Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
speeltuin

‘Ook al ben ik exact dat.’

‘Ik heb geen zin om in de speeltuin bekend te staan als die moeder die andere kinderen terechtwijst’

Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.

Ik ga graag naar de speeltuin. Niet zozeer omdat ik geniet van het gegil en het eindeloze gejakker van de schommel naar de glijbaan en terug. Wel omdat ik in de speeltuin mijn autoriteit kan laten gelden. Context: thuis luistert niemand naar me. Mijn eigen kinderen doen alsof ik lucht ben, behalve als ze honger hebben of hun tablet niet werkt. Ook buitenshuis negeren ze mijn instructies of vragen bijna altijd. Maar in de speeltuin? Daar heb ik een nieuw publiek: andere kinderen. Daar kan ik mijn wijsvinger opsteken en een strenge blik werpen naar een wildvreemd kind dat zand gooit op een ander kind, dat net iets te hard een schommel duwt of dat de glijbaan op klautert terwijl iemand ervan af wil glijden.

Het gebeurt meestal wanneer een ander kind dat van mij pijn doet, hindert of gewoon irriteert. Want als ze mijn kind irriteren, irriteren ze mij ook. En dat willen we niet. Het is wel een kwestie van strategie. De kunst is om de perfecte leeftijd te treffen. Een jaar of vier, vijf is ideaal. Ze zijn nog klein genoeg om onder de indruk te zijn van een vreemde volwassene, maar groot genoeg om te begrijpen dat de regels ook voor hen gelden.

Je moet precies de juiste leeftijd kiezen. Te jong, en ze beseffen niet eens dat je tegen hen praat. Die blijven gewoon vrolijk zand eten. Te oud, en ze roepen er meteen hun moeder bij. Dat vermijd ik liever. Ik heb geen zin om in de speeltuin bekend te staan als die moeder die andere kinderen terechtwijst. Ook al ben ik exact dat.

Daarom kijk ik altijd eerst snel rond of de ouders van het betreffende kind in de buurt zijn. Ik heb namelijk ook geen zin om een soort van speeltuinparia te worden die ruzie zoekt met andere ouders. Ik wil geen gespannen situaties creëren, enkel een beetje gehoorzaamheid afdwingen. Dus zodra de kust veilig is, komt mijn subtiele vinger van autoriteit tevoorschijn en wijs ik streng naar de dader. En wonder boven wonder: ze luisteren! Ze stoppen waar ze mee bezig waren, werpen een schuldige blik mijn kant op of knikken zelfs verontschuldigend.

Het voelt als een triomf. Het is een korte maar intense smaak van gezag die ik thuis zelden proef. Even is het alsof ik weer de baas ben. Totdat mijn eigen kinderen aanschuiven met de volgende eis die ingewilligd moet worden: of ik de zandkoekjes wil proeven, graag meteen. Ik weet dat ik tijdens de momenten waarop ik autoriteit afdwing exact de persoon ben die ik eigenlijk niet wil zijn en nog minder zelf wil tegenkomen. Ik ben de ouder die andere kinderen terechtwijst alsof dat haar taak is. Maar tegelijk gun ik mezelf dat moment, het genot van dat kleine stukje autoriteit. Is dat kinderachtig van mij? Absoluut. Geeft het me voldoening? Zeker weten.

Dus als ik daar zo sta in de speeltuin, met strenge blik en die subtiele maar niet mis te verstane vinger naar boven gericht, weet dan: het is zo erg dat dat mijn moment van macht is. Een klein stukje in de tijd waarop de wereld even naar mij luistert. Totdat iemand roept om zijn moeder.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '