Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
zorgouder

‘Het zijn ouders die weten dat ze niet mogen omvallen, omdat er niet veel anderen klaarstaan om het over te nemen.’

‘Zorgouder zijn betekent niet dat je altijd sterk moet zijn, maar gewoon dat je er altijd bent’

Columniste Nele is moeder van een peuter en een kleuter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.

Ik gebruik soms de term ‘zorgouder’, al vraag ik me meteen af of ik die term wel mag gebruiken. Ben ik echt een zorgouder? Ik zorg en ik ben een ouder, akkoord. Maar een zorgouder is méér dan dat. Een zorgouder is een ouder van een kindje met bijzondere noden en dat extra zorg nodig heeft, groot of klein. Ouders die constant the extra mile moeten gaan voor hun kindje. Die afspraken regelen, therapiesessies bijwonen, formulieren invullen waar ze zelf de ballen van begrijpen. Die zich verliezen in het zoeken naar de juiste aanpak, de juiste begeleiding, de juiste woorden om aan de buitenwereld uit te leggen wat hun kind nodig heeft. En die dan toch maar hopen dat iemand het écht begrijpt.

Het zijn ouders die zich vaak alleen voelen, maar het eigenlijk niet zijn. Die wakker liggen van hun kind, van de toekomst van hun kind, van hun eigen draagkracht en hoelang ze het nog volhouden. Het zijn ouders die weten dat ze niet mogen omvallen, omdat er niet veel anderen klaarstaan om het over te nemen. Het zijn ouders die aan het aanvaarden en verwerken zijn, die zich soms razend, hopeloos, verdrietig of schuldig voelen, en alles daar tussenin. Die het moeilijk vinden. Die het moeilijk hébben. Maar die hun kind(eren) zo ontzettend graag zien dat ze telkens opnieuw rechtkrabbelen, omdat dat is wat ze doen.

Ik ontmoette pas drie fantastische zorgmoeders, een deeltje van de vzw Zorgtvooronsmoeder, die onder andere zorgouders in contact brengt met elkaar. Zij hadden échte zorgen, vond ik. Kinderen met dikke medische dossiers, met diagnoses waar het woord ‘zeldzaam’ bij hoort, met fulltime mentale en fysieke zorgen. Met een afscheid. Ik voelde enkel respect voor hen en uitte daarom mijn twijfel: kon ik mezelf wel zorgmoeder noemen, met de zorgen die ik in de weegschaal kon leggen? Hun antwoord was duidelijk: ‘Als je je die vraag stelt, bén je een zorgouder.’ Zij gebruiken namelijk geen weegschaal. Zij kijken niet naar de grootte van het rugzakje dat je draagt of naar het gewicht van de last op je schouders. Zij kijken naar jou. En met dat antwoord voelde ik me ook zo: gezien.

Misschien is dat wel de kern van zorgouderschap: het gevoel dat het vaak als een strijd voelt om gezien te worden, maar dat je door de juiste mensen wél gezien wordt. Dat je het recht hebt om soms te twijfelen en om het soms niet te weten. Dat je niet hoeft te wachten op erkenning van buitenaf, maar dat je die aan jezelf mag geven. Dat je mag voelen wat je voelt. En dat zorgouder zijn niet betekent dat je altijd sterk moet zijn, maar gewoon dat je er altijd bent. En net dat maakt het zo moeilijk. Want ja, ik zorg. En ja, ik ben een ouder. Maar het besef dat ik altijd degene ben die overeind moet blijven, maakt dat ik soms wankel. Dat ik, terwijl ik een sterke basis probeer te zijn voor mijn kind, voel hoe mijn eigen grond af en toe schuift. En dat ik dan, net als zoveel andere zorgouders, blijf doorgaan. Dus ben ik een zorgouder? Misschien wel. Ik ben alleszins een ouder die zorgt, en misschien is dat genoeg.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '