‘Daar ben ik dankbaar voor, omdat we toch de puf niet hebben om verder weg te gaan.‘
‘De wereld rondreizen met de kinderen? Het verst dat we nog raken, is de Noordzee.’
Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Een vakantie aan zee is zoals een vakantie thuis, maar dan met meer zand. Dat was mijn enigszins pessimistische visie op onze vakantie aan de Noordzee. Voor de vijfde zomer op rij gingen we naar dezelfde plek om hetzelfde te doen met dezelfde mensen. Die mensen zijn mijn gezinsleden, maar dat maakt het niet minder vervelend. Soms zelfs integendeel.
Tijdens die vakantie staat de tijd naar mijn gevoel stil en leven we volgens een vaste routine: elke dag hetzelfde plekje op het strand, elke dag knutselen na de middag en elke dag een ijsje: één bol chocolade met discodip in een potje. Waarom die routine? Omdat die nodig is om in te spelen op de noden van onze oudste dochter. Zij heeft autisme en gaat nogal goed op die routine. Voor haar is het een veilig kader waarin ze kan ontspannen en zichzelf kan zijn. Voorspelbaarheid geeft haar rust, en dat willen we.
Maar voorspelbaarheid geeft mij onrust. En dat wil ik niet. Ik had altijd gedacht dat ik de wereld rond zou reizen met mijn kinderen. Op sociale media zag ik anderen dat immers ook doen. Het leek zelfs alsof dat makkelijk was! Nooit gedoe met jetlags, kinderen die net zo graag gebraden krekels als frietjes aten en overal lachend op de foto stonden... Dus waarom niet? De wereld is maar een speldenkop groot, en ik wilde overal geweest zijn en alles gezien, geproefd, geroken en gevoeld hebben.
Eenmaal daar toonden we haar de Berlijnse Muur en Brandenburger Tor, en toonden we onszelf dat het inderdaad makkelijk was om te reizen met kinderen.
Toen onze oudste dochter zes weken oud en wij onwetend waren, gooiden we haar op vrolijke doch verantwoorde manier in haar maxicosi en vervolgens op de achterbank. Daarna karden we zo snel mogelijk – maar niet sneller dan de opgelegde snelheidsgrens – naar Berlijn, naar de wereld! Eenmaal daar toonden we haar de Berlijnse Muur en Brandenburger Tor, en toonden we onszelf dat het inderdaad makkelijk was om te reizen met kinderen. Al beperkte het concept ‘kinderen’ zich toen nog slechts tot één kind dat twintig uur per etmaal sliep en niet meer nodig had dan mijn lekkende borsten. Dat vergemakkelijkte de zaak enigszins.
Ondertussen zijn we vijf jaar en nog een kind verder. In Berlijn zijn we niet meer geraakt met het gezin, en in de rest van de wereld ook niet. Het verst dat we nog raken, is dus die Noordzee. Daar ben ik op zich enorm dankbaar voor, omdat we toch de puf niet hebben om verder weg te gaan. Dat staat zelfs los van het feit of dat zou kunnen. Het is niet eens evident om met z’n allen een tripje naar de supermarkt te ondernemen.
In het begin van onze vakantie zit ik daarom vaak als een klein kind te mokken op het strand. Want ik wilde de wereld zien, weet je wel. Na een paar dagen zie ik dankzij mijn dochter echter andere dingen, waar ik mogelijks nog meer van leer. Dingen over geduld en acceptatie, over stilstaan tijdens de hectiek van het dagelijkse leven, over het vinden van vreugde in de kleine momenten en over rust die routine kan brengen. Stilaan zie ik haar. Het meisje dat ik zo nodig de wereld wilde leren kennen, leert mij nu eerst even haar wereld kennen.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier