'Het had geen zin om tegen die reus te vechten. Ik was te klein. En ik was moe. Mijn nieuwe begin werd alweer een einde. Zonder dat ik er iets aan kon doen.'
Annick (26) gaf haar job op voor een andere job. Zes maanden later werd ze ontslagen
Durven! Doen! Het is tegenwoordig hip om te springen en risico’s te nemen in het leven. Maar de waarheid: niet alles wat we durven en doen, loopt goed af. En wat dan? Ook Annick (26) gokte, en verloor.
‘Ik hou niet van risico’s. Ik spring weleens, maar niet zonder te weten dat ik op mijn voetjes terecht zal komen. Toen ik mijn studiekeuze maakte, was dat ook met die gedachte in het achterhoofd. Als medisch secretaresse zou ik zeker wel ergens werk vinden. De job leek me uitdagend en de medische wereld interesseerde me altijd wel. Misschien had ik net iets te veel naar “Grey’s Anatomy” gekeken (lacht). Ik studeerde af en kon vrijwel meteen aan de slag in de groepspraktijk waar ik ook stage gelopen had. Het was dicht bij huis, ik had er een leuke stagetijd beleefd en veel bijgeleerd, dus ik was enorm gemotiveerd om er te starten.’
Terug bij af
‘De groepspraktijk bestond uit drie dokters en ik stond samen met een collega in voor het beheren van hun agenda’s, ik onderhield het contact met de patiënten, ik moest dossiers bijhouden, vergaderingen voorbereiden… Het was zo boeiend dat ik me geen moment verveelde. Professioneel verliep alles dus goed, maar privé was dat wel anders. Zonder enige aankondiging verbrak mijn vriend onze relatie. We woonden samen, we hadden plannen… Of beter gezegd: ik had plannen. Zijn plan was om verder te gaan zonder mij. Plots moest ik weer bij mijn ouders intrekken en opnieuw beginnen. Ik was er kapot van, maar ik besloot iets positiefs te maken van die nieuwe start. Een nieuw appartementje, een kat en herwonnen zelfvertrouwen. Toen ik op een dag een vacature in mijn mailbox kreeg, dacht ik dat er misschien ook een nieuwe job bij hoorde. Het was een vacature voor een medisch secretaresse in een andere huisartsenpraktijk, in een andere stad. Mijn hoofd begon te tollen.’
Wilde ik echt alles omgooien? Na veel tobben besloot ik mijn bezorgdheden aan de kant te zetten en mijn kans te wagen.
‘Ik besloot mijn kans te wagen. Ik zou Annick 2.0 worden! Ik reageerde op de vacature en ging er in een nuchter moment eigenlijk van uit dat ik geen antwoord zou krijgen. Maar ik mocht toch op gesprek komen. Daarna ging ik ervan uit dat het niets zou worden, het zag er allemaal te mooi uit. De workload was beter verdeeld, het loon was hoger en de collega’s leken me tof. Maar op een dag kreeg ik toch telefoon: als ik wilde, was de job van mij. Ik kon beginnen met een contract van zes maanden en daarna zou dat vanzelf verlengd worden. En hoe yolo ik eerst was, zo bezorgd werd ik toen. Mijn job was eigenlijk helemaal niet slecht, enkel vertrouwd. En mijn huidige loon lag lager, maar het was genoeg. Wilde ik echt alles omgooien? Na veel tobben besloot ik mijn bezorgdheden aan de kant te zetten en mijn kans te wagen. Ik zou mijn ontslag geven bij de ene dokterspraktijk, om aan de slag te gaan bij de andere.’
Wraakactie
‘Zo gezegd, zo gedaan. Met knikkende knieën vertelde ik op mijn werk dat ik mijn ontslag gaf en dat nieuws werd niet juichend onthaald. Ze moesten me laten gaan, maar ze maakten er wel een erezaak van om het me zo moeilijk mogelijk te maken tijdens mijn opzeg. Zes weken lang kreeg ik de meest vervelende taakjes, moest ik van hot naar her rennen, afspraken vastleggen en weer annuleren… Er werd gewoon met mijn voeten gespeeld, het leek wel een soort wrede wraakactie. En ik kon of wilde er niets tegen inbrengen, na die zes weken zou alles beter worden.’
Het had geen zin om tegen die reus te vechten. Ik was te klein.
‘Toen ik eindelijk aan mijn eerste dag in de nieuwe praktijk kon beginnen, voelde ik weer het enthousiasme dat ik eerder gevoeld had. Ik kon met een schone lei beginnen. Ik werkte keihard, maar ditmaal omdat ik het zelf ook wilde, niet alleen omdat het moest. Ik wilde mezelf bewijzen en ik genoot ervan. Iedereen was tevreden, behalve mijn enige, oudere collega. Zij was de vaste waarde in die praktijk, een gevestigde waarde. En zo gedroeg ze zich ook. Ze was erg afstandelijk en niet bepaald behulpzaam. Maar de dokters droegen haar op handen omdat ze zo’n lange staat van dienst had…’
Nieuw begin werd snel einde
‘In het bijzijn van de dokters gedroeg ze zich poeslief tegen me, maar zodra we alleen waren, negeerde ze me, blafte ze me af of liet ze me taken uitvoeren die zij eigenlijk moest doen. Eén keer heb ik geprobeerd het aan te kaarten bij een van de dokters, maar die lachte mijn bevindingen weg. En het werd nog erger: hij haalde haar erbij om het erover te hebben! Ik kon wel door de grond zakken, ik wilde die confrontatie helemaal niet aangaan! Zelf beweerde ze natuurlijk dat ze van niets wist en dat het helemaal haar bedoeling niet was om me slecht of onzeker te doen voelen. Zie je wel, zei de dokter. Zelf durfde ik daar niets meer tegen in te brengen. Ik besloot haar te negeren en gewoon mijn job te doen. Als ik haar niets in de weg legde, zou zij mij toch ook niets in de weg leggen. Dacht ik. Wel, dat was fout gedacht.’
Niets kon ik zeggen, niets kon ik doen. Ik zat daar op die stoel en het leek alsof het gesprek niet over mij ging.
‘Enkele weken voordat mijn contract van bepaalde naar onbepaalde duur zou gaan, werd ik bij de dokters geroepen. Daar zeiden ze doodleuk dat ik niet langer voldeed en dat ik na mijn zes maanden geen nieuw, vast contract zou krijgen. Niets kon ik zeggen, niets kon ik doen. Ik zat daar op die stoel en het leek alsof het gesprek niet over mij ging. Zodra de dokters me alleen lieten, ben ik in tranen uitgebarsten. Zij zat hierachter, dat wist ik zeker. Maar het had geen zin om tegen die reus te vechten. Ik was te klein. En ik was moe. Mijn nieuwe begin werd alweer een einde. Zonder dat ik er iets aan kon doen. Op dit moment, twee maanden na mijn ontslag dat niemand zo wil noemen, heb ik nog steeds geen andere job. En ook nog geen nieuw lief, overigens. Ik vind niet wat ik zoek, privé noch professioneel. Dat knaagt. Omdat ik alles had ik wat ik wilde.’
Lees ook:
- Nele (32) zat vier jaar geleden meer dan tien maanden thuis met een burn-out
- Marijke (32) is zes jaar ouder dan haar echtgenoot Yannick
- Meloika (29) overwon een burn-out: ‘Ik zag niets goeds meer in mijn werk. Ik was op’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier