Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
voorbeeld

‘Als zij “kut” zeggen, moet ik verontwaardigd “foei” zeggen.’

‘Telkens wanneer ze een slecht voorbeeld van mij kopiëren, voel ik me verantwoordelijk’

Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.

‘Fucking hell, dat is echt kut!’ klonk het plots vlak achter me. Ik draaide me om en zag mijn driejarige dochter, haar gezichtje in een frons getrokken, staren naar een blokkentoren die zojuist was ingestort. Ze had haar handjes in haar zij gezet, duidelijk gefrustreerd, en het was alsof ik naar een miniatuurversie van mezelf stond te kijken. Een versie die even hard vloekte als ikzelf, wat het overduidelijk maakte van wie ze die attitude had. En daarbij voelde ik een tikje schaamte, alsook wat trots. Want als ik haar voorbeeld niet ben, wie dan wel?

Die vraagt legt een dilemma bloot. Elke ouder wil zijn kind toch met de beste waarden en normen het leven in sturen. Ik weet dat ik voor mijn dochters een soort wandelend voorbeeld ben. Dat zou ik toch moeten zijn, dus probeer ik netjes de schoenen uit te trekken in de zetel, de koekjes in de kast te laten liggen, vriendelijk te glimlachen naar anderen, zelfs als ik er totaal geen zin in heb... Het lukt ook zolang die twee me maar aankijken. Want zodra ik weet dat ze het niet zien, doe ik gewoon wat ik wil, wars van alle regels.

Natuurlijk wil ik dat mijn kinderen leren opruimen, maar zelf laat ik mijn sleutels standaard overal slingeren, behalve op hun plek, en hangen mijn jassen over de stoelen in plaats van netjes aan de kapstok. Ik vloek me een weg door het huis en roep gefrustreerd alles en iedereen bijeen tot ik gevonden heb wat ik zoek. Maar of je het nu voor of achter de schermen doet: kinderen weten dat ouders ook een hoop slechte voorbeelden stellen. Dat hoeven ze niet eens met eigen ogen te zien. En wanneer zij dan met hun schoenen aan en met een mond vol snoep in de zetel ploffen terwijl ze elkaar omverduwen en daarna ‘Fucking hell, dat is echt kut!’ roepen, weet ik: ze hebben het van mij.

Ze absorberen alles met die spons onder hun schedelpan, zonder dat je er erg in hebt. Ergens vind ik het wel verfrissend dat ze zichzelf durven te zijn. Dat ze zichzelf durven te uiten en daarbij misschien ook reguleren. Ook als dat betekent dat ze een nog ergere versie van hun ongereguleerde moeder worden. Alleen verwacht de rest van de wereld wel dat ik hen straks als nette, welopgevoede wezens achterlaat. En dus moet ik een beetje schipperen. Als zij ‘kut’ zeggen, moet ik verontwaardigd ‘foei’ zeggen. Want telkens wanneer ze een slecht voorbeeld van mij kopiëren, voel ik me verantwoordelijk. Want als ik hen nu niet het goede voorbeeld geef, zullen ze dan ooit leren hoe het écht hoort? Het is namelijk pas leuk om iets te doen wat niet mag als je ook weet hoe het wel zou moeten.

Ik weet dat ik hen zou moeten tonen hoe je een nette, gereguleerde volwassene bent. Maar dat is dus niet wie ik ben. Ik ben niet perfect. Ik maak fouten. Ik laat me soms gaan. Misschien is dát uiteindelijk wel een beter voorbeeld dan proberen te doen alsof ik alles op orde heb. Mijn kinderen hoeven zich hoe dan ook geen leven lang in een perfect plaatje proberen te wringen. Ik zal al blij zijn als ze een goede balans vinden tussen wie ik ben en wie ik hoop dat zij worden.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '