‘Samen spelen is een extraatje en er zijn genoeg andere manieren om verbinding te maken met elkaar.’
‘Ik ben geen meespeelmoeder. Ik heb al eens droge was opnieuw opgehangen als excuus.’
Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
De lijst met dingen waarin ik naar mijn gevoel faal als moeder is lang. De top drie van die lijst is in niet-willekeurige volgorde dit: het behouden van mijn eigen identiteit, het vermijden van gênante situaties in het openbaar en spelen met mijn kinderen. Dat laatste staat dus als eerste. Omdat ik het gevoel heb dat het van me verwacht wordt. Niet enkel van mijn kinderen, maar ook van de buitenwereld en erger nog: van mezelf. Ik wilde kinderen! Ik heb kinderen! Speel er dan mee! Speel! Maar als ik nog één keer moet bevallen door een pop van onder mijn trui te halen, kan ik opnieuw in therapie voor een posttraumatische stressstoornis na de bevalling. Ik heb zelfs al eens droge was opnieuw op het wasrek gehangen, gewoon om een excuus te hebben om niet te moeten meespelen.
Voor die paar enkelingen en anderen die het misschien niet begrijpen: ik vind spelen met kinderen saai, het is vermoeiend, het is repetitief, het is vermoeiend en ik heb zelf geen speelse ouders als voorbeeld gehad. En het is vermoeiend. Ik ben opgegroeid met twee zussen die meestal niet met me wilden spelen en een paard dat ik uit karton had geknipt en dat het na een nacht in de regen ook opgegeven heeft.
Toch neem ik niemand wat kwalijk, zeker mijn ouders niet. Het was destijds voor hen net zoals nu voor mij vermoeiend, niet enkel om samen te spelen maar vooral om een ouder te zijn in deze maatschappij. Destijds was het levend houden van de kinderen echter voldoende. Vandaag moet er dus ook nog samen gespeeld worden.
Mijn kinderen worden niet heel enthousiast van spelvoorstellen waarbij we om het langst zwijgen, en verstoppertje spelen zonder dat ik hen kom zoeken was laatst ook geen bijster groot succes.
Ik weet wel dat ik het als een compliment moet beschouwen. Samen spelen is een cruciaal aspect van de ontwikkeling van kinderen, het bevordert de verbinding, verbeelding en hun cognitieve vaardigheden. Het zou dan ook helpen als het spel iets is waar ik zelf ook plezier aan beleef. Maar vooralsnog worden mijn kinderen niet heel enthousiast van spelvoorstellen waarbij we om het langst zwijgen, en verstoppertje spelen zonder dat ik hen kom zoeken was laatst ook geen bijster groot succes. Daarom beschouw ik samen zijn belangrijker voor die kinderen en mezelf dan samen spelen.
Ik vind namelijk dat we het als ouders al behoorlijk goed doen als we erin slagen om die kinderen in leven te houden, niet constant schreeuwen tegen hen en veel van hen houden. Samen spelen is een extraatje en er zijn genoeg andere manieren om verbinding te maken met elkaar. Zolang het maar samen en met de volle aandacht gebeurt, is het al lang goed.
In ons geval is dat samen genieten van een kommetje chips op dinsdag terwijl we dat normaal op vrijdag eten. Zonder schoenen en sokken over het natte gras lopen. Meer badschuim in het bad doen dan water en bij iedereen schuimbaarden en -kapsels maken. Een film kijken met z’n allen onder hetzelfde dekentje, zonder nog te weten welke voeten van wie zijn.
Ik ben geen mee-speel-moeder. Niet in de klassieke zin. Door als moeder een eigen invulling te geven aan dat spelen, voel ik me minder gefaald en krijg ik enigszins het gevoel dat ik mijn identiteit kan behouden en gênante situaties kan voorkomen. Dat scheelt toch ook weer een hoop.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier