'Hun frustraties, hun geluk, hun tips die zelden werken maar kortstondig nieuwe moed geven en zoveel meer.'
‘Ouders die hun kinderen samen laten spelen, kunnen samen delen’
Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Samen spelen, samen delen. Het is een platitude die ik dagelijks wel drie keer met de nodige overtuiging en hoop gebruik om me pas bij de vierde keer af te vragen waarom eigenlijk. Meestal draait het toch steeds uit op hetzelfde: samen spelen is samen delen, of anders pakt mama die shit gewoon af en belandt het in de vuilnisbak. Er zijn vast mildere en meer verbindende oplossingen om een geschil te beslechten tussen twee kinderen die er niet niet in slagen om samen te spelen met één speelgoedje, maar uit tijd- en energiegebrek doe ik het voorlopig even zo.
Tegenwoordig hoef ik dan ook niet meer tot drie te tellen om mijn kinderen af te dreigen. Gewoon zeggen dat ze samen moeten spelen en delen is voldoende om hen alvast naar de vuilnisbak te laten rennen. Het deed me deugd om een andere moeder hetzelfde te horen zeggen tegen haar kinderen tijdens een playdate met haar en mijn kinderen. In haar stem hoorde ik dezelfde overtuiging en in haar ogen zag ik dezelfde hoop die ik ook voel wanneer ik het zeg. Toch de eerste drie keer. Maar ook haar kinderen waren amper onder de indruk en trokken net zo hard aan de poppenkoets die ze niet wilden delen, tot die in tweeën brak. Opgelost, zou je denken. Maar met die van mij erbij waren er dus vier kinderen. Begin er maar aan.
Terwijl al die kinderen en de moeder verder kibbelden en ik alvast op zoek ging naar de kast met de vuilnisbak, kreeg die platitude ineens een andere betekenis voor mij. Ik besefte dat de uitdrukking ‘samen spelen, samen delen’ niet exclusief voor kinderen bedoeld is, daarvan getuige hun ongehoorzaamheid. Het kan hen echt geen ene ruk schelen dat het sociaal niet aanvaard is om egoïstisch te zijn. Dat leren ze ooit nog wel, maar niet nu. Des te meer is het een uitdrukking die zich op de ouders richt. Ouders die hun kinderen samen laten spelen, kunnen namelijk samen delen: hun frustraties, hun geluk, hun twijfels en onzekerheden, hun angsten en dromen, hun tips die zelden werken maar kortstondig nieuwe moed geven en zoveel meer. Wat is er dan ook beter dan samen boven een afgekoelde kop koffie kijken naar kinderen die elkaar afmaken tijdens een playdate, in de wetenschap dat je maar voor de helft verantwoordelijk bent aangezien je niet de enige ouder bent en ook slechts de helft van de kinderen van jou is?
Hoe goed is het om te zien dat kinderen die niet van jou zijn ook zonder reden huilen, dat die nog luider roepen of hun pengreep nog slechter is? Dat ze nog niet zindelijk zijn of niet doorslapen, groenten weigeren te eten of – als het over baby’s gaat – nog niet kruipen, niet brabbelen of geen voorwerp kunnen volgen met hun ogen zonder twee richtingen uit te kijken? Net zoals ik mijn kinderen niet zag als het type om vrienden te maken op school, zag ik mezelf niet als het type moeder om vrienden te maken aan de schoolpoort. Om playdates te hosten en bij te wonen. Maar we doen het. Ooit gaan ook die kinderen net als ik beseffen dat delen dan ook geen straf is. Soms is het een opluchting.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier