'Ik vind het eng dat de tijd zo voorbijraast, en dat is iets waar ik me voor de pandemie geen zorgen over maakte.'
‘Kan het leven dan nu heel even op pauze gezet worden, alsjeblieft?’
Jolien staat in de startblokken om haar grote droom waar te maken: deelnemen aan een halve marathon. Met de volle goesting, ‘Don’t Stop Believin” in haar oren en een tikkeltje cynisme loopt ze richting de 21 kilometer.
Time flies when you’re having fun, maar ook zonder fun vliegen de dagen voorbij. Een tegeltjeswijsheid die ik tijdens mijn voorbereiding voor mijn halve marathon niet kan betwisten. Want hoezo is het al 28 februari? Het lijkt wel alsof we gisteren nog nieuwjaar gevierd hebben – en dat heeft niets te maken met de kater waarmee ik deze ochtend in bed lag. Mentaal zit ik nog in 2020 en fysiek al ergens in 2050 (danku, spierpijn!), maar het liefst zou ik de tijd gewoon heel even op pauze willen zetten.
Ik heb nog iets meer dan 20 dagen om mij helemaal klaar te stomen voor mijn marathon. En hoewel ik er keihard naar uitkijk, had ik er toch liever nog minstens 100 gehad. Niet omdat ik er fysiek nog niet klaar voor ben – oké, misschien toch nog niet helemaal -, maar wel omdat ik gewoon niet wil dat de tijd nog vooruitgaat. Ik wil even niet nadenken over de volgende stappen in ‘t leven en gewoon als een malle dansen tussen zweterige 16-jarige kindjes. Ik wil het met vriendinnen niet hebben over trouwen, kinderwensen en carrièreswitchen, wel over waar we ons de eerstvolgende vrijdagavond gaan bezatten en naar waar we samen op citytrip kunnen. Ik vergeet daarbij vaak dat de tijd, in tegenstelling tot het leven, de voorbije twee jaar helaas niet is blijven stilstaan. Ieder van hen is intussen fulltime aan het werk, woont alleen, en bouwt zo langzaamaan een leventje op. En ik? Ik sta ook al veel verder dan toen, maar wil tegelijkertijd soms gewoon nog even puberen.
Anderzijds snakken we nu al naar een hete festivalzomer, kijken we uit naar die reis die pas in september gepland staat en praten we zelfs al over een volgende skitrip.
Ligt het aan de knaldrang? Aan een quarterlifecrisis? Of gewoon aan het feit dat ik misschien écht nog niet klaar ben om die halve marathon te lopen? Feit is dat we heus geen pandemie nodig hadden om te beseffen dat het leven snel gaat. Maar hier zit ik dan: 24 jaar, aan een tafel die dringend afgestoft moet worden, met mijn derde tas koffie naast me omdat ik anders de dag niet overleef, en – 6,5 aan aan elk oog. Mag ik dan nu heel even die pauzeknop induwen, alsjeblieft? Want eerlijk: ik vind het eng dat het leven zo voorbijraast, en dat is iets waar ik me voor de coronacrisis geen zorgen over maakte. Nu wil ik plots álles uit het leven halen en feesten, tickets kopen voor elk festival, naar Mexico reizen, Spaans leren, vrijwilligerswerk doen, én daarbovenop nog eens een halve marathon lopen. Call me crazy.
Ik hoor van veel leeftijdsgenoten dat ze exact hetzelfde willen: gewoon even blijven stilstaan om die twee verloren jaren in te halen. Maar anderzijds snakken we ook allemaal naar een hete festivalzomer, kijken we nu al uit naar die reis die pas in september gepland staat, praten we zelfs al over een volgende skitrip terwijl de vorige nog maar net achter de rug is en maken we onze dromen, zoals een halve marathon lopen, nu sneller waar. Is dat dan niet veel mooier en leuker dan te blijven piekeren over die twee verloren jaren? Ik dacht het al. Je bent nooit te oud om jong te zijn, hang dat maar op in het toilet.
Meer columns van Jolien:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier