‘En lord knows dat die nood al heel groot is.’
‘De nood aan tijd met mezelf is doorgaans groter dan de nood aan slaap’
Columniste Nele werd drie jaar geleden moeder en desondanks of net daarom doet ze het nog eens opnieuw! Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Een dag met kinderen is hier meestal gevuld met pipi, kaka, snottebellen, vuile vingers, speelgoed en de onontkoombare taak om die kinderen en liefst ook mezelf in leven te houden. Wat ik doe als devote ouder, vooral ook omdat ik weet dat er zich aan het einde van de dag een prachtig moment zal aandienen: de slaaptijd van die kinderen. Met de laatste krachten worden tandjes gepoetst en verhaaltjes gelezen, tot ik dat magische laatste woord uit mijn strot duw: ‘slaapwel’. Dan krijg ik nog wat tijd om het huishouden te doen, en pas wanneer dát gedaan is, zit ook voor mij de dag erop.
Elk mens met wat verstand gaat dan slapen om de volgende dag weer fris aan de ratrace te kunnen beginnen. Maar ik ben een ouder. En ouders zijn niet zomaar elk mens met wat verstand. Ouders zijn mensen die hopen dat ze ’s nachts wat slaap kunnen inhalen, maar dat toch niet doen. In plaats daarvan gaan ze tijd met zichzelf inhalen.
Benieuwd naar de andere columns van Nele? Je leest ze hier!
Op het einde van de dag wil ik namelijk ook gewoon eens een moment voor mezelf. En dat moment ligt daar voor het rapen, in die blinkende opening tussen de dag die erop zit en de nacht die begint. Het is een kleine opening waar je je als ouder met veel enthousiasme probeert in te wringen, omdat daar datgene ligt wat de hele dag verloren gaat: tijd voor jezelf.
Hier is dat tijd om wat stilte in de luide dagen en wat kalmte in de drukte te krijgen. Tijd die ik moet nemen om wat later opnieuw te geven. Tijd om mezelf nog eens te horen denken of eens helemaal niet te denken. Tijd om in bad te gaan, misschien, zonder spartelend kind erbij. Tijd zonder de vraag van mijn kleuter om mee te spelen, als ze tenminste in bed blijft liggen. Tijd om te snacken zonder te moeten delen. Tijd om voor mezelf te kiezen nadat ik een hele dag beslissingen heb gemaakt voor of met anderen. Tijd waarin ik weer heel eventjes mezelf of een stukje daarvan kan zijn.
De nood aan die tijd met mezelf is doorgaans groter dan de nood aan slaap. En lord knows dat die nood al heel groot is. Het is het dichtste dat ik kom bij een vakantie van mijn leven op een doordeweekse avond. Mijn vriend mag overigens mee op vakantie, want hij doet naast me in de zetel zittend hetzelfde. Uiteindelijk doe ik meestal nog vóór hem wat moet: te laat gaan slapen en de volgende dag weer opstaan. Een tikje vermoeider dan de ochtend voordien, maar telkens in de illusie dat ik die dag wél op tijd ga slapen.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier