Ik denk dat ik ik mijn broek geplast heb!”‘
- ‘Ik werd triest omdat ik niet wist hoe mijn dochter eruitzag. Het enige wat ik had gezien, was de bovenkant van haar hoofdje.’
- ‘Eindelijk kon ik haar en zij mij besnuffelen en liefhebben. Niets was nog zoals het was’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier