'Ik haat jullie niet, maar wel wat jullie gedaan hebben.'
Christel (30) werd haar hele middelbareschooltijd gepest door een kliek meisjes uit haar klas
Christel werd jarenlang getreiterd. Vandaag schrijft ze een brief aan haar pester, die dan wel onuitwisbare sporen naliet, maar haar toch niet klein kreeg.
Dag meisjes,
18 jaar na onze eerste kennismaking schrijf ik jullie deze brief. Nu ja, ‘kennismaking’ is misschien een groot woord. Jullie hebben in al die jaren dat we een klaslokaal deelden, nooit echt de tijd genomen om me te leren kennen. Toen we samen in het middelbaar startten, kenden jullie elkaar al van de lagere school. Ik was een nieuweling, samen met twee andere kinderen. Vanaf dag één werd ik buitengesloten. Waarom? Daar heb ik ook vandaag nog steeds het raden naar. Met de leuze ‘Kill them with kindness’ in het achterhoofd was ik steeds vriendelijk en deed ik er alles aan opdat jullie me leuk zouden vinden. Zo mochten jullie altijd de notities lenen die ik tijdens de les neerpende. Maar de wisselwerking bleef uit en ik had al snel door dat jullie gewoon van me wilden profiteren.
Hoewel ik een goede leerling was en m’n mannetje kon staan in de sportzaal, was mij als teamgenoot hebben het laatste wat jullie wilden.
En de pesterijen? Die werden alleen maar erger. Bij groepsprojecten of tijdens de lessen lichamelijke opvoeding werd ik steeds als laatste gekozen. Hoewel ik een goede leerling was en m’n mannetje kon staan in de sportzaal, was mij als teamgenoot hebben het laatste wat jullie wilden. Ik herinner me die ene lunchpauze. Zelfs toen we door de leerkrachten werden verplicht om samen een tafel te delen, zagen jullie er geen graten in om over me te roddelen. Terwijl ik verdomme náást jullie zat! Het werd me te veel, ik smeet m’n brooddoos tegen de muur en sloot me op in het toilet. Toch bleven jullie doorgaan. Jullie hadden duidelijk geen flauw benul van hoe diep jullie me kwetsten.
Ik ben allesbehalve agressief en wil geweld niet verheerlijken, maar jullie dreven me tot het uiterste. Soms dacht ik dat een mep de enige manier was om jullie duidelijk te maken dat wat jullie me aandeden, écht niet oké was. Maar ik hield me altijd in uit schrik voor de gevolgen. Lange tijd zocht ik de schuld bij mezelf. Wat scheelt er toch met mij dat ze me zó het leven zuur willen maken? vroeg ik me af. De pesterijen leidden tot erg donkere periodes in mijn puberteit. Ik was amper 14 jaar toen ik voor het eerst in een depressie belandde. Mijn moeder vond me meermaals huilend onder de dekens op m’n slaapkamer. Ik wilde niet meer naar school, maar durfde haar niet uit te leggen waarom. Zo bang was ik dat ze naar de klastitularis zou stappen en de situatie zou verergeren.
Ik hield mezelf voor dat de pesterijen maar een passage waren in mijn leven: ‘Dit is niet voor eeuwig. Dit is maar school.’
In jullie ogen waren de opmerkingen en beledigingen waarschijnlijk maar ‘om te lachen’, maar dat constante treiteren heeft wel grote gevolgen gehad. Daar ben ik heel lang boos om geweest. Ik hield mezelf voor dat de pesterijen maar een passage waren in mijn leven: Dit is niet voor eeuwig. Dit is maar school. Het duurt tot het zesde middelbaar, en daarna ben ik ervan af. Maar natuurlijk kan je die knop niet zomaar omdraaien eens je afgestudeerd bent. Ik verliet de middelbare school als een onzeker meisje met een minderwaardigheidscomplex. En dat allemaal door jullie.
Jullie zouden jullie excuses kunnen aanbieden, maar dat zou me niet helpen. Ik haat jullie niet, maar wel wat jullie gedaan hebben.
Ik wou dat ik de uitdrukking ‘What doesn’t kill you makes you stronger’ kon beamen, maar dat gevoel heb ik helaas niet. Ik heb wel uit de situatie geleerd, maar dan in de meest negatieve zin. Ik heb geleerd om mensen niet te vertrouwen, om voorzichtig te zijn in de omgang. In m’n achterhoofd zal ik altijd bang zijn dat ze achter m’n rug zitten te roddelen. Daardoor zal ik zelden iemand volledig toelaten in m’n leven. Jullie zouden jullie excuses kunnen aanbieden, maar dat zou me niet helpen. Ik haat jullie niet, maar wel wat jullie gedaan hebben. Ik hoop dat ik die vreselijke periode nu eindelijk achter me kan laten. Als ik jullie al zou vergeven om wat jullie me aandeden, dan niet zozeer omwille van jullie, maar eerder om mezelf rust te gunnen.
Met deze brief hoop ik dat hoofdstuk af te sluiten en een plaats te geven. Achteraf gezien hadden de pesterijen anders moeten worden aangepakt, maar ik weiger mezelf de schuld te geven van wat er gebeurd is. Vandaag leef ik niet langer naar de goedkeurig van anderen, en dat is al heel wat.
Christel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier