‘Toen ik de waarheid vertelde tegen een paar collega’s, kreeg ik van mijn bazin een duidelijke boodschap: ik hoefde niet meer terug te komen.’
Noor (28) werd aangerand door een collega op het werk
Het lijkt wel of sommige mensen een definitie nodig hebben om te begrijpen wat seksueel misbruik precies inhoudt. Toch is de kern van de zaak niet moeilijk te vatten: wederzijdse toestemming. Is die er niet? Dan is er sprake van misbruik. Dat overkwam helaas Noor (28), zij werd aangerand door een collega.
‘Als nieuwkomer op het werk eindigde ik mijn werkdag meestal als laatste. Ik wilde mij nog bewijzen, en ik had ook gewoon veel werk. Meestal kon ik het kantoor gewoon verlaten, behalve die ene keer. Een collega heeft me toen aangerand. Had ik dat zien aankomen? Totaal niet. Die collega die er normaal uitziet? Een man van vijftig? Met volwassen kinderen? Die al jaren in het bedrijf werkt? Nee. Ik kon het niet zien aankomen.’
‘Nadat ik mijn computer had afgesloten, wilde ik die bewuste dag snel vertrekken. Toen ik mijn spullen pakte en naar de uitgang liep, sprak mijn collega me aan. Hij begon me complimenten te geven en het kwam allemaal nogal stalkerig over, maar ik bleef kalm. Dat leek me de beste oplossing om er zo snel mogelijk vanaf te zijn. Hij bleef echter doorgaan en het ging allemaal zo snel, dat ik amper besefte wat er gebeurde... Hij hield mij in een greep zodat ik niet kon bewegen, hij betastte en zoende me over heel mijn gezicht, tot hij me uiteindelijk op mijn mond zoende. Ik protesteerde, probeerde me uit zijn greep los te maken. Toen dat lukte, ben ik in paniek naar buiten gelopen. Zo snel mogelijk moest ik daar weg. Ik was doodsbang.‘
Ik voelde me vies. En dat is een gevoel dat ik tot vandaag nog meedraag.
‘Ik wist niet wat hij ging doen. Zou hij me langs achter aanvallen? Zou hij agressiever worden? Ik was totaal in paniek. Hij volgde me en riep me na. Dat hij spijt had en hoopte dat ik het tegen niemand zou vertellen. Zelf was ik totaal de kluts kwijt. Huilend rende ik over straat. Ik voelde me vies. En dat is een gevoel dat ik tot vandaag nog meedraag. Het leek alsof elke aanraking een afdruk had achtergelaten op mijn lichaam.’
Alsof er niks aan de hand is
‘Naar de politie gaan durfde ik niet. Het zou zijn woord tegen het mijne zijn.... Ik besloot eerst mijn bazin te verwittigen, maar daar botste ik op een muur. Zij verwachtte dat ik de volgende dag gewoon kwam werken, alsof er niets aan de hand was, terwijl zij de zaak intern zou bekijken. Met een bang hart ben ik die volgende dag naar het werk teruggekeerd, waar ik te horen kreeg dat de collega onmiddellijk ontslagen zou worden. Maar de grootste bezorgdheid? Dat was of ik wel discreet kon zijn en zou zwijgen tegen de rest van de collega’s. De schijn moest hoog gehouden worden en met mijn trauma werd geen rekening gehouden. Samen met mijn broer ben ik daarna naar de politie gegaan om aangifte te doen. Ik werd onmiddellijk doorverwezen naar de dienst slachtofferhulp en ik ben vrij snel met traumaverwerking begonnen, wat loodzwaar was. De dokter hield me thuis, ik was niet eens in staat om terug te keren naar het werk. Al die tijd bleef ik me vuil voelen, en bleef begrip van mijn bazin uit. Ik wilde mijn werk niet verliezen en pikte de draad weer op, maar nog steeds moest ik “discreet” zijn. Of beter gezegd: zwijgen.’
Mijn naïviteit is me afgenomen door iets zogezegd zo onschuldigs als een zoen.
‘Wanneer anderen vroegen waarom ik afwezig was, moest ik dus liegen. En dat kon ik niet meer, omdat bij elke leugen de wonde opengereten werd. Opnieuw moest ik thuisblijven, maar dat was tegen de zin van mijn bazin. Het vrat aan me en ik kon niet langer zwijgen. Aan collega’s vertelde ik de waarheid, waarna ik van mijn bazin een duidelijke boodschap kreeg: ik hoefde niet meer terug te komen. Als ik dat al gewild had... Opnieuw volgde therapie en verwerking. En nog steeds heb ik het moeilijk, anderhalf jaar later, omdat het zo oneerlijk is dat zoiets kan gebeuren op een plek die veilig moet aanvoelen.’
Makkelijker gezegd dan gedaan
‘Ik wil niet dat andere slachtoffers zich verbergen of zich schamen, niet hoe dat ik dat destijds heb gedaan. Achteraf hoorde ik dat de andere collega’s ook door de bazin op de hoogte waren gebracht zonder mijn toestemming. De blikken die ik kreeg, vergeet ik nooit meer. Het voelde net alsof ze al oordeelden dat het wel allemaal aan mij zou liggen. Ik was de nieuwe, die al na een half jaar problemen had. Terwijl de man in kwestie er al jaren werkte zonder enig probleem. Als ik de klok kon terugdraaien, had ik me toen niet langer laten kleineren. Maar het is gebeurd. En het heeft mijn leven veranderd. “Zet je er gewoon over”, heb ik vaak gedacht. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. In je eentje kan je het sowieso niet aan.’
‘Ik ben veranderd. Ik ben veel alerter als een man mij aanspreekt en eerlijk gezegd durf ik niet meer de strakke kledij te dragen die ik vroeger droeg... Ik probeer mezelf te zijn, maar onbewust merk ik dat ik diep vanbinnen angstig ben. Mijn naïviteit is me afgenomen door iets zogezegd zo onschuldigs als een zoen.’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier